21 Een week na de vertraagde wachtparade was ik tot mijn spijt weer terug geplaatst bij de betaalmeester en draaide ik dus een wachtdienst bij de kazerne, 's Avonds meld de zich daar de mij bekende sergeant vlieger bij de wachtcommandant. Hij ver telde dat hij tijdens de arreststraf, waarbij hij op zijn kamer moest blijven, het arrest had 'verbroken' en ongelukkigerwijze de hem bekende voormalige Officier van Basisweekdienst in de stad was tegenge komen. De Marechaussee kwam de serge ant halen en stopte hem in een cel van de marechausseekazerne om 'voorlopig arrest te ondergaan als streng arrest', zoals dat toen heette. Behalve de niet zo geweldige sfeer bij de betaalmeester en omdat ik het werk ook maar matig vond, waren het aantal wachtdiensten écht te veel van het goede. Veel collega-soldaten hadden wegens 'onmisbaarheid' vrijstelling van wacht diensten, waardoor slachtoffers als ik vaak door de week twee- soms driemaal een vierentwintiguurswacht opknapten, nogal eens gevolgd door een weekend wacht. Hoezó, werk- en rusttijdenregelin gen? En het was een zware dienst: één uur eerbewijzen hengelen met het P-14 geweer voor de passerende officieren en onderofficieren bij de ingang van het kazerneterrein, gevolgd door één uur ket ting spannen of wegnemen bij de poort van de kazerne voor de passerende voer tuigen en één uur rust waarbij dan wel de verzorging en het luchten van de gestraf ten nog moest gebeuren, en dan ging dezelfde cyclus weer van start, 's Nachts was het rustiger, maar 's morgens moes ten voor dag en dauw koks, messbedien des, chauffeurs, sergeanten van de week, enzovoort gewekt worden. Weg uit mijn geboortestad Wat was ik blij toen iemand op de gang riep: 'wie wil er naar Zeist?' Ik liep zonder aarzelen naar de deur en riep: 'ik!' Onge loof op kantoor, bij het personeel en de squadroncommandant. Of ik ruzie had met mijn ouders of mijn verloofde? Neen, bovendien was voor mij een verloofde een onbetaalbare luxe. Op dat moment van mijn leven was ik echter uitgekeken op Leeuwarden. Dus vertrok ik welgemoed, zij het wat moe van alle wachtdiensten, met de plunjezak op de schouder per trein naar de fantastisch grote villa Wulper horst ten westen van Zeist op een land goed van 40 hectare, indertijd de nieuwe huisvesting van de Staf van het Comman do Luchtverdediging. Het zou acht jaar lang mijn werkplek blijven. Niet over de rand van de tafel Wat mijn gedachten waren in die tijd is moeilijk te zeggen. Stalin was even erg als Hitier en om mee te helpen die buiten te houden, was een goede zaak. Dus droeg ik het luchtmachtblauw met overgave en was trots, dat ik nog als militair in het voor malig Nederlands Oost-Indië had gediend. De luchtmacht was voor mij één groot avontuur. Met de krijgstucht kon ik wel leven, al was de grilligheid van sommige potentiële rapporteurs en de tot straffen bevoegde meerderen een onzekere factor. Ik keek niet over de rand van de tafel: een mening over allerlei zaken waarmee ik van doen kreeg, stond ik mijzelf niet toe. De dingen waren zoals ze zich voordeden en als eenvoudig soldaat had ik daarin amper een rol. De (militaire) wereld was toen een stuk harder. Zo mocht je, nee moest je als schildwacht op iemand schie ten als je hem daarvóór tweemaal had gewaarschuwd! Ik moest het doen met de instructie van mijn compagniescomman dant in Indonesië, dat het eigen geweten altijd prevaleert boven de wet. In die zin ben ik gelukkig nooit beproefd. Ik ben dan ook een zondagskind. Contacten met het thuisfront hield ik doordat militairen destijds voor half geld per NS mochten reizen en het reizen in verhouding tot nu goedkoop was. Zodoen de hield ik een goed contact met mijn ouders en vrienden in Leeuwarden. Met sommige oude vrienden onderhoud ik nog steeds goede betrekkingen. Helaas moest ik afscheid nemen van de zwemvereniging LZO, waarvan ik sinds het begin van de oorlog lid was geweest. Luchtvaartdemonstratie, gehouden op de Vliegbasis op 14 juli 1956 Leova.'c^tA.lt

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2006 | | pagina 23