6 De publieke belangstelling voor de hoger beroepszaak van Fedde Schurer was groot protest tegen de hele gang van zaken, en een roep om genoegdoening. Maar ook een pleidooi voor meer ruimte voor het gebruik van het Fries. Een week na Kneppelfreed: Scheps en de burgemeester Het protest kwam luid en hartstochtelijk tot uitdrukking op een bijeenkomst in Zalen Schaaf, die zo veel bezoekers trok, dat de zaal tweemaal achtereen stampvol zat. Na vijftig jaar zie ik nog Johan Scheps staan, die met oratorisch geweld beukte op rechters en gezagdragers, Van der Meu- len en Houwing zaten in de zaal. Toen al was Scheps een Fries onder de Friezen. In Vlaanderen had hij het fenomeen taalstrijd leren kennen. In de bezettingsjaren zette hij in besloten bijeenkomsten de illegale lijn van de SDAP uiteen, en in Friesland logeerde hij dan ondermeer bij Barend van der Veen. In het protestantse smaldeel van de Partij van de Arbeid waar ik hem reeds ontmoette voor wij collega-kamerle den werden, had hij contact met mensen als Jan Piebenga en Fedde Schurer. Geen wonder dat deze Scheps in Schaaf sprak, en in een gedreven betoog opriep tot de strijd voor de Friese cultuur en taal. Een ovationeel applaus klong na zijn slotwoor den a la Bilderdijk: 'Friesland bloeit weer, Friesland groeit weer. Friesland uit het stof herrezen, zal opnieuw een Fries Friesland wezen. Een Hollander heeft het u gemeld!' Maar dit alles was aan de Leeuwarder burgemeester niet besteed. In de begro tingszitting 1952 wilde ik het politieoptre den op Kneppelfreed aan de orde stellen. Maar keer op keer onderbrak de burge meester mij en tenslotte ontnam de man mij met een daverende hamerslag het woord. De openbare orde was zijn domein, en zo kon hij alle kritiek ontlopen. Dat zou nu niet meer kunnen, maar toen waren noch de tijd noch de raad rijp voor die ontwikke ling. Het zou overigens niet de laatste keer zijn, dat ik met deze autoritaire man bots te. Maar zijn hamerslag zou ruim twintig jaar later door een andere hamerslag op het Binnenhof achterhaald worden. Schurer vrij en Herzberg boeit Maar in mijn Kneppelfreedherinneringen leeft ook voort de hoger beroepszaak op 18 maart 1952 met Fedde Schurer als over winnaar. Het optreden van de bekende joodse schrijver Abel J. Herzberg is mij bij gebleven. Schurer had hem als 'cultureel verdediger' aangetrokken en Herzberg kweet zich uitmuntend van die taak. Zeker hij wist na de demonie van het nazisme wat geschiedenis, cultuur en taal voor een min derheidsgroep kunnen betekenen. Wet- en regelgeving mogen de ontplooiing van die cultuur en het gebruik van die taal niet belemmeren, maar, in tegendeel, moeten die helpen bevorderen. Daarmee laakte hij het rechterlijk en politioneel optreden voor en op Kneppelfreed. Maar Herzberg vroeg vooral aandacht voor de bijdragen van een erkende minderheid aan het veelkleurig cultureel palet van de hele samenleving: onderwijs, proza, poëzie, toneel naast rechtspraak en openbaar bestuur. Dat doodstil beluisterde boeiende betoog vroeg om nadere uitwerking. Fries: tweede Rijkstaal In het kader van dit artikel kan ik er niet omheen om, zij het kort, bij die uitwerking stil te staan. Want het tweetalig onder wijs, de hogere subsidies voor belangrijke Friese instellingen en de afspraken op de gebieden van rechtsverkeer en openbaar bestuur kwamen er echt niet van zelf. Het provinciaal bestuur, gesteund door poli tieke partijen en voedende en adviserende groepen uit de Friese samenleving, haalde in Den Haag soms vlot, soms moeizaam de buit binnen. Dat heeft eigenlijk een halve eeuw sinds Kneppelfreed, anders gezegd van Cals tot De Graaf-Nauta geduurd. Ik noem ook de naam van een Limburgse Leeuwarder: Piet Engels. Wij waren goe de collega's in gemeenteraad en Tweede Kamer. Engels, in het kabinet-Biesheuvel (1971-1973) minister van Cultuur Re creatie en Maatschappelijk werk, bevorder de dat de nota Van Ommen op de agenda van de Tweede Kamer kwam. In die nota waren uitgangspunten en doelstellingen van een Friese cultuurpolitiek helder en breed aangegeven. In overleg met collega's uit Friesland ontwierp ik een motie waarin het belangrijkste punt was: verklaar het Fries tot tweede Rijkstaal. In alle kamer fracties werd steun gevraagd voor deze motie. Na boeiende discussies kwam de motie in stemming. Geen wonder dat mij de verklaring van voorzitter Van Thiel is bijgebleven: de motie-Vellenga, Fries twee de Rijkstaal, is met algemene stemmen aangenomen. Een stevige hamerslag, maar hoe anders dan toen! Zo trokken ze langs: de melkboer, de vee arts, Schurer, Barend van der Veen, de motoragent, Scheps, de burgemeester en Herzberg. Zo echoën woorden en gebeurte nissen over een halve eeuw na: 16 novem ber 1951, de slag op het Zaailand, Kneppel freed.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2001 | | pagina 8