Uit het leven van Simon Hoekstra, 1892-1988 13 Albert Hoekstra Er zijn niet veel arbeiders uit de 19e en begin 20e eeuw die hun levensverhaal aan het papier hebben toevertrouwd. Weinig mensen uit deze bevolkingsgroep beschik ten over voldoende schrijfvaardigheid en tijd. Gelukkig hebben enkele mensen op latere leeftijd hun herinneringen wel opgeschreven, zoals Simon Hoekstra. Een familielid van Hoekstra heeft onlangs dit egodocument uit 1981 aan het Historisch Centrum Leeuwarden geschonken. Aan de hand van nader familieonderzoek en foto's kon het verhaal verder ingekleurd worden. Hieronder volgen enkele passa ges uit het levensverhaal van Simon Hoekstra. Ik ben geboren in 1892 in een straatje aan het Zuidvliet (wijk U 182) te Leeuwarden. In de eenkamerwoning woonden en slie pen we met vijf personen: moeder Gijs- bertha Dorothea Johanna Christina de Jong, 1866-1932, vader Reinder Cornelis Hoekstra, 1867-1898, mijn broer Johannes Hoekstra, 1890-1944 en ik en als kostgan ger moeders vader, Simon de Jong 1839- 1904. Later kwamen daar nog drie meisjes bij, Alberta Geertruida (1894-1904), Aafke (1897-1908) en Johanna Petronella (1898- 1964), zodat we toen met z'n achten waren. We sliepen als volgt: vader en moeder en de jongste dochter in een bedstee, de twee oudste meisjes in de andere bedstee, groot vader en de twee jongens op zolder met pannendak waardoor je de lucht kon zien en waardoor 's-winters wel eens sneeuw naar binnen kwam. In de kamer waar dus vijf mensen sliepen moest verder van alles gebeuren: eten, koken, wassen in de tobbe, vloervegen, want wasautomaat en stof zuiger waren toen nog niet uitgevonden. Geen gezonde situatie dus. Dit zal ook wel de oorzaak zijn geweest dat mijn vader, die pakhuisknecht en later bediende bij apotheker Sonnega op de Tweebaksmarkt was, op de jonge leeftijd van dertig jaar in augustus 1898 overleed. Volgens het over- lijdensregister was de oorzaak tbc. Mijn moeder bleef onverzorgd achter met vijf kinderen. Ze kreeg geen rooie cent uitkering want weduwenrente was er toen nog niet. Waarschijnlijk kreeg ze een paar gulden kostgeld van mijn opa die banketbakkersknecht was. Mijn moeder kreeg toen dus de zware taak om zeven Het gezin Hoekstra, circa 1904. Achterste rij v.l.n.r. Simon en Johannes. Voorste rij v.l.n.r. Aafke, Johanna Petronella, Gijsberta de Jong en Alberta Geertruida. (Foto: Collectie Hoekstra)

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2002 | | pagina 15