Leeuwarden in de jaren zestig (II): van acties tot axies Lcovard 7 LOL., Walter Kromhout Vijftig jaar geleden was de start van een bijzonder decennium. In een drieluik een terugblik op die tijd, met een accent op de jeugdcultuur. In dit deel II een schets van nozems, artistiekelingen, provo's, new-lefters, dolle mina's en kabouters. Met een heel klein uitstapje naar begin jaren zeventig, juist omdat het toen nog 'zo jaren zestig' was. In september 1959 vroeg het periodiek De Leeuwarder Gemeenschap zich af of we hier nozems hebben. "Wij weten het niet. Wel is ons bekend dat er enig rumoer op straat is geweest, in het bijzonder tijdens het draaiorgelconcours op de Nieuwestad. Sommige waren inderdaad wat excentriek gekleed, met rode zakdoeken of andere versierselen en vooral zeer nauwe broeks pijpen die belachelijk staan.' Nozems en brozems Beginjaren zestig krijgt Leeuwarden toch echt te maken met nozembendes. Groe pen jongens, veelal gekleed in zwarte leren jacks, spijkerbroek en motorlaar zen. Kapsels als vetkuiven, gevormd door brillantine. 'Haar knippen of olie verver sen', vroeg een Leeuwarder kapper ooit. Voornaamste statussymbool is de brom mer (vandaar bromnozem of brozem), zo mogelijk een 'buikschuiver'. Geïnspireerd door films als West Side Story vormden groepen nozems uit een bepaalde wijk een 'gang' of bende, met namen als De Vliegende Tijgers, De Zwarte Panters en de Hawks. Voornaamste bezigheden: muziek maken, rondhangen in het cen trum, brommerrijden en vechtpartijen. Jongens met 'teveel vrije tijd en zakgeld' vond het Friesch Dagblad. In ieder geval kon geconstateerd worden dat de jongeren zelfstandiger waren dan vroeger, materi eel meer mogelijkheden hadden en zich geen grote zorgen hoefden te maken om aan werk te komen. De brommers waren vooral (of liever uit sluitend) populair bij de nozems zelf. De Leeuwarder Courant van 6 juli 1963: 'De Leeuwarder binnenstad wordt geteisterd door een lawaaiige en stinkende plaag: het showrijden van jeugdige bromfietsers die de Nieuwestad tot racebaan hebben gekozen en er ook niet voor terugdeinzen op bepaalde plekjes samen te komen, ter wijl hun motoren rustig draaien.' De heer Sprock van De Krokodil klaagde: 'ook in deze woning verhinderen die knapen met die gekleurde dingen 's avonds een goede TV-ontvangst.' Een vast verzamelpunt was bij lunch room It Fêste Doel aan de stille kant van de Nieuwestad. Nozems in 1961 met hun brommers voor lunchroom It Fêste Doel aan de Nieuwestad noordzijde Foto: Leeuwarder Courant Panters en Tijgers Eindjaren vijftig richtte Joop Boonstra De Zwarte Panters op, een groep jongens met een harde kern uit de Schepenbuurt. In een kelder van een nieuwbouwflat aan de Tjalkstraat was het clubhuis. Van groeps criminaliteit was geen sprake. Wel van enig bravouregedrag; klimmen op daken van hoge fabrieksgebouwen, nachtelijke

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2011 | | pagina 9