Kind in de Tweede Wereldoorlog 1 Henk Antonisse In 1939 verhuisden we naar het Pieterseliewaltje 26a, een twee-onder-een-kap- woning. Mijn oom Christiaan Giliams en mijn tante Yna Giliams-van der Heide woon den op 22. Wij werden lid van de speeltuinvereniging Jong Leven aan het eind van de Goudenregenstraat ter hoogte van de Pioenstraat, toen min of meer aan de rand van de stad. Waren we niet op de speeltuin, dan speelden we wel op straat met zijn steegjes en hoeken. We speelden verstoppertje, kolkje verwisselen, schipper mag ik overvaren, bokje springen, hoeveel horens heb ik op mijn kop, hinkelen, knikkeren, touwtje springen, voetballen en nog meer van die onschuldige spelletjes. Op een avond na sluitingstijd van de speeltuin, zag ik voor het toegangshek Nederlandse militairen oefenen met het opstellen van zoeklichten. Het was 23 oktober 1939 toen mijn moeder de eerste distributiestamkaarten haalde. Deze kaarten waren tevens de bewijsstukken dat we in het bevolkingsregister waren opgenomen. Vanaf dit moment moesten we, wanneer het nodig was, distributiebonkaarten halen. Een Duitse tank in de Prinsentuin 1943 10 mei 1940 brak de oorlog uit. 's Mor gens, waren wij, mijn moeder en ik, met mijn broer naar de schoolarts. Deze hield spreekuur in een vertrek tussen de ULO aan de Wissesdwinger en de Perkschool. Toen we daar vandaan kwamen, zagen we ter hoogte van de kruising Hoekstersingel/ Bleeklaan de Duitsers Leeuwarden bin nen trekken; sommige hadden fietsen bij zich, die waarschijnlijk van Nederlandse militairen afkomstig waren. Toen wij 's middags naar grootmoeder Aafke Giliams- Hoekstra in de Johannes Semsstraat gin gen, zagen we dat een Leeuwarder agent van politie door Duitse militairen werd gedwongen de kazerne binnen te gaan. Dit gebeurde via het raam links naast de poort. Mijn moeder veronderstelde dat de Duitsers waarschijnlijk bang waren dat er springstof in de kazerne was aange bracht. Scholen werden door de Duitsers gean nexeerd als onderkomens voor de militai ren. Met als gevolg dat de ene school bij de andere werd ingekwartierd. Lesroos ters werden zo opgesteld, dat bijvoorbeeld school A 's morgens en school B 's middags de lessen moest volgen. Bij de schoolge bouwen, werden houten stellages opge steld waar jutezakken gevuld met zand in werden opgestapeld. Dit als bescherming tegen luchtaanvallen. Ook bij de bewaar school in de Eestraat waar ik op was. Hier deden we voor het eerst oefeningen om ons tegen luchtaanvallen of bombardementen te beschermen. Een jaar later werd ik leer plichtig. Officieel stond ik ingeschreven bij de Arendstuinschool. Ook deze school was door de Duitsers ingenomen. Daarom begon mijn eerste schooljaar in school 8 ook in de Eestraat. De eerste drie jaren stond juf Van der Meulen voor de klas. Het tweede en derde leerjaar werden wij ingekwartierd in de Menno van Coehoorn- school aan de Bote van Bolswertstraat. Ondanks de oorlog, gingen we met de school naar de Harmonie. Hier werd elk jaar een sprookje opgevoerd door het onderwijzend personeel van de openbare scholen. Dit gebeurde ter gelegenheid van Sinterklaasfeest. Vanwege zijn drukte woonden Sinterklaas en zijn zwarte pieten altijd slechts één bedrijf van de voorstel ling bij. Tijdens de pauzes van de kinder voorstellingen werden er versnaperingen uitgedeeld en zongen we de op school ingestudeerde liedjes begeleid door een pianist(e). Voor de vierde klas moest ik LA» it

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2005 | | pagina 3