26 huldebetoon werd haar door middel van een estafette gebracht, door dames van verschillende gymnastiekverenigingen, vanaf de Lange Pijp (Leger des Heils), de Arendstuin (Lijempf) en het Huizumer muziekpaviljoen (Volharding). De vorstin liet blijken: 'Ik ben ten zeerste getroffen door uw, Mij o zoo sportieve wijze overge brachte betuigingen van trouwe hulde en verbondenheid aan Mijn Huis.' De tweede dag werd Koningin Wilhel- mina, na een bezoek te hebben gebracht aan Dronrijp en het Popta-slot te Mars- sum, ontvangen op het stadhuis door burgemeester A.A.M. van der Meulen. Zij ontving in de Raadszaal het College van Burgemeester en Wethouders, raadsle den, leden van het Gerechtshof en de pre sident en griffier van de arrondissements rechtbank. Tijdens het gebruiken van de thee werd er óók gesproken over "het beroemde arrest van het Leeuwarder Hof, waarbij een verzetsdaad van de eerste orde tegenover den bezetter werd gesteld.' Na een défilé door 600 afgevaardigden uit de provincie die zich hadden verzameld in de Harmonie, waarbij de Koningin op het bordes van het stadhuis stond, verliet de Koningin via de Overijsselschestraatweg de gemeente Leeuwarden. Koningin Wilhelmina bracht een sober, eenvoudig en menselijk bezoek. Ze schreef in een telegram aan de Commissaris der Koningin: 'Teruggekeerd op Het Loo, onder den verschen indruk van de groote belangstelling en de hartelijke ontvangst van de bevolking van Friesland, wil ik u nogmaals de verzekering geven, dat ik een onvergetelijke herinnering aan dit bezoek heb meegenomen.' De Commissaris der Koningin was onder de indruk, zo vertelde hij later: 'Herhaaldelijk gaf zij er blijk van beter thuis te zijn in de Friese geschiede nis dan menige Fries. Of zij haar kennis vlak voor een bezoek opfriste weet ik niet. Ik betwijfel het. In alles was Koningin Wilhelmina een echte vorstin die je res pect volledig, zonder enige terughouding, verdiende.' De Leeuwarders traden haar tegemoet als dankbare burgers: 'Oranje in 't hart en niemands knecht!'. Het was Wilhelmina's laatste bezoek voor haar abdicatie op 4 september 1948. Bij haar afscheidsrede tot de bevolking sprak zij: 'Ik vertrouw, dat gij sterk zult zijn en veel zult verwezenlijken van wat toen als toekomstdromen in ons allen leefde en nog leeft.' Wellicht dat bij het horen van deze passage veel Leeuwarders hebben teruggedacht aan haar bezoek in 1946.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2003 | | pagina 28