12 stond nog de directeurswoning op de hoek van de Julianastraat met de Emmakade, daarin woonde de familie Schaap met dochter Branda. Geïsoleerd gebied In het gehele gebied kom ik zo op een aantal van ongeveer tachtig bewoners. De kinderen van wie de namen genoemd zijn betreffen mijn leeftijdsgenoten, die voor namelijk naar de openbare lagere school nummer 13 in de Van Sytzamastraat gingen, zoals wij, of naar de christelijke school in de Pieter Feddesstraat. Aange zien er in het Roode Dorp ook een paar kinderen woonde dat naar laatstgenoem de school ging en de 'schoolstrijd' nog bestond was het kritieke pad voor ons het stukje Spoorstraat tussen overweg en het pand van Sluys' Voer op de hoek met Achter de Hoven. Op dat punt konden we kiezen voor een tweede weg naar school en de strijd ontlopen. We woonden in een vrij geïsoleerd gebied. Contacten met leeftijdsgenoten op de Emmakades en in de Willem Lode- wijkstraat hadden we vrijwel niet door dat tussen ons en de daarliggende wonin gen het Kanaal en een aantal bedrijven lagen zoals de Zuivelfabriek, de Stremsel- fabriek, de Margarinefabriek en, aan de Willem Lodewijkstraat, een fouragehan- del. Aan de Spoorstraat begon de eerste bebouwing ook pas na een paar honderd meter vanaf de overweg. Bij mooi weer gingen we met vader en een paar buurkinderen vaak naar de LWS-jachthaven. Op zaterdag werd er in die tijd nog 's morgens gewerkt. De middag was voor boodschappen doen in de stad. Het ergste vonden we dan dat we vanaf de Ooster- of de Beursbrug nog een haast onafzienbare afstand naar huis moesten lopen. En je was al zo moe. Er werd dan ook van alles uitgedacht om de moed er in te houden zoals het lopen over de stenen leuning van de Potmargebrug, het tellen van de lantaarnpalen en derge lijke. Later bleek ons dat we ongeveer een kilometer vanaf beide bruggen woonden. Opgeslokt door CCF en Koopmans Het gebied is erg veranderd in de loop der jaren. De huizen aan de Julianastraat werden stuk voor stuk door de CCF opge kocht en gesloopt voor uitbreidingen. De APC, Schroder en Langenberg werden opgeslokt door Koopmans. De opvolgers van de Electro Blikfabriek breidden uit op de percelen van Draadindustrie, Ont- tinningsfabriek, Utrechtse Asfalt en Halbertsma. Koopmans bebouwde ook de driehoek tussen Woudmansstraat en Tynjestraat. Konden wij vroeger vanuit huis de Tyn- jedijk in Huizum en het Roode Dorp zien liggen, en vaak nog verder, daarvan is nu geen sprake meer. Alles is volgebouwd. Dat geldt ook voor de terreinen tussen het Nieuwe Kanaal en het Vliet waar zelfs de PEB-centrale, met zijn latere uitbreidin gen, is verdwenen. Links op de voorgrond de Tijnjestraat tussen de spoorlijn naar Groningen en het complex van de CCF, 1925. Linksboven de Tweede Kanaalbrug over het Nieuwe Kanaal, helemaal links de achterkant van de huizen aan de Julianastraat en het huis Tijnjestraat 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2002 | | pagina 14