8 Cellen in de B-vleugel van de voormalige Strafgevangenis, 1983 re twee bleven in hechtenis. Waarschijn lijk is zijn zaak opgelegd omdat er geen ernstig strafbaar feit te bewijzen was. De foto van prinses Juliana die zich in zijn fouillering bevond, kreeg hij, zoals gezegd, terug. Hij hervatte zijn werkzaamheden als waarnemend ambtenaar van het Openbaar Ministerie te Leeuwarden. Ook zijn remuneratie (staat van beloning) werd verlengd. Nubé is nog eenmaal door de Duitsers van zijn vrijheid beroofd toen op het kantongerecht te Sneek de leuze OZO (Oranje Zal Overwinnen) was gekalkt. Hij werd al gauw losgelaten toen bleek dat hij daar niets mee te maken had. Zijn verdere carrière maakte hij bij het Openbaar Ministerie. In 1941 ging hij als ambtenaar van het OM naar Amster dam. In 1944 keerde hij terug naar Leeu warden, waar hij belast werd met de behandeling van economische strafzaken. Van de tweede helft van 1945 tot juli 1949 was hij advocaat-fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof te Leeuwarden, dat belast was met de berechting van oorlogsmisda digers. Van 1965 tot 1976 was hij hoofdof ficier van justitie te Leeuwarden. De andere twee, Albert Cornells en zijn zoon Hilko Cornells Nubé, student te Gro ningen, werden ingeschreven in de regis ters van het Deutsches Landesgericht in die Niederlande. Vader Albert Cornells Nubé werd veroordeeld tot een gevange nisstraf van vier maanden. Hem was ten laste gelegd dat hij opruiende gedichten (Hetzgedichte) zou hebben vervaardigd, welke het Duitse gezag hier te lande ondermijnden. Bovendien liet hij toe dat zijn zoon deze gedichten vermenigvuldig de en ging verspreiden. Zijn anti-Duitse houding tijdens het verhoor zal hem extra zijn aangerekend. Vier maanden gevange nisstraf was in die tijd een gebruikelijke straf voor het in het openbaar aannemen van een anti-Duitse houding. Van de beschuldiging van spionage was niets overgebleven. Vader en zoon kwamen op 3 mei 1941 vrij. Het is dus waarschijnlijk dat die zoon ook vier maanden heeft gekregen. In dit geval had het muisje voor vader Nubé wel een staartje. Op last van de Rijkscommissaris voor het bezette Neder landse gebied werd hij op 8 augustus 1941 met onmiddellijke ingang ontslagen wegens zijn anti-Duitse houding tijdens de bezetting. In de jaren tot de bevrijding was hij werkzaam aan de Rijks Landbouw Winterschool en de Avondnijverheids school te Leeuwarden. Na de bevrijding van Leeuwarden op 15 april 1945 werd hij niet alleen in ere her steld. Ook het verschil tussen het wacht geld en het salaris als hoofd der school, berekend op 3064,15 werd hem vergoed. Enige maanden later ging hij met pen sioen wegens het bereiken van de 65-jari- ge leeftijd. De gemeente heeft hem die laatste maanden overigens niet meer in actieve dienst teruggeroepen. Hij overleed in 1961. Het bovenstaand relaas is ontleend aan de archieven van de procureur-generaal bij het gerechtshof te Leeuwarden, van de commissaris van de provincie Friesland en van de burgemeester van Leeuwarden. Dat zijn bronnen die over het gebeurde op enige afstand verhalen. Ondanks mijn naspeuringen op het Nederlands Insti tuut voor Oorlogsdocumentatie, waar het archief van het Deutsches Landesgericht in die Niederlande wordt bewaard, geluk te het mij niet de vonnissen en de proces sen-verbaal te achterhalen. Ik zou daarom graag in contact komen met degenen, die mij meer informatie over deze affaire kun nen geven. Leova.'c^tA.lt

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2008 | | pagina 10