De stoomtram in Leeuwarden 19 Roelof Kerst de Jong De geschiedenis van de Leeuwarder stoomtram begon 123 jaar geleden in Brussel. De Belgische koning Leopold II (1865-1909) bevorderde met kracht industrie en handel in zijn land. Belgen zwierven over de gehele wereld om afzetgebieden te vinden voor hun industriële producten, vooral spoor- en trammaterieel. Op 17 april 1878 dienden de heren Leopold Mertens, industrieel, en Ir. Louis Ferret, beiden uit Brussel, bij de Nederlandse regering een aanvraag in voor een concessie voor de exploitatie van een tramnet door geheel Nederland. Die concessie zou negenen veertig jaar van kracht moeten blijven en zou ieder die hetzelfde beoogde, moeten uitsluiten. De aanvraag werd afgewezen. een paardentram, omdat de vroede vade ren een stoomvehikel veel te gevaarlijk vonden voor mens en dier. In 1881 werd de lijn doorgetrokken naar Burgum en in 1896 naar Drachten. In de jaren 1882 tot 1886 werden de plaatsen Drachten, Gorre- dijk, Heerenveen, Joure, Sneek, Bolsward en Harlingen door een tramlijn verbonden. Deze lijn werd wel met stoom geëxploiteerd. Tussen Drachten en Veenwouden gebeurde dat pas in 1913 en tussen Veenwouden en Dokkum in 1926. Zo bang was men daar voor het 'paardespook'. In 1898 begon de aanleg van de tramlijn Sint Jacobiparochie-Leeuwarden. Het had zo lang geduurd, omdat de bestuurders van de betrokken gemeenten meestal het nut van goede verbindingen niet inzagen en de N.T.M. met allerlei tijd- en geldver slindende maatregelen en voorschriften dwars zaten. De lijn liep via Mooie Paal, Berlikum, Beetgum, Beetgumermolen en Marssum. Aan de noordkant van de Har- lingerstraatweg, toen nog harddraversbaan, kwam de tram Leeuwarden binnen, draai de over de Harlingersingel de Pier Pander straat in en had haar voorlopig eindstation bij de huidige Tramstraat. In 1899 reed de eerste tram op dit traject. In 1900 kwam de tramverbinding Leeu- warden-Franeker gereed, die twee jaar later werd doorgetrokken naar Arum. Daar konden de passagiers overstappen op de lijn Bolsward-Harlingen. In het jaar daarna werd de tramlijn vanaf de remise bij de Tramstraat verlengd naar het sta tion van het staatsspoor. De tram reed vanaf de Pier Panderstraat dwars door De 'aanstormende' stoomtram op de hoek van de Willemskade zz en de Sophialaan, ca. 1920 (Foto: Collectie R.K. de Jong) De heren begaven zich toen naar Fries land, een in tramopzicht nog onontgonnen gebied. Zij legden aan de bevoegde autori teiten een plan voor, waarin alle grotere steden en dorpen van de provincie in een grote cirkel met elkaar verbonden zou den worden. De tramweg zou op of langs de openbare wegen worden aangelegd; de personen- en goederenwagens zouden getrokken worden door stoomlocomotie ven. De concessie werd deze keer wel ver leend en Mertens en Ferret richtten op 16 april 1880 de Nederlandse Tramweg Maatschappij (N.T.M.) op. Zij hadden nog altijd in hun achterhoofd om, net als in België, te komen tot een nationale tram wegmaatschappij voor heel Nederland. IJzeren cirkel Al in juli 1880 werd begonnen met de aanleg van de lijn Dokkum-Veenwouden. Helaas werd het geen stoomtram maar

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2001 | | pagina 21