2 nummer - laat echter ten noorden van de Doeletuin niet een zodanige uitgestrekt heid zien die als tournooiveld zou kunnen hebben gediend, of het zou wel een héél smal strookje grond langs de destijds metershoge stadswal moeten zijn geweest. In ieder geval bestond het terrein, waar in 1841 de tweede Stads Tussenschool zou worden gebouwd, in 1603 nog niet en lijkt in 1484 de hoge stadswal precies op die plek te zijn opgeworpen. In de eerste decennia van de 17e eeuw bestond er aan deze zijde van de stad nog maar één zoge naamde dwinger, ook wel bolwerk of bas tion geheten, te weten de tussen 1581 en 1583 aangelegde Noorderdwinger, recht tegenover het Schoenmakersperk. Tegen het einde van het Twaalfjarig Bestand met Spanje, toen bijna alle Nederlandse steden met het oog op het hervatten van de strijd hun vestingwerken versterkten, werd ook in Leeuwarden tussen 1619 en 1624 een aantal nieuwe dwingers aange legd: drie aan de noord- en twee aan de zuidzijde. In verband hiermee werd de oude Noorderdwinger geheel weggegra- ven en aan de oostzijde vervangen door de Wabbe Wissesdwinger en aan de westzij de - recht tegenover de Doelestraat - door de Doeledwinger. In de noordwesthoek van de stad werd de nieuwe Noorder- of Oldehoofsterdwinger - ook wel Klein Fen- tje genaamd - aangelegd. Pas na voltooi ing van de Doeledwinger zien we de ruim te ontstaan die later als Tournooiveld zal worden aangeduid en waar in 1841 de Tweede Stads Tussenschool werd gebouwd. Ter Nooije Veld Hoe dan ook, op 27 februari 1652 werd in zoverre aan de wens van de stadhouder tegemoet gekomen, dat 'hem geconsen- teert werd omme de selve Tuin ende Piquierplaats 't samen aen malcander te konen gebruiken' en deze open plaats door een omheining van lat- of traliewerk, waarmee ook de Prinsentuin zelf was omgeven, af te stekken op een manier dat 'de after uitgang van de Stats Doele onbe- hindert blijve omme na het oosten na de Groenewech ende het Schoenmakersperk te konen gaen.' Als gevolg van deze uit breiding werd er een scheidingsmuur tus sen de Doeletuin en het nieuwe, afgestek- te deel van de stadhouderlijke lusthof, dat de oude naam Tournooiveld zou blijven behouden, aangebracht. Tevens behield dit deel van de Prinsentuin aan de zuid zijde een ruime - nog bestaande en tegen woordig als Tournooiveld aangeduide - uitgang richting Doelestraat. Op een opmetingstekening uit 1820 door A. Han- sum wordt het westelijke, niet van wan delpaden voorziene, gedeelte van de Prin sentuin aangeduid als Ter Nooije Veld, terwijl op de stadsplattegrond van Johann Hermann Knoop uit 1760 hetzelfde gebied Manege wordt genoemd. Tussen 1809 en 1822 vond in de zomermaanden op het Tournooiveld de jaarlijkse keuring van dekhengsten plaats, die de jaren ervoor veelal op het Zaailand werd gehouden. Na 1822 keerde deze activiteit weer terug naar de oorspronkelijke locatie. De reden waarom in genoemde jaren naar het 'Ter- nooiveld agter de Schutters Doele' werd uitgeweken is niet bekend. In 1820 wer den naar een ontwerp van Lucas Pieter Roodbaard in het oude Tournooiveld net als elders in de Prinsentuin grillig lopen de paden om boonvormige perken met boomgroepen aangelegd. Het meest wes telijke gedeelte hiervan moest in 1841 weer wijken, toen deze plek als meest geschikt voor het bouwen van de Tweede Stads Tussenschool werd beoordeeld. Nog op 22 september 1834 vormde het Tournooiveld het centrale toneel van festi viteiten die ter gelegenheid van de terug keer van de Mobiele Schutterij uit de zui delijke Nederlanden (Belgische Opstand) werden georganiseerd. Samen met die van de dienstdoende Schutterij werden de schutters door het stadsbestuur onthaald op wijn, brood, kaas en tabak, waartoe in het ruime Tournooiveld lange tafels en banken werden opgesteld. Verder werd een speciale tent voor het stadsbestuur opgezet en een balkon ten behoeve van de muzikanten opgericht waarboven een gewelf van vlaggen werd gespannen. De feestelijkheden die tot middernacht duur den en met 'vuurwerken, chasinetten en illuminatie' gepaard gingen, moeten een dermate grote indruk op de duizenden Leeuwarders uit alle lagen van de bevol king hebben gemaakt dat het de kwalifi catie van een waar volksfeest waardig was en, om in de zo kenmerkende 'Eekho- viaanse' loftuitingen te besluiten: 'welks streelende herdenking nimmer uit ons geheugen zal kunnen gewischt worden.' De Kalvergloppe De eveneens in het gebouw van de Tussen school gevestigde bewaarschool was aan vankelijk te bereiken via de Kalvergloppe. Na de verhuizing van de bewaarschool in 1883 naar het Tournooiveld, vormde deze Gezicht in de Kalvergloppe in de jaren twintig van de vorige eeuw Leova.'c^tA.lt

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2008 | | pagina 4