21 greep op die moeilijke taal gekregen als ze de school afrondden. Hij was niet geliefd, streng en trok de meisjes voor; zo zagen wij jongens dat. Mr. dr. Wind ging in 1960 met pensioen. Een rustige, gelijkmatige leraar, die in staat bleek het weinig opwindende vak recht te veraangenamen door zijn verhaal met voorbeelden te ver duidelijken, iedere keer als we in slaap sukkelden. Bosch ging als laatste in 1960 na 37 jaar. Als je talent bezat hielp hij je op weg. Zelf een voortreffelijk aquarellist en een buitenbeentje in het corps. Wie kwamen ervoor in de plaats? Ypma (scheikunde), een opgewekt, roodharige vernieuwer en akelig goed in het lesgeven. De Jong (handelswetenschappen) kwam zo van de universiteit met een Lelijk Eendje voorrijden, nog voor Smit zich een Ford Zephyr had aangeschaft! Hij was open, dui delijk en eerlijk naar ons. Het voelde alle maal aan als een bevrijding. Gaemers (eco nomie) kwam uit het bedrijfsleven, reed op een motorfiets en vertelde soms een schui ne mop! Ongehoord! Lachen. Mol Laus (gymnastiek) gaf, als het even kon, les op het Fonteinland. Als je klierde liet hij je daar drie ochtenden voor achten komen om je te melden. Dan was hij er ook. We leer den hockeyen en softbal. Van der Staay (natuurkunde) bleef een jaar. De eerste leraar die geen orde kon houden. Dat had den we nog niet eerder meegemaakt. Soms was het wat jolig bij dr. Otto (biologie), maar die moest er altijd zelf om lachen en bij de anderen, in het bijzonder ome Diek, Beem, Dijkstra en bij Jeelof (geschiedenis), dacht je er niet over de orde te doorbreken. Er bestaat, bij mijn weten, geen film met een onderwerp als lessen op de gemeente lijke hbs, maar ik ben er zeker van dat er tegenwoordig geen middelbare scholier bestaat die zich de gedweeheid, de rust en de bescheidenheid zal kunnen voorstellen, waarmee de pubers in die jaren hun lera ren tegemoet traden. Als Waling Dijkstra op de drempel stond aan het begin van zijn les, werd het doodstil in de klas en wachten wij op de dingen die gingen komen; een vast ritueel en een monotoon uur eenrich tingverkeer. Smit beschikte in zijn tijd over het wapen van de schoolverwijdering. Als laat ste redmiddel is het bij mijn weten nooit toegepast, maar menig rector zou er heden ten dage wat blij mee zijn. Derde klas in het scheikundelokaal (1958). Achterste rij: Gerard Draaisma, Kees Siccama, Barend Boontje, Egbert Vos, Andries de Blaauw, Onbekend, Rienk Boomsma (met linker hand uitgestrekt), Robert Ploos van Amstel, Willie Wielinga. 2e Rij: Onbekend, Leraar Ypma, (half verscholen met onbekende), Marjan Boonstra, Annie Mulder, Erik Niesten, Jacob Rinzema, Hans Engelmoer. 3e Rij: Sabine Boonstra, Truus Zuidema, Liesbeth Tops. Voorste rij: Onbekend, Koos van Balen Walter, Anne-Harmen Smit Collectie Cees Siccama Smit heerste als een verlicht despoot. Ouderinbreng of protest werden gepareerd, waarbij hij er niet voor schroomde zijn ervaring, expertise en als het moest zijn titel in de strijd te werpen. Dat telde toen. Zijn flexibiliteit bleek in 1968 bij de in voering van de Mammoetwet, de wet die alles anders en beter zou maken. Smit werd rector van een scholengemeenschap (gemeentelijke hbs meisjes hbs), het geen hij nog tot 1972 heeft volgehouden. Zo nu en dan zag ik hem in de stad in zijn gabardinejas en vormeloze hoed. Hij her kende me steeds en wist meteen mijn naam. Hij nam na 25 jaar vervroegd afscheid: om gezondheidsredenen, zoals dat zo verhullend heet. Dat krijg je van al dat roken. Zijn afscheidsrede in de Open Hof heb ik bijgewoond en ik was ander maal getuige van zijn opvattingen over het onderwijs waarbij hij, zoals hij altijd al beweerde, de toehoorders door zijn humor aan het lachen kreeg en zo met de eer ging strijken. Hij sprak uit het hoofd, zonder aantekeningen. Onvermijdelijk dat je dan dingen en vooral mensen ver geet te noemen, die je jarenlang hebben gediend. Zo had hij één regeltje over voor de trouwe amanuensis Suk, die vanaf 1949 al die jaren met veel onbetaald over werk de school had behoed voor organisa torische missers en ook voor de leerlingen altijd een baken in het rumoer van alle dag was geweest. Maar op dat moment was mijn schooltijd al lang ten einde. De Hovenier De hogere burgerscholen bestaan niet meer en zoals deskundigen ons meedelen, is het niveau van het gehele onderwijs gedaald. Niet alleen de inhoud maar voor al de hoeveelheid lesstof, die wij te verstou wen kregen, zou vandaag de dag niet meer geaccepteerd worden. Onze algemeen ge richte, maar volledige opleiding is voor velen de basis geweest in het leven. Voor mij is de aandacht voor de vier talen en de erbij behorende literatuur een rijke bron geweest, die mij ervoor heeft behoed alleen in de verzorging van geraniums mijn heil te moeten vinden. Zoals Hidskes (Nederlands) het uitdruk te in het schoolblaadje De Hovenier van februari 1961: "Waarom leest men romans, poëzie, gaat naar een concert, bezoekt musea? Uit eigenbelang natuurlijk! Zoals koeien gras en vissen water nodig hebben om te leven om zoogdier en vis te blijven, zo hebben mensen poëzie, boeken, concerten, toneel en andere geestesuitingen nodig. Niet om mens te zijn, maar om mens te worden. Wer immer strebend sich bemüht, den können wir erlösen.' En zo is het maar net. Leova.'c^tA.lt

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2007 | | pagina 23