Steekvlammen uit gashouder na bombardement 23 Kees Siccama De oorlogsjaren zijn in mijn herinnering met sterke beelden vertegenwoordigd, veel duidelijker dan die van de jaren erna. Ik ben geboren in december 1940 in Leeuwar den en woonde met mijn ouders aan de Bleeklaan 27. Het was een winkelpand met bovenverdieping als woonhuis. Mijn vader was na de vijf 'Meidagen' teruggekomen van de strijd om de Afsluitdijk, waarbij hij als onderofficier lichtgewond raakte bij het hijsen van de witte vlag op de aarden bunker bij de stelling Pingjum, onderdeel van de stelling Wons. Het winkelpand met binnenplaats en erachter gelegen werkplaats lag aan een brede doorgaande weg met trottoir, een situatie die tot vandaag geen ingrijpende wijziging heeft ondergaan. Ons woonge deelte bevond zich recht tegenover het ter rein van de Leeuwarder gasfabriek en keek uit op drie hoge gashouders op het met een hek afgesloten terrein. Gashouders ten behoeve van de opslag van 'stadsgas', gewonnen door kolenvergassing, boden de merkwaardige aanblik dat ze in de loop van een dag hoogte verloren doordat beide helften in elkaar schoven en aldus de druk leverden voor de kooktoestellen van de huishoudens. Voor een vieijarige kleuter in zijn hoge stoel voor het raam een opval lend schouwspel, hoewel de geleidelijkheid ervan mij wel zal zijn ontgaan. Vluchtende buurtgenoten op de Bleeklaan Februari 1945 leegde een Engelse jager of bommenwerper op de terugweg vanuit Duitsland het restant van zijn boordka- nonnen op de oostelijke zijde van één der gashouders; het salvo doorboorde ook de bovenverdieping van het vlakbij gelegen pand van de bekende firma Nieuwland -haringinleggerij-. De gashouder raakte in brand. De Bleeklaan vulde zich met vluch tende buurtgenoten. Vlammen lekten uit de inslaggaten van de gevulde gashouder en er werd gevreesd voor een ontploffing. Naast de vlucht naar verder gelegen stra ten, verscholen zich velen in de grote stal ling van verhuisbedrijf Postma en zonen in de (ijdele) hoop dat de hoge deuren de druk van een ontploffing zouden kunnen weer- De dienstbrug naar de voormalige gasfabriek aan de Bleeklaan, voor 1940 gefotografeerd vanaf de staan. Mijn vader evacueerde zijn jonge Hoeksterpoortsbrug. Links één van de gashouders op het fabrieksterrein ]uIQV<\vÜL*l>Ê ketel aangebrachte roosters grote plakken asbest* op de openingen plakte waardoor de vlammen doofden. Het liep bijna letter lijk met een sisser af. Nog tot in de jaren vijftig zijn deze 'wondplekken' zichtbaar geweest. De gasfabriek is in de jaren tach tig afgebroken en het stadsgas heeft plaats gemaakt voor aardgas. Het vervuilde ter rein is schoongemaakt en herbouwd. Mijn herinnering is nog levend als de dag van gisteren. gezin niet, omdat een ontploffing naar zijn mening onmogelijk was door de druk van het bovenste ketelgedeelte die de vlammen immers naar buiten joeg. In mijn herinne ring zie ik vanuit mijn kinderstoel de steek vlammen als een soort anachronistisch affakkelen. Van geluiden weet ik niets, het was een stomme film met druk verkeer van Duitse voertuigen en mannetjes op straat. Het 'inferno' eindigde met een man in zil verkleurig pak als een astronaut avant la lettre die schuifelend op de rondom de

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2003 | | pagina 26