De Potmarge, hoofdrivier van Friesland Lcovaë^tA.!€ 13 Paul Bron In de loop der eeuwen is er over onze stad veel geschreven. Meestal door inwoners zelf, maar ook door schrijvers van daar buiten. Veelal zijn die bijdragen gebaseerd op onderzoek, studie en feitenkennis, maar ook eenvoudige impressies van schrij vers die de stad aandoen, zijn vaak interessant. Tot die schrijvers behoren Jacob van Len- nep en zijn studentenvriend Dirk van Hogendorp, die in 1823 een reis door Nederland maakten en daarbij ook Leeu warden aandeden. Via dagboekaanteke ningen deden beiden verslag van de reis. Het is mede dankzij Geert Mak dat de aantekeningen van Van Lennep aan de vergetelheid zijn ontrukt. Nooit in boek vorm uitgegeven zijn evenwel het dag boek en de brieven die Van Hogendorp tij dens de reis aan zijn familie stuurde. Deze zijn evenwel sedert 2002 digitaal te raadplegen, dank zij onderzoek van drs. Karin Hoogeland. De studenten maakten hun reis van mei tot september 1823 en de route van de reis werd voor een groot deel bepaald door het netwerk van de studenten en hun familie, want er moest ook onderdak zijn. Oor spronkelijk waren ze van plan er een voet tocht van te maken, maar in de loop der weken werd steeds meer gebruik gemaakt van trekschuit en diligence. Bij de beschrijving van Leeuwarden moeten we wel in ogenschouw nemen, dat het, volgens Mak, 'echte jongens van stand waren, die snel en soms arrogant tot een oordeel over de medemens en de omgeving kwamen.' De Princessehof, een tuin groot en lief aangelegd Op 12 juni kwamen beide jongens aan in Leeuwarden en namen hun intrek in loge ment De Valk. Eekhoff helpt ons dit loge ment te lokaliseren: 'De Valk op den Dijk bij de Wirdumerpoort was vroeger zeer gezocht en bleef logement tot den jaren 1845.' De volgende morgen trokken ze tijdens een stortbui over modderige paden tever geefs naar het tuinhuis van Beucker An- dreae op het buiten Mariënburg aan de Potmarge, buiten wat Van Lennep noem de de Workumerpoort, waar het de Wirdu merpoort betrof. Vandaar ging het naar een andere bekende Leeuwarder van aan zien, de beroemde dokter Coulon, die ove rigens ook niet thuis was. Gelukkig was diens zoon bereid de beide jongens rond te leiden door de stad, die volgens hen fraai en ruimtelijk gebouwd is. Het zouden geen studenten zijn of er moest ook een wetenswaardigheid genoemd worden. Van Hogendorp vindt Leeuwarden een bij uit stek welvarende stad, die vanaf de komst van koning Lodewijk bloeide, vooral door de smokkelhandel. 'Hoe- zeer de boter markt in Sneek boven die van Leeu warden gesteld wordt, erkent men echter dat de markt van Leeuwarden over het algemeen de eerste is. Leeuwarden werd op 11.000 zielen gerekend, bij de telling in 1796 werden er 15.000 gevonden, en nu rekent men dezelve op 18 a 20.000 zielen. De huizen zijn er zeer duur, zoowel in koop als in huur, en ik heb zelfs hooren beweeren, dat de koop en huurprijs der huizen in Leeuwarden veel hooger is dan die van Amsterdam en Den Haag.' Het is wel aardig om ons een beeld te vormen van het straatbeeld aan de hand van Van Lenneps opmerking: 'Een veror- Gezicht op de Wirdumerpoort, geschilderd door W.F. Jansen in 1834. Vlnr. de logemen ten Lands Welvaren, De Wijnberg en De Valk

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2008 | | pagina 15