24 soldaat wonende in de nauwe steeg op de Dijck. Bij die vrouw heeft hij zes of zeven weken gelogeerd, gegeten en gedronken toen ze in de Heer Ivostraat woonde op een bovenkamertje waar maar één bed stee is. Aan Hendrick wordt gevraagd of zij die bewuste bedstee niet samen hebben gebruikt en bij elkaar geslapen hebben. Hij geeft ten antwoord dat hij met kus sens een legerplaats op de vloer maakte waarop hij zijn nachtrust nam en zo hij al met haar op één bed geslapen had, kon niemand zeggen dat hij haar vleselijk bekend had. Blijkbaar wist Hendrick te ontkomen aan de beschuldiging van overspel of biga mie maar Bauckien Tiaerdts zou hem toch dwarszitten. Op 10 februari 1703 gaat hij in ondertrouw met Alegonda Dircks van der Hel, blijkbaar is Antie Wybrens dan over leden. Maar op 15 februari 1703 verklaart Bauckien Tidaerdts, weduwe van Coert Hinnes dat Hendrick haar een trouwbe lofte heeft gedaan en met haar geslapen heeft en dat ze het huwelijk wenste tegen te houden. Doch op 23 februari 1703 ver klaart ze dat ze mocht lijden dat 'deselve zijn voortgang naeme' en inderdaad wordt het huwelijk van Hendrick Zichelhoorn en Alegonda op 1 maart bevestigd. Nachtnering Het is duidelijk dat Geertruyt, dochter van Hendrick Zichelhoorn en Auckien Radijs bij al deze verwikkelingen het kind van de rekening is geworden. Op 18-jarige leef tijd gaat ze in huis bij Lysbeth Pepping, geboortig van Groningen; zij had zich in 1704 in de Kleine Kerkstraat gevestigd. Daar maakte ze het zo bont dat de buren hun beklag deden bij de presiderende bur gemeester. Op 1 september 1704 hebben de getuigenverhoren plaats. Gaucke Willems meester schoenma ker meldt dat Lysbeth naast zijn deur is komen wonen en dat haar zuster enige tijd later bij haar is ingetrokken. Ze ont vingen allerhande lichtvaardige mans- en vrouwspersonen bij nacht, die met zingen, springen, dansen en het zingen van aller lei hoerenliedjes zodanig rumoer veroor zaakten dat hij en andere geburen in hun nachtrust gestoord werden. Nu ruim twee maanden geleden is het gebeurd dat een manspersoon een onbekend vrouwmens tegen de muur waaraan hij, getuige, met het hoofd lag in ontucht behandelde en dat dit vrouwmens zei: 'de duivel, wat doetstu mij seer, het kan der soo doch niet in komen'. Hij heeft de turfmeter Hen drick Jansen Zichelhoorn meermalen een straatgerucht zien maken, omdat ze zijn dochter, die nu naar Holland is vertrok ken in huis hadden en hem horen uitroe pen dat ze zijn dochter aanhielden om er hoerhuis mee te spelen. Wopcke Clasen lakenkoper op de hoek van de Kleine Kerkstraat meldde dat de zusters Pepping allerhande mans- en vrouwspersonen bij avond en in de nacht bijzonder op zater dag en zondag aanhielden en het rumoer van dansen en zingen van allerhande lichtvaardige liedjes was zo groot dat het voor hem en andere geburen ondragelijk was om het nog langer aan te horen. Coert Savoy meester slotmaker beklaagde zich dat Lysbeth, die recht onder zijn deur was komen wonen van het begin af aan allerhande mans- en vrouws personen ontving onder het mom van een soopje jenever te drinken. Lysbeth had bij hem een hamer te leen gehaald om enig huisraad op te spijkeren en hij had haar gevraagd welke nering of koopmanschap zij zou drijven, waarop zij antwoordde dat zij 'nachtnering' zou houden en dat die profijtelijker was dan 'dagnering' en dat zij wel mensen binnen Groningen kende die daar enige duizenden bij 'geconques- teerd' hadden. Hij had gezien en gehoord dat Hendrick Jansen Zichelhoorn voor de woning van Lysbeth een straatgerucht maakte, omdat ze naar zijn zeggen met zijn dochter hoerhuis hield. Elias Simons glazenmaker getuigde dat Lysbeth en Catharina in zijn benedenhuis bij avond en nacht allerhande manspersonen toe gang hebben gegeven. Het had de naam dat er een 'soopje jenever' gedronken en een 'piep tabacq' gerookt zou worden, maar de hele nacht door werd er gezongen en gesprongen. Rachel Davids, de huisvrouw van Elias Simons sprak van rumoer van dansen, springen en ontuchtige liederen. Dan wordt Lysbeth Pepping gehoord. Ze ontkent dat ze ooit enig ontuchtig huis gehouden heeft of vrouwspersonen bij haar geadmitteerd te hebben. De dochter van Hendrick Zichelhoorn heeft negen a tien weken bij haar in de kost gewoond en haar vader heeft daarover straatgerucht gemaakt roepende over straat dat zij zijn dochter tot hoerhuis aanhield. Lysbeth getuigt dat ze niet weet dat genoemde dochter zich van iemand in ontucht heeft laten gebruiken. Vervolgens wordt Catha rina Pepping aan de tand gevoeld. Ze heeft geen ontucht gepleegd hoewel ze daartoe meermalen met aanbieding van geld is verzocht geworden. De dochter van Hendrick Jansen Zichelhoorn heeft enige weken ten huize van haar zuster gewoond en tevoren is zij van een berucht leven en wandel geweest, maar ze weet niet dat ze enige onkuisheid ten huize van haar zus ter gepleegd heeft. Beswangert Margarita Geertruyt Sicculorum gaat op 10 januari 1705 in ondertrouw met Fre- drik Teuber, soldaat in de compagnie van kolonel Rochebruijn en het huwelijk wordt op de avond van 25 januari beves tigd maar het heeft niet lang standgehou den. Als Geertruyt zich op 2 februari 1707 moet verantwoorden voor de geboorte van haar zoon in ontucht verwekt, verklaart ze dat ze getrouwd is met een Zwitser, Het proces-verbaal en de bekentenis van Geertruijdt Zichelhoorn, opgemaakt en afgelegd voor de Leeuwarder Magistraat op 2 februari 1707, waarbij zij verklaar de dat haar man zou zijn gedeserteerd uit Franse militaire dienst, daarna gevangen zou zijn genomen en opgehangen

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2005 | | pagina 26