20
het Vosseparkje, ten westen van de Eli-
sabethstraat, over de oude Verlaatsbrug,
langs de noordkant van de Willemskade
ZZ en de oostkant van de Sophialaan en
eindigde aan de Zuidersingel.
Leeuwarden-Drachten
Om de ijzeren cirkel te voltooien, moest
de N.T.M. nu nog een tramlijn aanleggen
van Leeuwarden naar Drachten. Volgens
het oorspronkelijke plan zou deze aange
legd worden vanaf het tramstation langs
de Stationsweg, over de Schrans en de
Verlengde Schrans via Goutum, Wergea,
Warten en Garyp naar Drachten. Het
gemeentebestuur van Leeuwarden bedong
echter dat de tramlijn naar Drachten
vanaf Werkmanslust langs de Groninger
straatweg zou lopen tot aan Quatrebras
en verbood de aanleg van die lijn door de
binnenstad. De N.T.M. stelde toen voor
om de tram vanaf het station door de Sta
tionsstraat te laten rijden, over het Zui
derplein, de Zuidergrachtswal en Achter
de Hoven tot aan de overweg; vervolgens
langs de latere Willem Lodewijkstraat,
over de tweede Kanaalsbrug en de Poppe-
brug over het Vliet. Daarna zou hij zuide
lijk van het latere sportpark Cambuur en
het vroegere Schoppershof de Groninger
straatweg bereiken ter hoogte van Werk
manslust en vandaar naar Quatrebras
koersen. Dit tracé betekende een grote
omweg en daarom zocht en vond men een
betere oplossing.
De gemeente koesterde in die tijd plan
nen voor een uitbreiding aan de oostkant
van de stad en was bereid het stratenplan
in overeenstemming te brengen met een
aan te leggen trambaan. De tramrails
zouden weliswaar langs de Stations
weg, het Zuiderplein, de Zuidergrachts
wal, Achter de Hoven en parallel aan de
spoorlijn gelegd worden, maar niet verder
dan het latere Emmaplein. Daar zou een
brug gebouwd worden over het Nieuwe
Kanaal, die aansluiting zou geven aan
de toekomstige Alma Tademastraat, de
Bote van Bolswertstraat en de Bleeklaan
tot aan Werkmanslust. Op een oude foto
van de prille Bleeklaan is te zien, dat in
het midden van die laan een strook grond
van ongeveer drie meter breed alvast vrij
gehouden was voor de toekomstige tram
baan. Het is er nooit van gekomen.
In 1913 werd de noodlijdende N.T.M.
overgenomen door het Staatsspoor. Al
spoedig werd toen afgesproken dat de
tram naar Drachten over het spoor naar
Veenwouden zou gaan rijden om vandaar
op eigen baan zijn einddoel te bereiken.
Dat gebeurde voor het eerst op 1 mei 1913.
Aan de oostkant van het spoorstation wer
den voor de tram twee kopsporen aange
legd. Er kwam ook een verbindingsspoor
van daar naar het tramstation. Deze takte
van het staatsspoor af, even ten westen
van de overweg aan de Schrans, liep over
het zuidelijke trottoir van de Stationsweg
en vervolgens dwars over het Stations
plein naar het tramstation. Daar konden
de locomotieven 's nachts in de locomo-
tievenloods onder- gebracht worden. Aan
de lijn naar Veenwouden kwamen enkele
haltes: Achter de Hoven, Alddiel en Tyt-
sjerk.
Een lastig obstakel
Tot 1913 gebruikte de N.T.M. zwarte
stoomlocomotieven: kleine en grote Hen-
schels, die om hun vorm koffiemolens of
dobbelstientsjes genoemd werden.
Toen de lijn Leeuwarden-Drachten
geopend werd en op 1 oktober 1913 de lijn
Drachten-Groningen, schafte de N.T.M.
tien Maffeis aan. Deze fraaie locomotie
ven reden vooral de diensten Leeuwarden-
Drachten-Groningen.
Het tracé langs de Groningerstraatweg
had nu geen zin meer. De N.T.M. heeft ech
ter nog wel geprobeerd om de route over
de Bleeklaan te benutten in een geplande
lijn van Leeuwarden via de Bleeklaan,
Lekkum, Gytsjerk en Rinsumageest naar
Dantumawoude met aansluiting op de lijn
Veenwouden-Dokkum. Door het uitbreken
van de eerste wereldoorlog is daar niets
meer van gekomen.
Intussen lag er nog de afspraak tussen de
gemeente Leeuwarden en N.T.M. om een
tramlijn aan te leggen langs de Groninger
straatweg naar Quatrebras. Beide partijen
sloten in 1922 een deal: Leeuwarden ont
sloeg de N.T.M. van haar verplichtingen
en in ruil daarvoor gaf de N.T.M. de tram
route langs de Harlingerstraatweg, de Wil
lemskade en de Sophialaan op. Door het
toenemende verkeer in die straten werd
de tram steeds meer een lastig obstakel.
Bovendien staken de tramrails hier en
daar zo ver boven het plaveisel uit, dat ze
een voortdurend gevaar betekenden voor
de fietsers. De overeenkomst voorzag ook
in een grondruil: het terrein van het stati-
Het oude tramstation bij de Vrouwenpoort, ca. 1923 (Foto: Collectie R.K. de Jong)