Meningen over de demping van het Vliet
La» it
11
Jan Faber
Op woensdag 8 september 1965 velde de
Leeuwarder gemeenteraad het definitieve
vonnis over het Vliet als waterweg. Met
29 tegen 5 stemmen werd het voorstel
van B&W om het Vliet te dempen aan
genomen. Tegen stemden de raadsleden
Van der Veen, Santema, Visser, Kingma
en Spiekhout. Met name de heer San
tema hield een gloedvol betoog om het
Vliet open te houden. Na een gedegen
inleiding over de geschiedenis van het
Vliet en de betekenis van haar nijverheid
voor Leeuwarden door de eeuwen heen,
luidde zijn slotpleidooi: Ik wol der mei
alle krêft foar pleitsje, dat wy ek dit stik
stêd, dat sa'n bisündere skiednis en sa'n
bilangrike funksje hat yn de histoarje van
Ljouwert, samar net priis jaen moatte. It
wurdt in keale strjitte, dy't nea it karak
ter fan in boulevard krije kin, en boppedat
fait de moijens fan bipaelde gevels wei,
omdat se nou ienkear sjoen wurde moatte
yn ferhalding ta it wetter." Spiekhout: 'Ik
zie de demping van het Vliet niet als een
blijvende oplossing voor de verbinding van
het oosten met de binnenstad. Was het niet
beter om het Nieuwe Kanaal, een vrij nieu
we gracht, te dempenDan zou inderdaad
een mooie brede weg ontstaan, die ook de
mogelijkheid van aansluiting op een hoek
punt van het wegenvierkant zou geven.'
Maar hoe dachten de Vlietsters destijds
zelf over de voorgenomen demping van
het Vliet? Zomaar een aantal reacties,
opgetekend uit de monden van zowel
jonge als oude Vlietsters, toen hen door
Fenno Schoustra naar hun mening werd
gevraagd: "Het Vliet dempen?" vraagt sla
ger Dick Braaksma, "nou, jammer voor de
Het Vliet tijdens
de demping.
(Foto: Leeuwar
der Courant,
11 februari 1971)
eendjes, maar heus: liever vandaag dan
morgen!" De weduwe J. Annee, 89 jaar:
"Wij binne oud, mut je mar denke, ons
wudt niet meer vraagt of we het wel goed
fiene. Mar 't spiet my wel voor de gesel-
lichheid hoor, want dat is straks heus wel
gebeurd De heer Hein Appeldoorn, 90
jaar en 90 jaar wonend aan 't Vliet: "Laat
ze 't maar dichtgooie, hoor; als je zo oud
wordt als ik, kan 't je allemaal niet zo heel
veel meer schelen!" De weduwe G. Sijtema:
"Tja, dempen an de ene kant is 't mis
schien wel mooi, voor de stank en zo, maar
an de andere kant: het is hier nou nog zo
gezellig en dat blijft niet zo!" "Ik zeg gien
woord! Gien geklets over dat Vliet!!!" Ook
de ingezonden stukken in de Leeuwarder
Courant laten vaak niets aan duidelijk
heid te wensen over: G. De Vries: "Wat
hebben wij eigenlijk voor een gemeente
raad? Twee keer besluiten de heren om het
Vliet te dempen en als B&W dan eindelijk
het geld denken te hebben voor verdere
demping van die blindedarm midden in de
stad (het oostelijke deel was reeds gedempt
- red.) - want anders kan ik het niet zien -
dan zegt die raad warempel: toch nog eens
opnieuw bekijken. Het is ook geen bewijs
van vooruitstrevendheid. Ja, als ze met de
vingers aan de Nieuwestadsgracht of aan
de Voorstreek zouden komen, dan zou ik
me daar met hand en tand tegen overzet
ten. Maar het Vliet, dat al grotendeels is
gedempt, heeft nu geen functie meer!" H.
van der Roest, agerend tegen het voorstel
van J.T. Vellenga om het voorste stuk
Vliet open te houden: "Volgens mij moet
de heer Vellenga nog steeds denken aan
het Vliet toen hij nog woonde in de Oostin-
dische buurt. Ja, Vellenga, toen zaten wij
's avonds nog aan de waterkant te vissen,
zondagsavonds te kijken naar de vele boot
jes die dan weer huiswaarts keerden en 's
winters hielden we onze schaatswedstrij
den onder elkaar op het VlietNu wilt
u van het voorste stuk Vliet weer zo'n open
riool maken. Laten zoals het is. Het gaat
nu wel, maar kom eens in de zomermaan
den, dan ruikje op het gedempte Vliet het
voorste stuk.
Men lijkt er destijds vrede mee te hebben
gehad. De weinige tegenstanders van de
demping redeneerden veelal vanuit nostal
gie en cultuur-historische overwegingen.
Voor Hendrik ten Hoeve vormde de dem
ping de aanleiding om politiek actief te
worden.