ll Ltfnuy \MiCnuinM
6
om rijke burgers. Onder de vroegste in
schrijvingen in het oudste Burgerboek
van Leeuwarden vinden we verscheidene
arbeiders, maar ook de bedelaar Sander
de Waal, aan wie tegen betaling van tien
stuivers het burgerrecht werd gegeven. In
principe bestond er binnen de burgerij
dus geen onderscheid tussen arme en rij
ke burgers, maar een eeuw later werden
er meestal toelatingsgelden gevraagd die
lang niet door iedereen konden worden
opgebracht.
In de zeventiende eeuw kreeg het bur
gerschap daardoor een exclusief karakter.
Arbeiders en bedelaars komen we dan
niet meer tegen onder de nieuw inge
schreven burgers. Aangezien het burger
recht niet langer naar draagkracht werd
betaald, werd de drempel voor minder
vermogende inwoners verhoogd naar een
vast tarief van zes goudguldens (van 28
stuivers). Reken maar dat dit een behoor
lijk bedrag was in die tijd, maar vergele
ken met andere steden was het burger
recht in Leeuwarden toch nog relatief
goedkoop. Dat tarief bleef ook lange tijd
gehandhaafd, want pas in 1792 werd het
aanzienlijk verhoogd naar 25 carolus gul
dens (van 20 stuivers).
Een goet oprecht man
Ook de formule voor de burgereed werd in
de loop der tijd aangepast. In de 16e eeuw
moest de burger nog trouw zweren aan
Karei V en later Philips II en hun verte
genwoordigers in Friesland. Tijdens de
Republiek gold die eed van trouw alleen
het stadsbestuur. De eedsaflegging vond
op plechtige wijze plaats voor drie magi
straten, de stadssecretaris en een bode.
Halverwege de zeventiende eeuw was
er bovendien een apart formulier inge
voerd voor doopsgezinden, die vanwege
hun geloofsopvattingen geen eed mogen
afleggen. En vanaf 1759 konden ook joden
burger worden, zij het onder beperkende
voorwaarden. Voor hen werd eveneens een
apart formulier opgesteld.
De indruk kan ontstaan dat iedereen in
aanmerking kwam voor het burgerschap,
maar dat is niet juist. Men moest een 'goet
oprecht man' zijn en in staat het burger
recht te betalen. Bovendien werd in de
eerder genoemde bepaling tijdens Karei V
vastgelegd: 'niemand zal men aannemen
in deze stad tot een burger tenzij er van
rtvr-iJpj h
tl tv (irtfïy fltniik-
jJxSv-
(aHÏ i7y>v»y<n.1 h Wjp ri^USi1
tr joon tij riSfjr /frvif
Av h-ry ryntiïïy
(Sir jVHV'
IitV." Vir y>txjcdrné*>
jlb rny-y*cypt(7
j fceprn.t»iy
De eerste pagina van een
niet nader gedateerde
ordonnantie op het bur
gerschap uit de regeerpe
riode van Karei V (1525-
1555), waarvan de tekst
van de eerste twee artike
len luidt:
Vande Borgerschip
ende Buurmael
Item soe en salmen nye-
mandt inder stadt Leeu
warden tot borgers aenne-
men, het zy een guet
oprecht man; sail oock vry
wesen van geboert, nyet
eyghen, inden Latyn serui-
lis condicionis genoempt,
sal oick vry wesen van alle
quade lastige saecken,
daer die stadt Leeuwarden
den gemeynen borgeren
ende inwoeneren schade
ende verdriet aff comen
mochte; moet oick persoon-
lycken inder stadt woon-
achtich wesen, ten zy by
Rechtes ende Raedts wille
ende consent.
Vande gelden
der borgerschip
Item, soe salmen vande
borgerschap nemen nae
achtinge der personen; een
gemeen ambachtsman, die
hem wel vermach, sail
gheuen ses olde schilden;
een coopman, die vremdt is
ende nyes incompt, daer
nae tot des Raets bedenc-
ken; een gemeen guet scha
mel iongh amptsman ende
tot een borger bequaem is,
tot des Raets bedencken
ende moderacie. Ende
ymmers altijt aenge-
merckt, die borgeren nu
tegenwoirdich die opge-
lechte domeynen ende iaer-
renten ofte tensen byden
Fursten van Sassen ende
zijn ff. g. Regenten hebben
op groote costen affgelost
ende allen anderen swaren
lasten ende bordden van
grafften, stacketten ende
bolwercken etc. alleenijc-
ken hebben vuytgericht
ende gedragen ende veel
meer anders etc.
Le0Va.V3tA.1t