Hof skeet in oorlogstijd
1
Kerst Toxopeus Jaren geleden, ik denk in 1997, ben ik mijn oude Hofschool nog eens binnengestapt.
Ik stuitte op een houten wand vol met gemeentelijke loketten. Op mijn vraag of ik
nog eenmaal de school mocht zien werd ik door een zijdeur binnengelaten, geheel
alleen, en kon vrijelijk weer de trappen bestijgen en de oude lokalen zien.
Bij vertrek bedankte ik de ambtenaar en
verontschuldigde me voor mijn dwaze ver
zoek. Zijn antwoord: 'mijnheer, u dacht
toch zeker niet dat u de eerste of de enige
bent? Dit overkomt ons herhaaldelijk!'
Het zegt iets over onze hofskeetjaren.
In mijn tijd begon de school om kwart
voor negen en duurde tot kwart voor
twaalf en om kwart voor twee was je weer
terug tot kwart voor vier. We liepen dus
heel wat af. In mijn geval was dat met
Henkie Boerema vier jaar lang vier keer
per dag van de Potgieterstraat naar het
Hofplein en twee jaar naar de Tweebaks-
markt waar we de Julianaschool gebruik
ten. Vooral tussen de middag was het aan
poten geblazen, want mijn moeder had
minder dan een half uur voor het warm
eten. Iedereen at toen nog warm op het
midden van de dag.
De auteur in de schoolbanken
Collectie Kerst Toxopeus
Schuine mop
De schoolrapporten van de leerlingen
waren voor de ouders in hoge mate infor
matief. Naast alle blauwe cijfers was er
een kolom in rood. Als kind heb ik die
kolom nooit begrepen. Er stond iets boven
als 'kl.gem'. Hier werd voor ieder vak het
gemiddelde cijfer van de klas vermeld,
zodat de ouders konden zien of hun kind
boven-, middel- of ondermaats presteerde.
Deze gemiddelden werden weggelaten
voor gedrag, vlijt, orde en netheid, want
voor ieder van de drie had iedere leerling
in mijn klas altijd een 8. Een keer had ik
(ik weet niet meer voor welke) een 8-, het
geen voor mijn ouders reeds een onder
werp van zorg was.
Met sinterklaas werden wij bijeenge
dreven in de grote hal beneden, waar
ieders sinterklaastekening willekeurig
aan de muur geprikt was en wij onze
eigen tekening moesten zoeken voordat
sinterklaas de trap kwam afdalen. De
goedheiligman was al boven geweest en
had samen met meneer Hosper de kinde
ren schrik aangejaagd, terwijl wij nog bui
ten stonden. De sint en meneer Hosper
vertoonden zich voor het raam van de eer
ste verdieping en meneer Hosper wees
dan met zijn vinger de grootste deugnie
ten aan in die meute daar beneden. De
sint maakte, staande voor het raam, aan
tekeningen in het grote boek. Jammer dat
de werkelijke conversatie tussen beide
heren nooit bekend is geworden. Mis
schien vertelden ze wel een schuine mop.
Zwarte Piet verscheen nooit voor dat
raam, maar kwam wel met de sint mee de
trap af, terwijl meneer Hosper er dan niet
meer bij was!
De zilvervlo-ho-ho-hoot
Wij waren vertrouwd met de loeiende
sirenes als de geallieerden kwamen over
vliegen. Ook leerden wij wat in zo'n geval
te doen als we naar of van school kwamen:
direct bij iemand aanbellen en vragen of
je naar binnen mocht (alsof de Tommies
het speciaal op ons gemunt hadden). Voor
al in de tweede en derde klas zaten wij
regelmatig onder de schoolbanken en
moesten keihard zingen: In een blauw
geruite kiel, Wie Neerlands bloed, Waar de
blanke top. Kon je nog zingen, dan zong je
het hele oeuvre van J.P. Heije mee. Nog
zie ik Sjoerd Koster in paniek raken; hij
wilde naar huis, wat uiteraard niet mocht.
Het ging toen ook wel hevig tekeer: het
was de luchtaanval, waarbij de toenmali
ge MTS aan de Molenstraat op klaarlich
te dag zwaar werd getroffen. Maar zo hef
tig kon het bombardement niet wezen en
zo bang mochten we onder de bank niet
zijn, of het zingen van het refrein van Piet
Hein ad infinitum (hij heeft gewonnen de
zilvervlo-ho-ho-hoot, hij heeft gewonnen
enzovoort) bleef op de Hofschool streng
verboden. Dat deden alleen straatjongens,
zo heette het.
Er doken onderwijzers onder (Benner,
Miedema en anderen). Meneer Miedema
zat zwaar in de ondergrondse en ver
scheen na de bevrijding van Leeuwarden
in BS uniform en met stengun op school
om weer les te geven. Ik geloof niet dat
iemand van onze onderwijzers of onder
wijzeressen in de oorlog fout was. Het
onderduiken noopte wel tot verdubbeling
der klassen, soms tot boven de vijftig leer
lingen. Soms stonden er twee juffrouwen
(juffrouw Hommes en juffrouw Korten-