Eerste referendum in Leeuwarden
was voorbode van staatsgreep
15
Jan Folkerts De beslissing van de strijd tussen voor- en tegenstanders van het project Nieuw
Zaailand is gevallen in een referendum, dat de bevolking een kans gaf om directe
invloed op de besluitvorming uit te oefenen. Referenda zijn ruim twee eeuwen lang
een onbekend fenomeen geweest; het paste niet bij onze vorm van vertegenwoor
digende democratie. Maar gedurende een korte tijd, na de Bataafse revolutie van
1795, was het anders. Zo'n referendum als toen werd gehouden op 13 november,
krijgen we nooit meer. Een enorme opkomst en een uitslag die de opmaat vormde
voor een staatsgreep in de stad, korte tijd later gevolgd door nog meer coups.
Voorgeschiedenis
Er is misschien wel geen periode in de
geschiedenis van Leeuwarden geweest
waarin de politiek zo het leven beheerste
als in de jaren 1795 en 1796.
Toen in de winter van 1795 de legers
van het revolutionaire Frankrijk opruk
ten naar het noorden en de Rijn oversta
ken, kraakte de oude Republiek der Ver
enigde Nederlanden al geruime tijd in
haar voegen. De patriotten hadden veran
dering van het politieke bestel geëist,
maar waren uiteindelijk door buitenlands
ingrijpen verdreven. De belangrijkste lei
ders waren in 1787 naar Frankrijk
gevlucht. In 1795 draaiden de rollen om.
Nog voor de komst van de Franse legers
in februari werden de vertegenwoordigers
van het oude regime, de gehate regenten
in het gewestelijk bestuur en in Leeuwar
den, al naar huis gestuurd. Er ontspon
zich nu een felle strijd tussen verschillen
de politieke groeperingen. Voor het eerst
was de praktische politiek geen zaak meer
van een kleine elite, maar bemoeiden ook
mensen van geringere afkomst en minder
opleiding zich met het bestuur.
In de ogen van de zogenaamde unitaris-
ten moest de oude statenbond van de
Republiek zo gauw mogelijk plaats maken
voor een eenheidsstaat. De federalisten
wilden niet tornen aan de gewestelijke
soevereiniteit. In Friesland werd deze
strijd op het scherpst van de snede
gevoerd. Het nieuwe gewestelijke bestuur
bestond in meerderheid uit federalisten,
die de nationale eenwording afwezen.
In Leeuwarden hadden radicale unitariërs
de overhand. Voor hen was de eenheids
staat ook een middel om van de overheer
sing van het Friese platteland over de ste
den af te komen. Anders dan in veel
andere gewesten hadden de Friese steden
immers eeuwenlang een ondergeschikte
positie ingenomen in het gewestelijk
bestuur.
De radicale revolutionairen verzamel
den zich in de steden in volkssociëteiten.
Die in Leeuwarden was gevestigd tegen
over de Waag aan de Nieuwestad, van
waaruit fel geageerd werd tegen iedereen
die water in de revolutionaire wijn tracht
te te doen. De sociëteit Tot Handhaving
der Rechten van de Mensch was opgericht
door de doopsgezinde leraar Abraham
Staal en de uitgever Matthijs Koon, waar
van vooral de eerste zich als een belang
rijke radicale leider ontpopte.
Het politieke extremisme aan de Nieu
westad was een doorn in het oog van het
provinciaal bestuur dat hoofdzakelijk uit
gematigden bestond. Na de verkiezingen
van 10 april 1795 kwamen er door de poli
tieke agitatie van de volkssociëteit en
door de uitsluiting van een flink aantal
politieke tegenstanders vrijwel uitslui
tend unitaristen in het Leeuwarder
gemeentebestuur, de municipaliteit.
Alles wat in de municipaliteit werd
besproken kwam eerst aan de orde in de
sociëteit aan de Nieuwestad, die daarmee
feitelijk de politieke leiding had. Het radica
le klimaat dat zo in Leeuwarden de over
hand had gekregen leidde tot uitwassen.
Op vrijdag 13 november 1795, 's morgens
vroeg om 9 uur, kwam in elk district de
grondvergadering bijeen. Op de vergade
ring in de herberg Benthem werden zes
jonge schutters geweigerd omdat zij nog
geen twintig jaar waren. Herberg Bent
hem was sedert het eind van de 16de
eeuw gevestigd aan de Voorstreek 36. Hier
rond 1943 vereeuwigd door de Pers en
Propagandadienst. Na de Tweede Wereld
oorlog deed het pand lange tijd dienst als
Christelijk Militair Tehuis
Leova.'c^tA.lt