4 Politiecommissaris Houwing (rechts) en burgemeester Mr. A.A.M. van der Meuten tijdens de grote brand bij V &D in 1963 juist Houwing die kort na de oorlog één vonnis noemde, namelijk dat tegen Esmée van Eeghen. Zij was de vriendin van Krijn van den Helm, maar werd er tevens van verdacht veel contacten met Duitse leger officieren te hebben. Houwing had Esmée in 1943 leren kennen en vond haar een vlotte mondaine verschijning die hij echter niet vertrouwde. In dezelfde periode als de 'affaire Esmée' werd Houwing gearresteerd. Op donder dagochtend 21 september 1944 drong een aantal Duitsers zijn huis binnen en namen hem mee. Toch zag hij kans om allerlei voor hem en anderen belastende papie ren te verstoppen op het toilet. Omdat het hoofdkwartier van de Duitsers, het Old Burger Weeshuis aan het Zaailand, nog niet open was, werd hij naar het politie bureau gebracht. Via R. Visser, die op dat moment de wacht had, kwam Houwing in contact met Juijen Dreeuws, die hem enkele uren na zijn arrestatie bevrijdde. Zowel Houwing en zijn gezin als Dreeuws doken onder. Dreeuws werd echter al snel gearresteerd en vreselijk gemarteld. Bij de 'Overval' op 8 december 1944 op het Huis van Bewaring werd hij met vele anderen bevrijd. Hoewel hiervoor geen directe aan wijzingen zijn, is Houwing vermoedelijk enigszins bij de voorbereidingen van deze bevrijdingsactie betrokken geweest. Enkele maanden voor de bevrijding trof Houwing voorbereidingen voor de zuivering van de politie en het opstellen van een gedragslijn voor het arresteren van politiek gevaarlijke personen. Na de bevrijding werd onder zijn leiding de uit voering van de politiezuivering ter hand genomen. Commissaris van politie (1946-1968) De zuivering was nodig, omdat de politie in de Tweede Wereldoorlog ten prooi was gevallen aan een volledige ontreddering. Voor de prestigieuze functie van commis saris van politie van Leeuwarden, was behalve Houwing ook Dreeuws in de race. Beiden hadden mede op grond van hun verzetswerk recht op deze functie, maar Houwing werd met ingang van 1 maart 1946 benoemd, omdat hij volgens Commis saris van de Koningin mr. H.P. Linthorst Homan een 'iets krachtiger persoonlijk heid is, die wellicht op de lange duur ook in de hogere rangen van het politiecorps iets meer prestige zou genieten'. Houwing nam de opbouw van het Leeuwarder poli tiekorps krachtig ter hand en al snel was het één van de beste van Nederland. Hij leidde zijn korps met vaste hand, soms dic tatoriaal. Hij stond pal achter zijn korpsle den, mits zij hun werk deden zoals hij dat wenste. Om de onderlinge verstandhou ding tussen de korpsleden te verbeteren, richtte hij in 1948 de Leeuwarder Politie Muziekvereniging op. Op 16 november 1951 moest de dich ter, schrijver en journalist Fedde Schurer voor het Leeuwarder gerechtshof verschij nen, omdat hij de Heerenveense kanton rechter Wolthers 'de laatste man van de Zwarte Hoop' had genoemd. Wolthers had namelijk het gebruik van het Fries in de rechtszaal niet toegestaan. Het proces tegen Schurer trok veel belangstelling en toen de menigte buiten de rechtszaal begon met het scanderen van leuzen, was voor Houwing de maat vol. Hij gaf zijn manschappen bevel in te grijpen en de menigte uiteen te drijven. Ook de brand spuit werd hierbij ingezet. Deze dag zou de geschiedenis ingaan als Kneppelfreed. Enkele weken later werd een steen door een ruit van zijn huis gegooid, met daarop een briefje met de tekst: 'Kin't sa of moat de branspuit helpe?' Omdat de pers het politieoptreden fel veroordeelde, waren de verhoudingen tussen Houwing en de pers lange tijd gespannen. Ook het harde optreden tegen jeugd die in 1956 na het zien van de film Rock around the clock de Wirdumerdijk op stelten zette, werd hem niet in dank afgenomen. De laatste jaren van Houwings 'bewind' werden beïnvloed door grote maatschap pelijke veranderingen. Houwing moest van al deze veranderingen niets hebben en hield vast aan zijn autoritaire wijze van leidinggeven. Na zijn pensionering heeft hij wel eens gezegd dat deze laatste jaren niet altijd de leukste zijn geweest. Offi cieel had Houwing in 1965 met pensioen moeten gaan. Omdat er geen geschikte op volger voor hem was te vinden werd zijn ambtstermijn verlengd tot 1 november 1967. Toen echter burgemeester Harm- sma plotseling overleed, werd Houwings ambtstermijn nogmaals verlengd en wel tot 1 juli 1968. Bij zijn afscheid kende het College van Burgemeester en Wethouders Houwing de erepenning van de stad toe. Enkele jaren daarvoor was hij al benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau. Houwing overleed op 29 november 1983 op 78-jarige leeftijd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2001 | | pagina 6