5
ten. Poortier Albert Renema heeft zich ver
volgens misschien beklaagd over gebrek
aan ruimte, want eind 1755 werd beslo
ten om voor hem een houten schuurtje te
laten maken in een van de gloppen van de
poort, de smalle straatjes aan weerszijden
van Renema's woning. De aanbouw kwam
waarschijnlijk deels op de borstwering van
de gevel in de hoek tegen de ooster toren.
Een verdere vermindering van de defen
sieve kracht van het poortcomplex trad op
toen in 1760 de borstwering van de ring
muur tussen de binnen- en de buitenpoort
werd afgebroken 'omdat (hij) niet langer
staan konde'. Het resterende muurwerk
kreeg voor een deel ijzeren leuningen. Een
gerichte verdediging van het binnenpleintje
was vanaf dit moment niet meer moge
lijk.
Een duur jaar
Het jaar 1763 bracht hoge onderhoudskos
ten met zich mee. In juni gleed de wal van
de Wirdumerpoortsdwinger gedeeltelijk
de gracht in en was herstel noodzakelijk.
Verder zakte een paard met een kar vol
meelzakken door het ophaalgedeelte van
de buitenbrug en viel in de gracht. De
raad gaf de molenaar zeven gulden scha
devergoeding, besloot de brug geheel te
vernieuwen en tegelijk iets te gaan doen
aan de scheurvorming in het muurwerk
van de waterpoort. Er bleek een nieuwe
fundering nodig te zijn. Uit een bestek van
1786 blijkt vervolgens dat de kwaliteit van
het metselwerk toen al weer zo verslech
terd was dat opnieuw grote delen moesten
worden vervangen.
Kelders?
Het Annotatieboek der Bouwmeesteren
van de stad Leeuwarden vermeldt voor het
jaar 1767 een opvallend gegeven, namelijk
het 'herstellen van de twee verwulfde kel
ders onder de Wirdumerpoort'. Nergens is
verder sprake van ondergrondse ruimten
onder het gebouw, terwijl in het midden
gelaten wordt of het om de binnen- of bui
tenpoort ging. De zeer ondiepe opgraving
van 1984 heeft niets opgeleverd wat op
het bestaan van een kelder wees, behalve
misschien een in de westmuur aanwezig
trapje waarvan we niet weten waarheen
het geleid heeft. Mogelijk bevonden de kel
ders zich onder de soldatenwacht tegen de
buitenpoort. Voor opslag van kruit, wapens
Sjoerd Bonga tekende begin 19e eeuw de stadszijde van de binnenpoort. Links het eerste huisje van het
Wirdumer Achterom, de Turfdragersbaan. Boven de doorgang de voorgevel van de portierswoning en
tegen de toren een in 1777 gebouwd houten portaaltje. Keermuren verstevigen de wal.
De Wirdumerpoortsdwinger op de kaart van Knoop 1760). De toegang naar de stad verliep vanaf de
grachtswal achtereenvolgens via de buitenbrug, de buitenpoort, de binnenbrug en de binnenpoort.
Een rondlopende muur tussen de beide poortgebouwen verhinderde het betreden van de dwinger.
Ten zuiden van deze ringmuur bevonden zich het molenaarshuis en de molen de Fortuin.