24 Heerlijcke Zathe Overheidspersonen werden nogal eens aangezocht om voogd of curator te zijn. Zo werd Radijs in 1698 curator over Josina, Urelia en Anna Maria, de dochters van generaal majoor Frederick Vegelin van Claerberghen en Jaycke van Bosman. Daarnaast werd hij in 1715 curator over de minderjarige kinderen van zijn broer Livius, fiscaal van Stellingwerf-westein- de. Hij was van 1709 tot 1714 voogd van het nieuwe stadsweeshuis en in zijn ker kelijke functies was hij tweemaal diaken en tweemaal ouderling. Gerard en Jetske Radijs woonden aan vankelijk op de Eewal waar nu Galerie Eewal 84 is gevestigd, maar in 1706 koch ten ze voor de prijs van 1501 gulden een huis aan de overkant, nu nummer 71, van Maria Gaykema 'echtehuysvrouw' van Lividius Meinsma, apotheker te Franeker. In 1725 zou de eigenaresse Lieuwkien van Boelens, een ongehuwde juffrouw uit Wei- dum, het belendende perceel nummer 69, verkopen aan Dr. Vopiscus Acker, advo caat voor het Hof van Friesland. De prijs was bepaald op 3100 gulden, maar Radijs maakte gebruik van het zogenaamde niaarrecht, dit is het recht van eerste koop, en kocht het huis, dat hij vervolgens betrok. Ook kocht hij een buiten met zomerhuis aan Achter de Hoven of Jelge- rabuurt dat hij na 21 jaar verkocht, nadat hij tevoren een tuin met tuinhuis even eens Achter de Hoven had gekocht. Uit de boedelbeschrijving van 1732 bleek op grond van een koopbrief uit 1724 dat Ge rard en Jetske 'een seeckere heerlijcke Zathe lands Boekema' in Tietjerk hadden verworven. Van toen af aan was hij ook kerkvoogd aldaar. Man in bonus Lieten de ouders van Gerard Radijs hun zoon achter met een behoorlijke schuld, hoe anders was dat bij het overlijden van Gerard zelf. Zijn vrouw Jetske Hes over leed op 2 oktober 1727 en Gerard op 20 maart 1732 en werd op 1 april ten grave gedragen. De inventarisatie van het huis op de Eewal 71 en Boekema in Tietjerk nam enige dagen in beslag. Daarbij waren aanwezig de erfgenamen van Radijs, maar ook de oldschepen Sybrandus Steensma, de fiscaal Nicolaus Gerard Bosma en de fiscaal Wilhelmus Bosma, de al eerder genoemde twee kleinzonen van Jetske Hes. Nicolaus was curator voor zijn vader Taco Bosma, die op 27 december 1727, bij na drie maanden na het overlijden van zijn moeder Jetske Hes, de helft van het huis op de Eewal en de helft van de 'huysinge en grote hovinge staande aan de Jelgerabuir- te' als donatie had gegeven aan zijn zoon Nicolaus en de andere helft aan Wilhel mus. Taco Bosma had dit waarschijnlijk, samen met een schenkingsakte van 3892 gulden, als moeders erfdeel van Radijs ont vangen. De aanwezigheid van Steensma en de broers Bosma bij de inventarisatie had De sierlijke handtekening van een nog jeugdige Gerard Radijs. Hiermee onderte kende hij in 1684 de door hem afgelegde getuigenverklaring tegen Michiel van Jever n Het Verlaat met Stadsherberg rond 1726 op een tekening van H. Tavenier. Sedert 1600 was het Verlaat hier de schutsluis van Oostergo,, die, volgens deze tekenin gen, toen nog geheel van hout was, waar over een draaiende voetbrug lag. In 1727 werd dit door muurwerk en een hoge brug vervangen. Alles is in 1859 afgebroken en door een draaibrug over de Harlinger- vaart vervangen dan ook niets te maken met de aanspraak op de nalatenschap van de langstlevende van het echtpaar Radijs. De ware reden was dat het niet boterde tussen de erfge namen Radijs en de broers Bosma. De erven Radijs beweerden dat door wijlen burgemeester Radijs een som van tienduizend gulden was betaald 'op 't col lect van lakenen'. Zij protesteerden daar tegen en eisten het bedrag van de collec teur van de lakenen terug. Dan komen Steensma en Nicolaus Bosma in actie en zeggen 'dat het voorgeven hiervoren ge- daen volkomen in onwaarheit bestaat'. De schepen Steensma en de vaandrich Bos ma verklaren dat bij het leven van wijlen de burgemeester Radijs en Jetske Hes 'een considerabele somma van penningen is uitgeset'. Helaas vermeldt de historie niet hoe het is afgelopen met de tegengestelde verkla ringen van de erven Radijs en de Bosma's. Bij het overlijden van Radijs was er in de inboedel een som van twaalfduizend twee honderd gulden en tien stuivers aan baar geld, naast vele obligaties en schuldbe kentenissen, niet alleen van familieleden en bekenden, maar ook van adellijke per sonen, zoals Sjuck Gerrolt Juckema van Burmania, Arent van Haersolte, Duco Gerrolt Martena van Burmania, Ringne- rus Aneus Lijclama van Wijckel en Assu- erus Vegelin van Claerbergen. Na het overlijden van Jetske Hes wer den grote sommen terug ontvangen van Martins van Scheltinga, Anna van Schel- tinga weduwe Glinstra, grietman Binnert Heringa van Grovestins en oude grietman Martinus Scheltinga. De erfgenamen van Gerard Radijs waren zijn zusters Auckien en Margarieta Radijs, elk voor een derde part en de kinderen van zijn overleden broer Livius voor een derde part. Zij verkochten in 1733 het huis aan de Eewal (nu 69) aan Johan Werner Val- ckena voor 2237 gulden en het huis aan Achter de Hoven aan Benjamina Douglas Siccama, weduwe van Dr. Fopma, voor 380 gulden en 14 stuiver. De geschiedenis maakt duidelijk dat de weesjongen van eertijds, ondanks de deso late boedel van zijn ouders, een man in bonus was geworden. -J"- h s W iï* .'-Ac Lc ovarii*»

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2006 | | pagina 26