12 gevonden, die hij dichtte op de melodie van het Fries volkslied: I u^- I1-- -- - ,j-i _-j- 1- -w -C"-1"- "-.■ƒ■ De geboorte was niet volgens de gebrui kelijke planning maar twee maanden te vroeg, en alhoewel ik volgens de verhalen wel helemaal compleet was, was ik dus danig van lengte dat mijn moeder mij met gemak op één hand kon dragen. Later heb ik gemerkt dat zij nogal forse handen had! Maar al snel werd duidelijk dat de snel heid wat ten koste van de gezondheid was gegaan, want dokter Maas constateerde een breukje, waaraan ik, zo klein als ik was, toch geopereerd moest worden. En zo verhuisde ik voor 32 weken naar het Stadsziekenhuis. Bijzonder was wel dat ik kwam te liggen naast een jongetje wiens vader fotograaf was en zo kon het beeld van toen, in 1928, op de gevoelige plaat worden vastgelegd. En alhoewel ik het mijzelf niet meer kan herinneren, behoorde het bezoek van de moekes, compleet met mooie hoeden, waarvan mijn moeder met de pothoed, natuurlijk tot de hoogtepunten. Mijn ouders zouden evenwel diverse keren van de Poppestraat naar het Blokhuisplein zijn gelopen om daar te horen dat de ope ratie niet was doorgegaan in verband met koorts. En in samenhang daarmee kwam ik ook nog eens onder het eczeem te zit ten en dat mocht vooral niet worden open gekrabd, derhalve kokertjes om de kleine armpjes. Door die lange opnameperiode was ik, volgens de verhalen, nagenoeg het adoptiekind van de zusters geworden. Maar tenslotte kwam alles nog goed en kon ik met een gerepareerde breuk en een blinde darm minder, weer naar de Poppe straat, waar ik mij in de hoge kinderwa gen bijzonder wel voelde. Maar mijn ouders waren nog niet klaar met het Stadsziekenhuis. Mijn vader werd nog eens opgenomen in verband met Het Stadsziekenhuis aan het Blokhuisplein, eind jaren 1930 ]ut OVAvhiduÊ een niet geheel en al definieerbare ziekte en kreeg ook nog eens een nare ervaring te verwerken toen hij één van zijn pas geboren spruiten wilde komen bezoeken: '...komt u maar even mee...' en zo werd hij geleid naar het lijkenhuisje, gelegen tegenover het ziekenhuis aan de Ossekop, waar een overleden kindje opgebaard lag. Vader helemaal overstuur, natuurlijk. Bleek een vergissing. Zo zie je maar weer dat het fenomeen 'vergissingen in zieken huizen' van alle tijden is. In het jaar daarop, in 1929 dus, kreeg mijn oudste zuster Frederika buikklach ten. En na raadpleging van dokter Maas zou ook zij langdurig in het Stadszie kenhuis verblijven, zelfs, met een kleine onderbreking, zo lang dat zij haar elfde en haar twaalfde verjaardag daar zou vieren. Nou ja, vieren: dat was er in die tijd en op die plaats niet zo bij, alhoewel zij niet werd vergeten. Op 15 mei 1931, op haar twaalfde verjaardag dus, kreeg ze een boek Het Koninginnetje met voorin geschreven 'Hartelijk Gefeliciteerd. Raad maar van wie.' Het bleek een presentje van de zusters! Ook na 76 jaar heeft ze nog steeds goeie herinneringen aan de zusters, die soms ook lapjes voor haar meebrachten waarmee ze dan kleertjes voor haar pop kon maken en waarbij de zusters dan als dank een reprimande opliepen van de directrice omdat dit alle maal te veel rommel gaf. Daar stond de zuster dan met tranen in haar ogen, want discipline was er. Om te beginnen werd iedereen in uni forme kleding gestoken, wit met rode strepen. Dat was voor een aankomen de tiener bepaald niet erg charmant, al waren de kinderen van toen niet te zeer verwend wat kleding betreft. De hoogtepunten voor een patiëntje bij zo'n langdurig verblijf waren natuurlijk de bezoekuren. Maar ook daarmee was men niet erg scheutig. Alleen woensdag- en zondagmiddag en vrijdagavond een uur tje voor de vaders, die woensdags niet konden komen. Omdat er weinig bezoek was werd zo'n kinderzaal, waar jongens en meisjes lagen, een wereldje op zichzelf. En ze vermaakten elkaar met verhalen, bij voorbeeld over moeders met wel zes of zeven kinderen, die dan ook evenveel sneden in hun buik zouden hebben en als je een sinaasappelpit inslikte, dan kreeg je absoluut blindedarmontsteking! Mijn zus zou daar trouwens twee maal worden geopereerd: 'ze moet maar even open', zo werd het aan moeder verteld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2007 | | pagina 14