11 Marten Bouma met zijn vrouw Geertruida tijdens de voorspoedige jaren voor de Tweede Wereld oorlog Collectie K. Siccama In de familie zijn deze sigaren bekend als de 'karrieders'. Het ging Marten Bouma boven ver wachting voor de wind. De depressiejaren hadden hem niet of nauwelijks beïnvloed. Van ketellapper, via vertegenwoordiger in autobanden naar een eigen bedrijf. Hij was vijftig jaar oud, zijn gezin was com pleet met zes kinderen. Van karakter was hij opvliegend en zijn woord was wet thuis. Zijn kinderen schakelde hij zoveel moge lijk in. Zijn oudste dochter (mijn moeder, toen nog ongehuwd) was verantwoorde lijk voor de administratie op het kantoor. Bij de benzinepompen voor de Wester plantage én voor zijn woonadres konden klanten zonodig het gehele etmaal gehol pen worden. Twee telefoonlijnen voor het opnemen van bestellingen werden na kan toortijd vanuit het huisadres beantwoord. De toekomst leek aan de entrepreneur(s). Weinigen hadden echter rekening gehou den met de brandende ambitie van een andere 'ondernemer', een Oostenrijker die de jaren dertig had gebruikt om sluipenderwijs zijn machts basis te verbreden en zeker te stellen. Deze opereerde op het politieke vlak en de gevolgen van zijn verrassende verove ringsoorlogen zouden de twintigste eeuw vernietigend ontregelen op een wijze die niemand voor mogelijk hield. Gedreven zakenman Zo werd het 1 mei 1940. 'It was the worst of times, it was the best of times'. De opeenvolging van gebeurtenissen van de bezetting van Nederland na de vijfdaagse oorlog en de aanleg van het Leeuwarder vliegveld leverde Marten Bouma in eerste instantie voorspoed op en geld, veel geld. Over de uitbreiding van het 'Fussball-feld- chen' tot een belangrijke militaire basis voor de Luftwaffe is veel geschreven. Ik verwijs slechts naar twee publikaties: Ype Schaafs Laarzen op de Lange pijp en het eerste deel van Ab Jansens Wespennest Leeuwarden. Dit 'wespennest' is in het eerste oorlogsjaar gereedgekomen. Op welke wijze past mijn grootvader in deze verhalen van het vliegveld? In de weergave van de grootschalige krachtsin spanning, waarbij meer dan 7500, meest werkloze arbeiders betrokken waren evenals honderden vrachtauto's en ook bussen die de mannen heen en weer pendelden? Voor de beantwoording van deze vraag heb ik het stratenplan nodig van Leeuwarden uit die jaren. De grote ader naar het vliegveld was de Troelstra- weg. Hier sloot de oost-west verbinding op aan en een deel van noord-zuid. Uit het oosten van de provincie kwamen de meeste arbeiders; uit het arme Friesland. Het eerste stuk van de Leeuwerikstraat vormde een belangrijk onderdeel van die route en juist hier, voor zijn huisadres op nummer 14, stonden de benzinepompen, die ook 's nachts werden bediend door zijn oudste kinderen. In dat eerste jaar van de bezetting ledigde zich voor Marten Bou ma een hoorn des overvloeds. Dat gold eveneens voor alle bedrijven en onderne mingen die bij deze krachtsinspanning van 'organisation Todt' waren betrokken. Hoe zat het met de morele en juridische rechtvaardiging bij al dit (vrijwillig) wer ken voor de vijand? Men leze er De Jongs Het Koninkrijk op na, deel 4, eerste helft. Spitsvondigheden genoeg. 'It koe net, mar it soe heve'. Met behulp van de secreta rissen-generaal op de ministeries en door het behendig interpreteren van het Land oorlogreglement en de aanwijzingen van generaal Winkelman werd het deelnemen aan de aanleg van het vliegveld met de mantel der liefde bedekt. Ook bij Marten, gedreven zakenman, hebben morele over wegingen klaarblijkelijk niet in de weg gestaan van snel reageren, de koe bij de horens vatten, het ijzer smeden als het heet is, wat niet weet(?) wat niet deert. Voor hem en al die duizenden kon de wer kelijkheid door vele metaforen worden verhuld. Geld, veel geld Teneinde zijn pompen (Leeuwerikstraat, Westerplantage en het Tolhuis) van vol doende brandstof te voorzien schafte hij twee tankauto's aan die de per spoor aan gevoerde Fanto-benzine uit Oostenrijk naar deze punten vervoerden. Zijn oud ste zoon Jaap, net zeventien jaar, reed de Ford. Drie Duitse militairen uit de Van

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2005 | | pagina 13