26 Terras van de Theeschenkerij in de Prinsenentuin, 1969 Foto: Leeuwarder Courant werd Inteac opgericht, Interkerkelijke Evangelisatie Activiteiten. Het schip De Boei werd gehuurd en afgemeerd tegen over hotel Amicitia. Daarmee was accom modatie voor bijna 200 bezoekers beschik baar voor sociëteitsavonden, teach-ins en dergelijke. Stichting De Jeugdhaven had een clubhuis (inclusief koffiebar Le Nid) in de Bagijnestraat. In 1969 kwam hier ontmoetingscentrum Biels '28, 'voor jonge mensen van alle richtingen'. Begin jaren zestig waren er tal van schoolclubbijeenkomsten. In de schoolge bouwen zelf of in de beschikbare zalen in zaken als De Groene Weide en De Klan- derij. De zaalhuurder had een vergunning nodig die ruimte bood om tot uiterlijk twaalf uur 's nachts door te gaan. Om het schoolverenigingsleven te sti muleren werd in 1968 als overkoepe lend orgaan van schoolclubs Interschola opgericht. Deelnemende clubs: Con Brio (gemeentelijke kleuterkweek), Schakel (huishoudschool), Eloquentia (rijks-hbs), Hildebrandt (christelijke hbs), L.T.V. (hts), L.G.C. (stedelijk gymnasium), Mercurius (detailhandelsschool), MONO (rijkskweekschool), O.C. (meisjes-hbs), O.T.C. (UTS), Triptolemos (hogere land bouwschool), Vesta (Prinses Marijke- school) en Marijke Meu (hervormde kweekschool). Enkele feestavonden in de Harmonie trokken veelal 2000 jongeren. Begin 1969 openden studenten van de hts hun eigen (en zelf verbouwde) socië teit Ataraxia in de panden Maria Anna- straatje 5 en 7. Hét uitgaanscentrum Ruim 75 horecabedrijven telt de stad eind jaren zestig. De (Chinese) restaurants, automatieken, besloten clubs en bioscopen en theaters nog niet eens meegerekend, vooral in de binnenstad gevestigd, maar qua aard enorm uiteenlopend. Enkele typi sche buurtcafés (Blauwhuis, Van der Wal, Bierhuis Lambrechts (Lampie), De Bruin), cafés vooral op 'buitenpubliek' gericht (Casablanca, Citybar, De Walden, Cen traal) en eigenzinnige cafés als De Ossekop en het Oranje Bierhuis. Ook het minus cule staankroegje Bieneke's bar, de eerste homobar van het Noorden (Monsieur), de veemarktcafés (Boekema, Goes, Prins) en het café (1-7-2) met de laagste toegangs deur (één meter en 72 centimeter). Aardig gezelschapsspel is om een lijst van uitbaters te koppelen aan het betref fende horecabedrijf. Denk aan: De Beer, Houbein, Boelens, Siderius, Ettema, Van der Leij, Eijgelaar, Hasz, Havinga, Leo de Jong, Huib de Graaf, Eisma, Van Voort huizen, Delea, Van den Berg. Daar waar eerder de Weaze en Heere straat centra van uitgaansvertier waren, blijkt eind jaren zestig vooral de Grote Hoogstraat, de straten rond het Stadhuis en het gebied ten zuiden van de Nieuwe- stad het best voorzien te zijn. Onderne mers als Roel de Wilde en Chris (Kicky) van den Berg hebben met name de Grote Hoogstraat een heel ander gezicht gege ven. Verplaatsing van de veemarkt naar de Frieslandhal betekende een zware slag voor de typische marktcafés aan de Lange Marktstraat. Vlak voor de verplaatsing in 1963 waren daar maar liefst 13 horecabe drijven. De prijzen bleken in het algemeen wei nig uiteen te lopen. Een glas bier varieer de van drie kwartjes tot ƒ1,30. Kopje kof fie tussen de 45 cent en 90 cent. Vrijdag, zaterdag en zondag bleken de onbetwiste topdagen. Levende muziek was in diverse bedrijven te beluisteren, soms door de week, vaak in het weekend. Het aantal hotels in de lijst is nog steeds respectabel, ondanks de sluiting van enkele gerenommeerde bedrijven: De Nieuwe Doelen (sloop in 1960), De Groe ne Weide (in 1965 gesloten) en Amicitia (sloop in 1968). In 1959 werd het Euroho tel aan het hotelbestand toegevoegd. De Leeuwarder Courant pochte destijds: 'Zo komt er onder andere op alle kamers een aansluiting op rijkstelefoon waardoor het mogelijk zal zijn om direct naar buiten te bellen. Ook kan men met de lift naar de tweede en derde verdieping'. In het overzicht missen alweer enkele namen, onder andere van enkele (hier voor genoemde) koffiebars. De omloop snelheid was hoog, er moest voortdurend geïnvesteerd worden om tussen het grote aantal concurrenten overeind te blijven. Toch is er ook een fors aantal bedrijven dat niet alleen de jaren zestig overleefde, maar zelfs nu nog in bedrijf is. Dat geldt overigens niet voor Rembrandt (toen Sint Jacobsstraat). Eind jaren zestig kon in ieder geval geconstateerd worden dat het Leeuwar der nachtleven zijn faam had veroverd en sterk aan allure had gewonnen. De stad was zondermeer hét uitgaanscentrum van Friesland. De schaduwkant daarvan (geluidsoverlast, vechtpartijen en derge lijke) zou gaandeweg meer betekenis krij gen. Uitgaan is meer dan alleen bezoek aan cafés en kroegen. Schouwburg, theater, restaurant en bioscoop kwamen ook meer in trek. Daar moeten we het een andere keer nog maar eens over hebben. Het Inteac schip De Boei voor Interkerke lijke Evangelisatie Activiteiten, november 1966 Foto: Leeuwarder Courant LeoVAÏ^£A.k

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2010 | | pagina 28