Bioscoop Metropole ging in vlammen op
16
Aldert Toornstra Het was half twee in de nacht van 12 november 1913 toen Cornelis Nienhuis,
uitbater van Hotel Metropole en exploitant van de gelijknamige bioscoop, wak
ker werd doordat hij meende iets te horen vallen. Tot zijn schrik ontdekte hij al
snel dat er rook uit de grote bovenzaal kwam. Onmiddellijk wekte hij zijn vrouw
en de drie kinderen die in de nog haastig aangeschoten kledingstukken ijlings de
woning ontvluchtten. De gealarmeerde politie en brandweer waren spoedig ter
plaatse en het vuur, dat achter in de bovenzaal woedde, werd met vier slangen
bestreden.
Toen rond half vier alles was afgelopen
bleek zowel het net nieuw ingerichte
toneel als het projectiedoek volledig ver
nield te zijn. De filmprojector die in een
brandvrije ruimte was ingebouwd, had
alleen waterschade opgelopen. Het hele
gebouw van Hotel Metropole bood met de
vele gebroken ruiten een trieste aanblik.
Nieuwsgierige Leeuwarders, de stad was
de laatste tijd zelden door brand getrof
fen, zagen hoe in de gelagkamer het water
droefgeestig neer sijpelde op de reeds
doordrenkte biljarten.
Hotel Centraal
Oorspronkelijk bevond zich op het adres
Zaailand F80 een gewoon, enigszins
onooglijk woonhuis dat bekend stond als
'De tien kamers' en zowel boven als onder
aan verschillende gezinnen en alleen
staanden werd verhuurd. Toen op 12 mei
1893 de nieuwe eigenaar Jan de Jong
er met echtgenote en drie kinderen zijn
intrek nam, stond er intussen een fraai
en statig herenhuis dat, met zijn in neo-
renaissance stijl opgetrokken gevel, als
hotel was ingericht. Het pand was flink
diep en de benedenlokalen bevatten, vol
gens een advertentie van 3 juni, zowel een
gelagkamer als biljart- en restauratieza
len die door 'wit gasgloei licht' helder wer
den verlicht. Grote spiegels die zich achter
in de gelagkamer met zijn grote leestafel
bevonden vergrootten nog het ruimtelijke
effekt. De overige wanden waren met
kurkschors bedekt. Daar tussen waren
weer allerlei planten en vogels geplaatst,
Zaailand F 80, vanaf 1893 bekend als Hotel
Centraal, later Metropole
zodat het geheel een aangename aanblik
bood. In deze gezellige entourage werd al
vanaf zestig cent een voortreffelijk diner
geserveerd, dat eventueel bij abonne
ment ook aan huis kon worden bezorgd.
Een trap voerde naar de ruime bovenzaal
waar zich een toneel bevond en ongeveer
vierhonderd personen aan de tafeltjes een
plaatsje konden vinden. In een twintigtal
nette logeerkamers op de bovenste verdie
ping konden eventuele gasten aangenaam
overnachten. Dit Hotel Centraal zou naar
omvang en mogelijkheden een geduchte
concurrent kunnen worden van andere
horecagelegenheden in de stad. Aan de
eigenaar de taak om de exploitatie van het
geheel lonend te maken, waarbij natuur
lijk het gebruik van de grote toneelzaal
een belangrijke faktor was.
Grand Spectacle Varié
Al bij de eerste julikermis in 1893 bleek
het specialiteitengezelschap onder direc
tie van Vleugels, dat in de toneelzaal
van het nieuwe Hotel Centraal optrad,
een echte publieksstrekker. Het afwisse
lende en boeiende programma deed niet
onder voor wat in zalen als Amicitia en
Van der Wielen werd getoond. De toeloop
was elke avond groot, maar wie de drukte
van de bovenzaal even wilde ontvluchten
kon zich tijdens de pauzes uitstekend
verpozen in de gezellige gelagkamer.
Daar konden, naast de diverse drank
jes die ook boven werden uitgeserveerd,
de bezoekers bovendien genieten van
een lichte maaltijd of belegde broodjes.
Zo zorgden de aktiviteiten in de toneel
zaal tevens voor een hogere omzet in het
cafe- en restauratiegedeelte.
In de jaren die volgden konden de ker-
misvierders er steeds een 'uitgelezen'
artiestengezelschap aantreffen onder
directie van Vleugels, Soesman, Sino of
Nieuwenhuyzen. Tijdens de kermis van
1905 kwam ook het gezelschap Carels
uit Amsterdam voor de eerste keer naar