20
begin van de vliegbasis. Daar gebeurde
het dat de Officier van Piket de moed had
om de maaltijd af te keuren. Daartoe had
hij de bevoegdheid, maar je moest wel
sterk in je schoenen staan. Hij had gelijk:
de aardappelen waren zo ongeveer kobalt
blauw, ze smaakten onbeschrijfelijk vies
en er steeg een graflucht uit op. De OVP
vroeg ons alsjeblieft te blijven zitten tot
wij een ander menu voorgeschoteld zou
den krijgen. Dat duurde en duurde, maar
het kwam! Later, in Zeist, kwam ik deze
moedige sergeant-majoor weer tegen. Hij
had vreselijk veel gezeur over zich heen
gekregen wegens zijn beslissing, onder
andere van een commissie die de piepers
in een klein pannetje op het gas had
gekookt en een redelijk resultaat kreeg.
Zijn betoog daartegen was, dat de aardap
pels in werkelijkheid in massa onder druk
waren gestoomd in grote ketels. Hij kreeg
met zijn betoog het gelijk aan zijn kant.
t j
r. -i -.1.1 - FIV» i n 1- -
De officiersmess op de vliegbasis op een
verbouwingstekening uit 1953
Vuil, vies klotegebouw
Tijdens mijn plaatsing bij het 325
Squadron draaide ik op de basis wacht
diensten. Het wachtgebouw op de basis
was indertijd iets aparts. Een verveloze
houten barak met gebarsten ramen, uit
het lood hangende deuren, kapotte houten
vloeren, gebarsten bruine wasbakken, vie
ze wc's, kortom een barak van ongekende
goorheid.
Een sergeantvlieger ging daartegen in
verweer. Het bracht veel, heel veel ellende
voor hem mee. Op een zaterdagmiddag
stonden de oude en de nieuwe wacht aan
getreden voor de aflossing. Helaas bleek
de nieuwe wachtcommandant afwezig. Na
een poos wachten in besluiteloosheid,
informeerde de Officier van Piket de Offi
cier van Basisweekdienst, die maar eens
kwam kijken. Net was besloten dat ik als
'oude' wachtcommandant moest blijven
zitten, toen wij een stipje zagen naderen
aan het begin van de Keegsdijk, de toe
gangsweg tot de basis. Het bleek de nieu
we wachtcommandant te zijn, een serge
antvlieger die op zijn fiets naderbij kwam.
Maar wat zag de man er uit! Dat zagen
zelfs mijn, in die tijd nog weinig kritische
ogen. Alsof hij door een oude, veel olie lek
kende tractor was overreden: gaten in zijn
uniform, vet, vuil en veel plooien, maar
allemaal op plaatsen waar ze niet behoor
den te zitten. De Officier van Basisweek
dienst nam hem apart buiten gehoorsaf-
stand. Toch hoorden wij hard en duidelijk
het antwoord van onze wachtcomman
dant: 'zolang dit vuile, vieze, gore klotege
bouw hier staat kom ik hier in een idem
dito pak!' In deze redenering kon ik mij
wel vinden. De OBW wellicht ook wel,
maar liet dat niet blijken en voelde zich
verplicht om rapport op te maken.
Daarna kon de vertraagde wachtparade
alsnog aanvangen.
Heel bijzonder was dat je vanaf een
bepaalde post de bron van het vuurtoren
licht van de vuurtoren van Ameland kon
zien en als je dat punt bij de dageraad
goed in de gaten hield, zag je de vuurtoren
als een heel kort dun potloodstreepje aan
de horizon. Dat is toch altijd nog op onge
veer 25 kilometer afstand! Een geliefde
post was de wacht bij de peiler bij Mars-
sum met een apart wachtlokaal. Daar wil
de iedereen wel heen, ik ook, maar door
vriendjespolitiek hoorde ik nooit tot de
gelukkigen. Het viel wel op dat de wacht-
hebbenden nogal eens in slaap vielen met
alle vervelende consequenties als krijgs
raad en/of streng arrest. Een onraad
bespeurende militaire arts heeft na mijn
vertrek naar Zeist een onderzoek inge
steld. En wat bleek? Er kwam koolmo
noxide uit de lekkende kolenkachel. De
vermeende slaap bleek bewusteloosheid
door vergiftiging. Zouden daarna alle
straffen ongedaan zijn gemaakt?
Vliegtuigen gereed voor het opstijgen in 1950 Collectie J.P. de Haas
Le0Va.V3tA.1t