Miedema's kleine oorlog 21 Gerk Koopmans In de stroom van aanwinsten die archieven en musea jaarlijks aangeboden krij gen, zit geregeld een pareltje en, heel af en toe, een juweeltje. Het oorlogsdagboek van Goffe Miedema dat het Historisch Centrum Leeuwarden, evenals zijn bedrijfsarchief, in bewaring kreeg is een voorbeeld van een aanwinst die er uit springt. Zo'n stuk schreeuwt om in de etalage gelegd te worden, met als het even kan een flinke spot erop. Het Verzetsmuseum Friesland kreeg een paar jaar geleden ook zo'n bijzondere aanwinst: tien dikke cahiers die door de tiener To Hofstra, die tijdens de oorlog in Sneek woonde, waren volgeschreven en vooral volgeplakt met allerhande knipsels en documenten. Deze twee unieke dagboeken, die beide over de Tweede Wereldoorlog gaan, heb ben sinds enige tijd de plek die ze toe komt: ze liggen integraal in de etalage die internet heet en zijn daar voor iedereen waar ook ter wereld in te zien, compleet, 24 uur per dag, zeven dagen per week. Beide dagboeken zijn volledig en beslaan de hele oorlogsperiode en ze zijn beide met grote regelmaat bijgehouden en staan beide bol van de kleine, curieuze gegevens die nooit in de grote geschiedwerken wor den vermeld. Tot zover de overeenkomsten, verder zijn er vooral grote verschillen tussen deze twee oorlogsdagboeken, zowel wat betreft de schrijvers en de oorspronkelijke vorm en inhoud als de digitale overzetting. Het bijhouden van een dagboek Op 28 maart 1944 riep de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van de Nederlandse regering in Londen, G. Bolkestein de Nederlandse bevolking via Radio Oranje op om het dagelijks leven tijdens de Tweede Wereldoorlog vast te leggen, omdat geschiedenis niet alleen geschreven kan worden op grond van officiële bescheiden en archief stukken. Wil het nageslacht ten volle besef fen wat wij als volk in deze jaren hebben doorstaan en zijn te boven gekomen, dan hebben wij juist de eenvoudige stukken nodig - een dagboek Op woensdag 29 maart 1944, een dag na deze uitzending, schreef Anne Frank in haar dagboek: 'Lieve Kitty, gisterenavond sprak minister Bolkesteyn aan de Oranjezender erover dat er na de oorlog een inzameling van dagboeken en brieven van deze oorlog zou worden gehouden. Natuurlijk stormden ze allemaal direct op mijn dagboek af. het moet ongeveer 10 jaar na de oorlog al grappig aandoen als men vertelt hoe wij als Joden hier geleefd, gegeten en gespro ken hebben.' Anne Frank hield toen al bijna twee jaar een dagboek bij dat als Het Achterhuis wereldwijd verreweg het beroemdste dagboek van de Tweede Wereldoorlog is geworden. Ze was bepaald niet de enige die zonder de oproep van minister Bol kestein al bezig was met het bijhouden van een dagboek, velen waren daar zelfs al vanaf de eerste dag van de oorlog aan begonnen. Het consequent bijhouden van een dag boek vereist een behoorlijke discipline. Meestal wordt met veel enthousiasme begonnen, maar na zekere tijd zakt dat in, het bijzondere wordt weer gewoon en niet elke dag levert iets vermeldenswaardigs op. Voor je het in de gaten hebt, is er eerst een dag, dan een week en vervolgens een maand overgeslagen en dat betekende meestal het einde van het dagboek schrij ven. Ook Goffe Miedema loopt hier tegenaan: '12 juni 1942 - Ja, wat moet ik schrijven Goffe Miedema (1911-2000), gefotografeerd rond 1937 Collectie familie Miedema LA, it

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2006 | | pagina 23