J. WU7" 9 J li i J* J ,J t|j»!um (1*, di Dijkprofielen van de Tjessingadijk onder Jelsum (235) en bij Marssum tEngelum (236), een veldschatting geslecht, wel ingereden, maar ook opge hoogd door verharding en asfaltering. Ik ken in ieder geval een dijk die wel is gera tionaliseerd, en verlaagd. De zuidelijke Bilddijk is aan de westzijde recht getrok ken, en ontdaan van lobben en minder rati onele inhammen. Bij het ploegen van een maisveld werden daar grondsporen van zichtbaar aan de zuidzijde van de dijk. Dat de Tjessingadijk inderdaad dijks- kenmerken heeft was voor mij ook een verrassing. Behalve de drie dwarsdijken ten zuiden van Leeuwarden door de Mid delzee, die ik in een eigen uitgave heb beschreven, blijkt er nu nog een vierde dijk te zijn, die uiteindelijk Leeuwarden van zijn weg naar zee beroofde. Dat is waar schijnlijk niet zo lang na het jaar 1300 geweest. Als ik de dijk aan de westzijde vergelijk met andere 'platte dijken', dan is de platte dijk een type dat in de veer tiende eeuw alom in Friesland in zwang kwam. Pas tegen de vijftiende eeuw ging men zwaardere en hogere dijken bouwen met een half-bolle buitenzijde, waarvan het stuk dijk aan de westzijde kenmerken heeft. Twee andere mooie voorbeelden daarvan zijn de Bitgumer Hegedyk en de Arumer Grienedyk. Nu er sprake van is, dat de trambaan van het Dokkumer Lokaeltsje een weg zal worden, lijkt het me goed om, op het moment dat de Tjes singadijk doorsneden wordt een inkijk operatie uit te voeren. Er zijn namelijk de laatste twintig jaar al te veel platte dij ken opgeruimd zonder gedokumenteerd te zijn. De huidige Tjessingadijk aan de Marssumer kant (Foto Jan Post) LiCOVO-ViïiicÊ

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2003 | | pagina 12