3
Het Leeuwarder politiekorps defileert op het Jacobijnerkerkhof op 13 mei 1945
politie en vooral de uitgelezen groep rijks
rechercheurs nodig. Houwing vroeg en
kreeg uiteindelijk ontslag met ingang van
1 oktober 1942. Om toch van inkomsten
verzekerd te zijn kreeg hij een baan als
reclasseringsambtenaar bij het Centraal
Genootschap tot Zedelijke Verbetering in
Avereest. Later noemde Houwing dit een
'flauwekulbaan'.
Via Eelke Ronner kwam Houwing in
contact met architect Douwe Witte veen.
Die vroeg hem zitting te nemen in een
nieuwe Friese verzetsorganisatie. Hou
wing stemde toe en werd meteen benoemd
tot voorzitter. Overigens was dit voorzit
terschap meer van technische aard. Ver
der hadden in deze provinciale top zitting
Pieter Wijbenga, Krijn van den Helm, Uil-
ke Boonstra en Sjoerd Wiersma. Houwing
belandde dus diep in het Friese verzet.
Na enkele wilde liquidaties van verraders
en pogingen daartoe door het verzet werd
besloten tot oprichting van het 'veemge
richt'. Vooral Houwing, die altijd gewend
was geweest binnen wettelijke kaders te
werken, vond dat die kaders ook in deze
bijzondere omstandigheden voor misda
digers veiligheid en recht moesten garan
deren. Hij stelde het veemgericht samen
en fungeerde als contactpersoon tussen de
illegaliteit en de juristen. Dit waren in elk
geval mr. B.Ph. baron van Harinxma thoe
Slooten en mr. J. Wedeven. Lange tijd werd
aangenomen dat ook mr. F.F. Viehoff 'lid'
was van het veemgericht, maar dit lijkt
onwaarschijnlijk omdat deze ondergedo
ken zat in Noord-Holland. Vrijwel zeker is
wel dat de Asser rechter mr. A. Maassen
betrokken is geweest bij het veemgericht.
Houwing maakte rapporten op over 'foute'
Nederlanders op basis waarvan het veem
gericht het vonnis ja, nee of nader onder
zoek uitsprak. Volgens Houwing zijn naar
aanleiding van die rapporten, die hij tot
zijn dood thuis heeft bewaard, enkele tien
tallen executies voltrokken. Uit naoorlogs
onderzoek kan worden geconcludeerd dat
zeker elf doodvonnissen zijn uitgesproken.
De direct betrokkenen hadden afgespro
ken dat er nooit meer over het veemge
richt gesproken zou worden, maar het is