25 Kauwgum en Philoplast Naast de winkel van Hoitsma bevindt zich op nummer 35 een woonhuis, waar aan ik geen herinneringen bewaar. Maar deze worden sterker als ik naar de volgende panden kijk. Als eerste is er op nummer 33 de haringinleggerij van de familie Nieuwland. Het ruikt er ziltig naar vis, en boven de brede steeg staan de letters op de muur die ik even later zal kunnen lezen, ook het lange en moeilijke woord 'haringinleggerij'. De woorden vermengen zich in mijn herinnering met de beelden van een levendig en intensief bedrijf door de vele handmatige werkzaamheden. Enkele dagen na de aanval op de gasfabriek (zie Leovardia 11) ga ik aan de hand van de 'oude' mevrouw Nieuw land naar de bovenste verdieping om de gaten te zien die bij de aanval door het dak zijn geschoten. Voor de deur van de kamer word ik bevangen door afkeer voor het gruwelijke dat me daar te wachten staat en verzoek terug te mogen. De angst van een kleuter voor het onbekende. De haringinleggerij is als laatste vertrok ken van dit stukje Bleeklaan en bestaat niet meer als zelfstandig bedrijf. Het pand ernaast, nummer 31 is in gebruik als woning. In de jaren van mijn verhaal woont er de joodse familie Philipp: man, vrouw en oudere zoon Wolfgang. Hoe lang zij er al wonen weet ik niet. Ze wonen er gewoon. Wat mij fascineert is hetgeen de zoon uitspookt in de werkplaats achter in de steeg. Hij maakt kauwgom! Door de chewing-gum van de Canadezen kennen de Liwwadders het fenomeen en Wolf gang denkt een gat in de markt te heb ben gevonden. De ingrediënten die hij gebruikt ken ik niet, maar emaille kan nen pruttelen op een klein komfoortje, net als het brouwsel van Eucalypta. Hij giet het mengsel in ondiepe zwarte ovenschalen, die door vierkante roosters zijn verdeeld. Zo worden kleine gele brok jes stijf. Als ik mij diep concentreer proef ik ze nog. De smaak, die ik nu citroen achtig zou noemen, is snel verdwenen. Dan blijft er een taaie massa over die niet verdwijnt: kauwgom dus. Of de jonge Philipp er rijk mee is geworden geloof ik niet, maar er staat me bij dat hij ook de uitvinder is van de eerste boetseerklei voor kinderen, de Philoplast. Bestaat dat merk nog? Weet iemand hierover meer? Ik ben toegekomen aan het bedrijf tus sen deze woning en onze winkel. Dit is de ijsfabriek annex het verkooppunt van de firma Van den Akker op nummer 29. Ijsjes worden verkocht aan de lange toon bank en op de stoep staan de 'karkes' voor het süttelen. Van den Akker' bestaat ook niet meer. Maar in de jaren vlak na de oorlog is hij de grootste ijsbereider van Leeuwarden. Zijn automatische chocodip- machine is een noviteit. De van stokjes voorziene ijsklompjes verdwijnen in de warme chocolade en komen er bruin weer uit. Voor mij toverkunst. De zaak wordt in feite gedreven door een zoon. Van den Akker senior, die als bijnamen 'de acrobaat' en 'de kleine Sinterklaas' voert, exploiteert een café met botenver huur aan de Grote Wielen, Wielzicht. Over bijnamen gesproken; ook mevrouw Nieuwland is in mijn familie bekend onder een andere naam dan haar eigen. Ze is 'ut swatte gefaar'. Ik denk omdat ze donker van uiterlijk is en als zakenvrouw goed voor haar mening durft uit te komen. IJs, zoutzakken, bier en vuur Naast de ijsfabriek ligt onze winkel met bovenwoning. Mijn moeder drijft beneden een filiaal van verzendhuis Mercurius, een al voor de oorlog door haar vader opgericht postorderbedrijf, met de hoofdvestiging aan de Wester plantage. Mede door de gevolgen van de oorlog is deze onderneming fail liet gegaan, waar ook mijn ouders de dupe van worden. Omdat Bleeklaan 27 een huurpand is, moeten we in 1947 verhuizen. Op Nummer 25 is het verhuis bedrijf van de firma Postma en Zonen gevestigd, met vrachtauto's, paardentrac- tie en bakfietsen! De verhuizer moet ook het wegenzout over Friesland verdelen, en zo trapt de jongste zoon Anne vele malen de met zware zoutzakken gevul de bakfiets naar de karrieders op het Oldehoofsterkerkhof. En wat de paarden- tractie betreft: ik zit naast Jan Postma -dat is wel de oude, dus voor mij bijna een opa- op de bok van een gesloten wagen. We rijden over de Hoeksterpoortsbrug. De bok is overhuifd. Voor ons een 'raam' en twee gaten in het hout voor de leidsels.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2004 | | pagina 28