Oostergrachtswal tussen Vliet en Molenpad, 1863 tot 1963 21 Roelof Kerst de Jong Veertig jaar geleden bestond er een Leeuwarder Weekblad, dat was gevuld met advertenties, berichten van kerken en sportclubs en soms bevatte het enkele arti kelen. Dat weekblad was een voorloper van het huidige Huis aan Huis, dat wat uit gebreider is. Het kantoor en de drukkerij waren gevestigd aan de Oostergrachts wal nummer 1. In de zomer van 1963 stond in het Week blad een belangrijk artikel. De schrijver daarvan vertelde iets over de geschiede nis van het pand en zijn bewoners in de loop van de afgelopen honderd jaar en ook iets over de buren. Ik kon niet achterha len wie de schrijver is geweest. Als hij nog leeft, vindt hij het hopelijk goed dat ik zijn verhaal hier in eigen woorden weergeef met enkele aanvullingen uit eigen koker. In 1963 woonde in het markante hoekhuis tussen het Vliet en de Oostergrachtswal bakker De Beer. Honderd jaar eerder was daar de winkel in grutterswaren van krui denier Gijsweit. Aan de zoldering hing een grote koperen weegschaal en op de toon bank lagen de gewichten en de maten. In een hoek stond een groot stroopvat met een houten lepel. Daarnaast een ton met groene zeep en een zak met rijst. Achter Drukkerij en kantoren van het Leeuwarder Weekblad aan de Oostergrachtswal in 1968 de toonbank troonde Gijsweit in zijn rood gestreepte jasje. We gaan nu de hoek om en de Ooster- gragtswal op. Ja, u leest het goed gragt met twee keer g. Honderd jaar geleden, in 1903 besliste 'Den Haag' dat alle g's die niet aan het begin of aan het einde van een woord of naam stonden, vervangen moesten worden door ch. In 1863 stond er dus op het straatnaambordje Ooster- gragtswal. In het eerste huis woonden de dames Wilkeshuis. Zij hadden een modisterij. Er werkten veel meisjes die allemaal Velhorst heetten. Waarschijnlijk waren ze familie. De bovenverdieping van hetzelfde pand was apart verhuurd. Aan de voorkant, met prachtig uitzicht over de Tuinen resideerde apotheker Nanne Ottema met zijn vrouw Gatske Hoekstra. Die bovenverdieping was blijkbaar zo groot, dat aan de achterkant nog ruimte was voor Johannes Gerkens, zijn vrouw en zes kinderen. Aan het einde van 1863 overleed Trijntje Wilkeshuis. Kennelijk was zij de drijvende kracht van de zaak, want na haar dood werd het naai-atelier gesloten. Wie waren de buren? Op nummer drie woonde toen de heer Veld met zijn huis houdster Joukje Schaap. Op de boven verdieping hield mevrouw Woltje Sichter domicilie. Ook zij had een mooi uitzicht op de Tuinen. Na de verhuizing van Veld, vestigde zich daar Jacob David van Gel der, een joodse koopman. In 1963 woonde schoenmaker Abraham Dykstra en zonen op nummer drie. Een standsbewuste familie De naaste buurman van Veld was Johan nes Hoekstra die op nummer vijf in een

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2003 | | pagina 24