Leeuwarder kachelfabriek en vernikkelinrichting
Faber en Zeilinga tussen 1896 en 1918
LcOVdJP^tVl
21
Lieuwe Tijsma Toen in de jaren negentig van de vorige eeuw de pepermuntsjefabriek werd afge
broken met een deel van het pand aan de oostkant daarvan gelegen, kwam een
muurreclame te voorschijn die de aandacht trok van mensen die zich betrokken voe
len bij het wel en wee van de geschiedenis van Leeuwarden. Toen er een foto in de
Leeuwarder Courant verscheen van deze muur, werd direct onze interesse gewekt.
Die foto is de aanleiding geweest om,
samen met mijn broers, een onderzoek in
te stellen naar het wel en wee van de op
de muurreclame genoemde kachelfabriek
omdat een van de oprichters, Lieuwe
Faber, mijn grootvader was. De familie
Faber kwam in 1885 van Bolsward naar
Leeuwarden en vestigde zich op het Droe-
vendal. Lieuwe Faber senior, geboren in
1832, was van beroep kachelmaker. Ook
staat deze Lieuwe Faber senior ergens te
boek als grofsmidsknecht, mogelijk een
bijbaantje.
Moordende concurrentie
De slechte economische tijd rond de jaren
'80 aan het eind van de 19e eeuw was mis
schien de aanleiding dat mijn overgroot
vader zijn geluk elders wilde zoeken. De
concurrentie onder de smeden in Bols
ward was groot en de opdrachten van de
boeren liepen terug bij de neergaande eco
nomie. Of dit de werkelijke reden is, blijft
gissen. Verhalen van een oudtante waren,
dat de hele huishouding mee moest hel
pen om de figuurlijke kachel brandende te
houden. Ieder kreeg echter wel de gele
genheid om verder te leren. Mijn grootva
der ging naar de Franse school en zal wel
op een ambachtschool het smidsvak heb
ben geleerd. Een zuster van hem ging
naar de normaalschool en werd onderwij
zeres. Het verhaal gaat dat Lieuwe Faber
junior, geboren in 1871, er een hekel aan
had om met een handkar de bestelde waar
in Leeuwarden rond te brengen. Potten en
pannen en kachels die zijn vader ver
kocht, moesten naar de klanten gebracht
worden en dat geschiedde met een trek-
kar met ijzeren wielen. Ik neem aan dat
toen ook het plan ontstond om ander werk
te gaan zoeken.
Een zuster van Lieuwe Faber junior, Cla-
sina, was onderwijzeres op Schiermonnik
oog geworden en kreeg kennis aan Jacob
Abraham Zeilinga, inwoner van het
eiland. Het zal wel door onderlinge
gesprekken gekomen zijn dat Lieuwe
Faber en Jacob Zeilinga het plan smeed
den om voor gezamenlijke rekening een
kachelfabriek te beginnen, waarbij Faber
de technische inbreng zou hebben en Zei
linga de commerciële. De oprichtingsakte
van 9 december 1896 vermeldt Lieuwe
Faber als kachelfabrikant en Jacob A. Zei
linga als koopman. Clasina Faber en
Jacob Zeilinga trouwden in 1897. De bei
de firmanten waren dus zwagers.
In het bevolkingsregister van Leeuwar
den kwam ik tegen, dat Lieuwe Faber chef
in de zaak van de firma Hartelust Ijzer
handel zou zijn. Nooit heb ik familieleden
hierover horen spreken. Dat zal dan wel
zijn vóór hij in 1896 de fabriek startte of
na 1906.
'De comparanten zullen voor gemeene
rekening drijven den handel in- en het
fabriceeren van brandkasten, kachels,
haarden, aanverwante en huishoudelijke
artikelen in ijzerwaren en hetgeen daar
mede doorgaans gepaard gaat.' Hieruit
blijkt dat er meer dan alleen kachels wer
den vervaardigd. Er is een foto van het
personeel met enige kachels en middenin
een brandkast.
De vennootschap werd aangegaan voor
een periode van vijf jaar, telkens stilzwij
gend verlengd met vijfjaar. Naspeuringen
De panden aan de Emmakade n.z. 153, 155 en 157
Foto: Collectie Tijsma