Mariahof in oorlogstijd
1
Johannes Faber Mariahof, ingeklemd tussen de Dokkumer Ee en het Oldegalileën werd genoemd
naar de vrouw van notaris Ottema, die het terrein in 1914 aan de gemeente
Leeuwarden schonk. Naast het zogenaamde hoofdgebouw bestond het hof
je uit huizen met een ook voor die tijd minimaal comfort. Er was geen keuken.
Hiervoor moest het verlengde van de smalle gang worden gebruikt, waar ook
het enige watertappunt van het huis zat, overigens zonder afvoer en dus met een
emmer eronder. Een WC was er niet, een 'huuske' met privaatton achter op het
plaatske. En, helemaal in stijl, gesneden krantenpapier met een touwtje aan een
spijker, als alternatief voor het toen nog onbekende Popla. Maar desalniettemin
had het hofje een vredige uitstraling.
Het Mariahof rond 1950
Wij kwamen er te wonen toen de oorlog
maar net ons land had bereikt. Het was
prachtig weer op de tiende mei van 1940,
strak blauwe lucht, volop zon. Maar met
een minder zonnige toekomst nog voor
ons, toen ik, 12 jaar oud met mijn moe
der naar het Gemeentelijk Woningbureau
ging om de woonvergunning en sleutel
op te halen voor de woning Mariahof 16.
Lettend op onze financiële omstandig
heden -vader overleden en moeder geen
eigen inkomsten- had mijnheer Algra
van het Woningbureau ons deze goedkope
woning toegewezen, waarvan de huur
3,25 per week bedroeg. Het was een
verhuizing trouwens van maar twee
straten verderop. We moesten van de
Willem Sprengerstraat, door de Pieter-
seliestraat of de Leliestraat naar het
Mariahof en het werd een handmatige
verhuizing. Verhuiswagens waren in ver
band met de oorlog en de vordering van
de wagens voor de landsverdediging niet
te krijgen. En dus gingen de meeste