d? z—
yzz%
4^?Cx^£*^- «-*■£ f-w-^»-»--ic
^.-z^.Y-
23
LEEUWARDEN *-3
■L-d-Jt_S^.jy -C-ijSt -7x.-C.-y Af. f
■f 3
jfC.-y-«-r«.r-.—djiT i^-T r-^/i ..E
'<->■JÏ-i—i..
r-i---<-C-^--f£^ ~-Tii-
'j- :i_ f*frij,.-ii|6&r-i -f*"-*
^'XLc-*- t -7
"=-x-" ^-t-r-:
A. F AH KR Jt,
Boelgoed als einde
Op 17 februari 1918 vindt een boelgoed
plaats van de inventaris, waarvan de
opbrengst 8606 gulden bedraagt. Jacob
Abraham Zeilinga is dan al gestopt met
de vernikkelinrichting en Zeilinga komt
te overlijden in 1918. Met dit boelgoed
eindigt een industriële bedrijvigheid aan
de Emmakade.
Faber vertrekt met zijn gezin naar Enk
huizen en wordt adjunct directeur van de
haardenfabriek West Frisia, tot hij in
1934 met pensioen gaat. Deze haardenfa
briek gaat failliet na manipulatie van een
plaatselijke bank op de beurs in New York
met eigen geld en geld van klanten.
Lieuwe Faber heeft nog vele jaren van
zijn ouderdomspensioen en later van de
AOW genoten. Hij kwam nog vaak in Hui-
zum logeren en maakte natuurlijk altijd
de loop naar de Emmakade en de binnen
stad van Leeuwarden waar hij heel wat
voetstappen heeft gezet (en soms oude
bekenden ontmoette). Een verhaal dat
opa Faber vertelde was, dat hij, lopende in
de binnenstad, een oude kennis of zaken
relatie ontmoette. Beiden stopten, keken
elkaar aan, waarop mijn opa zei: 'Roden
huis, ik dacht dat jou al lang doad waren'
waarop de ander antwoordde: 'dat dacht
ik fan jou oek.'
Ik meen van mijn vader gehoord te heb
ben dat mijn opa in het begin van de vori
ge eeuw wel in een bruin café in het cen
trum kwam, het Oranje Bierhuis. Hij
noemde dat Rouge Maison. Was dat niet
een stamcafé van handel en industrie?
Mijn grootvader overleed in 1962 op 91-
jarige leeftijd. Hij heeft altijd met belang
stelling de technische ontwikkeling op
ieder terrein gevolgd. Op een open dag bij
Philips te Drachten in 1961 was hij niet
weg te slaan bij de automatische galvani-
seermachine. En dat op 90-jarige leeftijd.
Hij had in het begin van de vorige eeuw al
een fotoapparaat (camera obscura),
geschikt voor glazen negatieven. Als hob
by beoefende hij het schilderen. Er zullen
ongetwijfeld ook in Leeuwarden schilde
rijen hangen met de ondertekening 'L.
Faber'.
Ik ben ervan doordrongen, dat dit lang
niet een compleet verhaal is. Elke keer als
je iets ontdekt in een archief, roept dit
weer meer vragen op. Ik hoop dat dit ver
haaltje enige duidelijkheid geeft wat het
bord aan de muur op de Emmakade
noordzijde 153-155 betekent.
Er moet nog aan toegevoegd worden,
dat de Faber Haarden Fabriek die tot voor
kort stond aan de Tynjedyk in Huizum,
geen enkele familieband had naar mijn
grootvader.
Een op 5 oktober 1907 door Lieuwe Faber
Jr. geschreven briefkaartje aan de Direc
teur van Gemeentewerken als reactie op
een door deze toegezonden lijst met vra
gen ten aanzien van het in de haardenfa
briek werkzame personeel:
M„
Hierbij heb ik het genoegen de mij toege
zonden lijst terug te zenden. Onder de
rubriek verwers nam ik mijne verlakker
op, terwijl de kachelmakers in de rubriek
smeden eene plaats vonden, alhoewel ons
vak zich op een geheel ander terrein
beweegt dan bepaald smeden, meende ik
u toch genoegen te doen met het invullen
der lijst.,
Hoogachtend,
L. Faber Jr.
Lieuwe Faber jr. (1871-1962)
Collectie Tijsma
Jacob Zeilinga (1868-1918)
Collectie Tijsma