11 een wat eigenaardig licht op het werk van de heren en deed vermoeden dat het wel om een beslissing ging, maar niet om een weloverwogen beslissing. De circulaire bij de uitnodiging aan de ouders van school 2 en 3 zou zelfs onjuiste, minder juiste en onbewezen beweringen bevatten. De Bond weersprak, dat door de reorganisatie van het openbaar onderwijs de aansluiting bij het middelbaar en hoger onderwijs ern stig werd bedreigd. Integendeel: 'aan de eisen van het Koninklijk Besluit tot toe lating kan bij de nieuwe regeling ruim schoots worden voldaan. Zo oordelen zo goed als alle onderwijzers, eveneens vele leraren bij het middelbaar onderwijs, eveneens het rijksschooltoezicht, even eens de minister van Onderwijs. En wij zouden 't alle ouders, die 't wèl menen met hun kinderen, willen toeroepen: Ver heug u, dat de tijd komt, dat uw kind niet geplaagd wordt met ontijdige geleerdheid, met hoofdbrekend huiswerk en met al die ellendige dingen, die zoo dikwijls 't kin derleven hebben bedorven. Laat uw kind zich fris en flink en natuurlijk ontwik kelen; laat 't wat namen minder en wat kwiek aanpakken méér leren; laat 't uit zijn met de opdrijving der leerstof, met de overlading der leerlingen. Juist hierin ligt 't gevaar, dat ge schept met uw bizondere school; ge bedreigt de rustige ontwikke ling van 't openbaar onderwijs. Gij zult met uw schijnresultaten ook dit weer in de verkeerde richting drijven, totdat de ouders tot beter inzicht zijn gekomen. Kollega's, uw taak is inlichten en bespre ken, uitleggen en verhelderen, opdat geen ouder meer 't klatergoud voor echt aan ziet! Voorstanders van 't openbaar onder wijs weest toch verstandiger! Wij roepen u allen toe, die 't menen met onze gehele schooljeugd, ouders, onderwijzers: Waakt voor de vruchten van de reorganisatie! Waak voor de openbare school!' Stheeman reageerde direct daarna onder de kop 'De neutrale bizondere school'. Hij oordeelde daarin nogal gering schattend over de kennis van de onderwij zers: 'Wat weet eigenlijk, zoo zal men zich hebben afgevraagd, dat bestuur (Neder landse Bond van Onderwijzers, P.B.) af van de eischen van het onderwijs op burgerschool of gymnasium? Is ook zelfs maar één van zijne leden zelf wel ooit met dat onderwijs in aanraking gekomen? Panden Raadhuisplein nrs. 25-27. Links de Hofschool, Leeuwarder Schoolvereniging, afd. meisjes Als ouders dan moeten worden ingelicht dan door iemand, die echt tot oordelen in staat is, bijvoorbeeld een leraar van een HBS of een gymnasium, die voorts in gelijke omstandigheden als hij zelf ver keert, die ook een kind heeft dat leerling is eener lagere school en bestemd is om eene inrichting van middelbaar onderwijs te bezoeken en die tevens althans min of meer tot zijn eigen maatschappelijke kring behoort.' Zijn eigene taal niet meester Een reactie op dit stuk kon natuurlijk, gezien de toonzetting en beweringen, niet uitblijven. Het gaat hier te ver om de wederzijdse argumenten te herhalen, want daar komt het ingezonden stuk van gemeenteraadslid K. de Boer op neer, maar een bloemlezing wil ik u niet ont houden, om aan te geven hoe hoog de emoties inmiddels waren opgelopen: 'De heer Stheeman plaatst zichzelf op zo'n hoge troon van volkomenheid, en ziet zo laag op onze gewone mensen neer, dat het misschien het beste zou zijn hem daar stil te laten zitten. Hij twijfelt aan de bevoegdheid van den onderwijzers of die wel kunnen oordelen over het onderwijs op het gymnasium en HBS. Of de heer S. zelf wel bevoegd is schijnt aan geen twijfel onderhevig. Uw school zal een opleidings school zijn, zegt ge. En ge wilt een cursus daarnaast waar ze Frans leren. Ge jaagt daarmede die kinderen opnieuw de gees telijke woestijn en de geestelijke dood in. Want met dit Frans en de rest zullen ze straks op de HBS niet beter maar slech ter zijn dan de andere kinderen van onze scholen. Ge zegt een opleidingsschool, ge bedoelt een africhtingsschool.' Het stoorde De Boer als raadslid mate loos dat de ouders was voorgespiegeld, dat de nieuwe school zou worden gehuisvest in de bestaande scholen 2 en 3, zodat ze zouden oordelen dat hun kind dan maar naar die school moest blijven gaan. Daar over waren nog geen toezeggingen gedaan, al dacht de wethouder wel in die richting. 'Ik heb daarover in de raad heel wat te zeggen en ik geloof graag dat u dat spijt, maar dat zijn van die onaangenaamhe den, die gij zult moeten leren dragen', aldus De Boer. Hoewel het steekspel over en weer nog lang niet eindigde, beperk ik me tot een laatste reactie van Stheeman. Hij heeft het over de vrijheid en rechtspositie van

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2010 | | pagina 13