La» it 6 Armoedige omstandigheden in de Kapelsteeg waar Van Hattems dochter woonde ?net haar 5 kinde- raad, zindelijkheid en persoonlijkheid' en 'advies', maar er was ook de vraag naar misbruik van sterke drank. Van dat laatste was in alle gevallen geen sprake, zij het dat opa soms wel zijn twijfel had: diij zegt van niet', 'dat wordt een onder zoek'. De indruk die de mensen op hem maakten, was over het algemeen goed, wat blijkt uit formuleringen als: 'alles naar behoren', 'laat niets te wensen over', Volmaakt zindelijk en schoon en heel beleefd', maar er waren ook uitzonderingen. Bij Hendrik Duizend stra constateert hij: 'woning, huisraad en zindelijkhijd alderverschrikkelijks, daar ond breekt meest meer dan alles' en bij Wietse Zwerver 'is alles onaangenaam'. Het is altijt de zelfde klacht De belangrijkste oorzaak van de armoede was de werkloosheid. Meestal waren de mannen, als opa kwam, al weken zonder werk en dus zonder inkomen. Zijn emo tionele betrokkenheid blijkt bijvoorbeeld uit het rapport over het gezin van Pieter Idema, een arbeider, die al acht weken zonder werk en inkomen was en derhalve al veel had beleend bij de lommerd: Het is treurig, waar men ook komt. Het is altijt de zelfde klacht: geen werk. Deze man is mij bekend als een oppassend en werk zaam man. Maar als er dan geen werk te krijgen is en dan een groot gezin, dan is alles armoede. Hier vind men onge veer niets meer. Ik heb tien briefjes uit de bank van leening na gezien en als het zoo blijft krijgen ze er niets van weer terug. Het is nergens anders om gedaan dan om een wijnigje eeten te koopen. En daar om zou ik wel graag willen dat zij onder de bedeelden werden opgenomen. Overigens bleek bij een volgend bezoek in 1896 dat de man ineens brutaal was en aan de drank. Een ondersteuning werd ook toen echter wel gegeven: wand anders krijgen wij de grootste ongenoeg wat nog al is eer der gebeurd is. Cornells van der Meulen was koopman, maar had de laatste drie weken niets meer verdiend, terwijl hij normaliter drie gulden per week inbracht. Hij vroeg vijf gulden om weer te beginnen. Het advies luidde: bij het binne treden in dit besproken huis gezin, zou men opper vlakkig zeggen dat scheelt zo veel niet. Maar bij nader onder zoek bleek dat er hoegenaamt geen ander eeten in huis was als een klijn stukje rog- gebroot (destijds het hoofdvoedsel voor de armen, P.B.) en de vrouw verklaarde mij ook niets te hebben voor de volgende dag. Hoewel opa zoals we zagen van nabij wel zicht had op armoedige omstandigheden, wordt ook hij soms triest verrast: aller treurigst is deze bevinding. Het beddegoed waar de kinderen op slapen bestaat in niets anders als vodden en lompen, oude stukken van baalzakken, enz. van man en vrouw in een hoek van de kamer dito gelijk. In één woord ik hat nooit kunne denken dat zoo iets bestond, het heeft de naam van 't kloos ter (zo werd Kloosterburen genoemd, PB) maar ik doe nu de ondervinding op dat wie volstrekt geen int komst meer weet, komt int klooster terecht. De helft van zijn ondersteunden was werkzaam als panbakker op 'de fabriek van Fontein van Franeker aan het Oldegalileën', een fabriek waarvan de neerslaande rook en het gruis het regen water van de woningen vervuilden. Een goed bed in de lommerd Niet alleen werkloosheid, maar ook de medische situatie kon soms doorslagge vend zijn voor bedeling. Jentsje Bierma had duidelijk, ook door zijn gedrag, de sym pathie van opa gewonnen: ondergetekende zou wel wenschen dat er hulp verleend werd om dat ze al zoo lang zonder werk geweest zijn en de man geheel drank vrij is en best oppast. Ze worden in de winter in de beken de winkels niet afgewezen omdat ze in de zoomer zorgen dat alles weer in orde komt. Maar zoo blijven ze altijt meer dan arm en daarbij komt nog dat de man een ongeluk kig krom been heeft die niet voor alle wer ken in staat is. Een ander voorbeeld is dat van Douwe Kingma, waar een vierde kind op komst was: de man verklaard mij in voornoemde weken niets verdiend te heb ben als deze week twee dagen steengebikt te hebben waar hij 75 cent verdiend hat. De bevalling eersdaags van de vrouw zagen ze met bezorgdhijd te gemoet. Ook hier was dunk mij en voor al in die dagen wel enige hulp nodig. Schrijnend is het verhaal over de jonge weduwe Berkenbos dat opa optekende: dit schrijven is op verzoek van dokter Woltring. De tiende november is aan de tering overleden Reinze Berkenbos.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2004 | | pagina 9