De man die verdwaalde in de oorlog
1
Sjoerd Cuperus Dit is de geschiedenis van Robert Röhrkohl (1900-1974), kunstenaar in Leeu
warden en omstreken tussen 1928 en 1943. Wie hem heeft gekend en nog
iets over hem kan vertellen was destijds erg jong en is nu zeer oud. Maar
allemaal hebben ze nog een of meer schilderijen van hem en ze zijn het
eens: Rob Röhrkohl was een buitengewoon vriendelijk en aimabel mens.
Mijn pake Klaas Rinsma was van 1926
tot 1932 boer op het Jelsumer Aldlan op
de grote stjelp Tsjemtsjoech aan de Dok
kumer Ee. Bij de boerderij hoorde een
arbeidershuis aan het eind van de Ald-
lansdyk, dat uit twee woningen bestond.
Het ene deel was voor de arbeider en in
het andere woonde rond 1930 een vrolijke
jonge Duitser genaamd Rob Röhrkohl,
die vaak vergezeld was van twee vrou
wen, de gezusters Riek en Wil van Per
nis uit Leeuwarden. In 1928 was hij in
zijn kajuitjachtje de Dokkumer Ee komen
opvaren en had geïnformeerd naar het
leegstaande huis. Toevallig was er toen
op de boerderij een elektromotor kapot en
toen deze jongeman die vlot weer aan de
Portret van Tytsje Rinsma, olieverf op
paneel, met het mes geschilderd, 1931
praat kreeg, mocht hij blijven en werd hij
een gewaardeerde huurder, al betaalde
hij soms met een schilderij. Pake Klaas
stond wel open voor de kunsten. Zo kocht
hij op een veiling eens zomaar een piano
en het was dan de bedoeling dat Rob zijn
vier dochters daar op zou leren spelen,
een idee dat alleen bij mijn moeder vrucht
heeft gedragen.
Bij haar en de andere kinderen liet hij
een onuitwisbare indruk na. Hij maakte
altijd grapjes, knutselde met ze, kon
geweldig pianospelen en kende goochel
toeren, zoals het laten dansen van een
wandelstok (met behulp van zwart naai
garen). Van beroep was hij kunstschilder
en koperslager, ongewone bezigheden op
het Jelsumer Aldlan. Hij maakte onder
meer een portret van mijn moeder als zes
jarig meisje en in mijn jeugd stond dat bij
ons op zolder. Ik vond dat toen wel intri
gerend maar helemaal niet mijn moeder.
In mijn vroege jeugd heb ik geheel onwe
tend ook nog blootgestaan aan de culture
le invloed van Röhrkohl. Mijn moeder had
de piano geërfd en probeerde mij daarop
te leren spelen. Verder dan Poesjemauw
met één vinger heb ik het niet gebracht,
waarna mijn ouders dit project opgaven.
Robert Röhrkohl is geboren op Eerste
Kerstdag 1900 in Barmen bij Wuppertal.
In zijn jeugd verhuisde de familie naar het
nabijgelegen stadje Wipperfürth. Na het
gymnasium leerde hij het slotenmakers
vak in de oorlogsindustrie en op de kunst
nijverheidschool bekwaamde hij zich in
smeedwerk en schilderen. Daar kwam hij
in aanraking met het impressionisme en
vatte hij bewondering op voor Max Lie-
bermann, de schilder van de 'poëzie van
het eenvoudige leven', die eind 19e eeuw
veel in Nederland had gewerkt. Duitsland
was in het interbellum een land in per
manente crisis en Nederland kende rust
en welvaart. En in Friesland had je zoveel
horizon en zoveel water en zulke aardige
mensen. Rob Röhrkohl had het hier zeer
naar zijn zin.
Zijn eerste expositie had hij in het Prin-
cessehof. De recensent van de Leeuwarder
Courant was verheugd over het nieuwe
talent, maar terughoudend in zijn waar
dering. Enkele schilderijen worden uit
gelicht, waarvan Koeien op Stal als beste
wordt gewaardeerd. Dat maakt nieuws
gierig naar de whereabouts van andere
genoemde titels: Huisje bij Jelsum, Sche
pen aan het Vliet en Wintergezicht. Later
is een groot schilderij met de zware kop
van een stier - ring in de neus - die over
een halve deur de stal inkijkt als beste
van de Jelsumer periode aangemerkt.
Ook dit werk is nog niet opgedoken.
In 1932 overleed zijn vriendin Riek van
Pernis. In de rouwadvertentie staan haar
moeder, zuster en vriend Rob Röhrkohl,
aan de Lijsterstraat 20. Daarna was hij
tijdelijk terug in Wipperfürth, bij zijn
moeder. Daar moet hij dan de Machtsü-
bernahme hebben meegemaakt en het zal
hem duidelijk zijn geworden wat de nazi's
verstonden onder machtsuitoefening.
De Horizon
Herfst 1933 was hij terug in Leeuwarden
en betrok de verdieping van Over de Kel
ders 22, destijds de modewinkel van de
weduwe Neuteboom, later de touwhandel
van Elzinga. Inmiddels was eind 1932
opgericht De Horizon, vereniging van in
Friesland werkende beeldende kunste
naars. Of deze formulering zo is gekozen
dat Rob ook lid kon worden is niet bekend,
maar het lijkt er wel op. De andere leden