24 winkel van Van Keulen, maar sloot in maart 1920 ook na vele jaren op nummer 3 de bekende parapluzaak van de firma Marius Paulus. Zo bleven er in de straat zelf nog maar twee winkelhuizen over. Direkt ernaast op nummer 5 opende Van der Werf in juli 1920 zijn kapperszaak en daarnaast op nummer 7 konden muziek liefhebbers vanaf 1918 de bladmuziek van de nieuwste succesnummers in de winkel van pianist Daan Scheepstra kopen. Het hoekpand aan de oostzijde met het Ruiterskwartier, waar J. Smit vanaf 1900 de toen bekende La Perle rijwielen ver kocht, werd vanaf 1905 overgenomen door H. Arema, die behalve rijwielen ook diver se merken turf- en vulkachels verkocht en er tot mei 1928 bleef. Daarna werd het grote pand met de twee achterliggende winkelhuizen, Oude Lombardsteeg 5 en 7, verkocht en tot showroom verbouwd voor Statema's Automobielbedrijf. De zaak was reeds in 1920 van start gegaan als de Firma Statema Tulp in Automobielen en Electriciteit. De garage met verkoop en reparatie kwam in het verbouwde pand Ruiterskwartier 155, waarin daarvoor jarenlang café De Roskam met zijn ken merkende terras had gezeten. Het bedrijf van Statema bleef tot mei 1933 aan het Ruiterskwartier gevestigd. De ruime bovenwoningen in de Oude Lombardsteeg zelf bleken, ondanks de huur van driehonderd gulden, goed te verhuren en waren vaak geschikt om er cursussen te geven of als kantoorruimte te gebruiken. Zo vestigde de bekende bari ton Lucas Hannema er enkele jaren zijn school voor zang en stemvorming. Dancing Centraal In 1926 zorgde Jan de Bruin, de nieuwe exploitant van de voormalige Spiegelzaal, voor een verrassing door de aankondiging dat op 1 mei het opnieuw gerestaureer de, gezellig ingerichte Café Centraal in de Oude Lombardsteeg 2 werd geopend. Enkele dagen later verscheen in de krant de volgende advertentie: 'Er bestaat hier ter stede slechts één Hotel Café Cen traal en wel Speelmansstraat 16. Let op het juiste adres svp. Aanbevelend Gebr. Sieperda'. Een vanzelfsprekende reactie, want twee zaken met dezelfde naam zorg de gemakkelijk voor verwarring terwijl de concurrentie toch al erg groot was door het ruime aanbod van gelegenheden waar men kon biljarten, dansen of van muziek en cabaret kon genieten. Zo ondernam ook de nieuwe exploitant van het koffiehuis aan het Ruiterskwar tier 149 nu allerlei pogingen om in zijn zaak meer publiek te krijgen. In de herfst van 1926 was daar bijvoorbeeld tijdens het weekend gezellige strijkmuziek te horen en kon er regelmatig worden gedanst. In 1930 werd de naam van het etablissement zelfs veranderd in Café Metropole en trok de nu en dan geëngageerde zeer populaire Hamburger Stimmungskapelle van Karl Fieker met zijn Duitse schlagermuziek aardig wat bezoekers naar deze zaak. In december 1927 liet Jan de Bruin een modern groot concertorgel in zijn dans zaal plaatsen waarop steeds de nieuwste nummers werden gespeeld, maar een echt orkest bleek bij het publiek toch de voor keur te hebben en zo zorgde in de herfst van 1929 het orkest van de Leeuwarder pianist Ebbens voor gezellige dansmuziek in de speciaal ingerichte zaal, waarbij steeds de schitterende lichteffecten de sfeer verhoogden. De algemene animo voor dansen was intussen zo toegeno men dat besloten werd de zaak grondig te verbouwen en in december 1930 vond de heropening van de geheel gerestau reerde Dancing Centraal plaats. Speciale decorateurs hadden voor een opvallend modern en artistiek interieur gezorgd waarbij ook een passende verlichting was aangebracht. De door pianist Tolsma samengestelde Centraal Band met het echtpaar Bakema op viool en saxofoon en Gerrit Stoelwinder op drums, vormde de openingsattractie en verzorgde daarna bijna een half jaar lang elke avond de dansmuziek. Tijdens de kermisweek van 1931 trok het populaire accordeonorkest de Van Dijk's 4 Originele Volendammers, dat zo nu en dan ook voor de radio optrad, elke avond een stampvolle zaal, zodat ze een jaar later tijdens de kermis nog eens terugkeerden. Een nieuwe aanpak In september zorgde Jan de Bruin voor een nieuwe verrassing met de presentatie van het vermoedelijk Engelse orkest The Syncopated Five, geleid door Jack Hart. Volgens de advertentie was dit 'de clou van het winterseizoen', maar ondanks de enorme kosten werden de consumptieprij zen niet verhoogd. Deze dansband, met zijn ongetwijfeld moderne repertoire, bleef er een half jaar spelen en in maart 1932 werd de komst van een 'nieuwe buiten landse jazzband bestaande uit 5 personen' aangekondigd, die ook weer de nieuwste schlagers zou brengen. De naam van het orkest werd niet vermeld. Wel was in de danszaal inmiddels het allernieuwste op het gebied van verlichting aangebracht: draaiende elektrisch verlichte bollen die voor een schitterend effect zorgden. Deze aangekondigde band bleef vier maanden en in juli stond er als nieuwe attractie een populair Tiroler dames ensemble op het podium dat voor opgewekte Duitse muziek zorgde, want zo voorspelde de uit bater 'een avondje bij ons gezeten doet u malaise en crisis vergeten'. Nadat het vijfmans ensemble van Otto Potratz er vanaf april 1933 een half jaar had gespeeld bleek september opnieuw een verrassingsmaand te zijn en deze keer kwam de jazz negerband van All Jonson als 'iets nieuws voor Leeuwar den' naar Dancing Centraal. Hoe lang deze onbekende, maar vermoedelijk Surinaamse, 'stemmingsboys' met hun moderne dansmuziek het nieuwsgierige uitgaanspubliek naar de Lombardsteeg bleven trekken werd niet duidelijk, maar pas in mei 1934 trad als nieuwe attractie de Joly Band aan. Het waren echter moei lijke tijden voor het uitgaansleven en de economische crisis liet zich ook daar dui delijk gelden. Zo kon het groot aangekon digde optreden van jazz-koning Ben Vogel met zijn orkest, ondanks de vrije entree, kennelijk niet voor voldoende omzet zor gen en zag Jan de Bruin zich in decem ber 1934 genoodzaakt, evenals trouwens Hotel Spoorzicht, alle consumptieprijzen met 20% te verlagen. In september 1935 bleek Dancing Cen traal in Jan Jongkees een nieuwe exploi tant te hebben. Met het van Dancing De Wintertuin reeds bekende orkest van John Barclay probeerde hij het danslus- tige publiek naar zijn zaak te lokken. Twee maanden later stond het orkest van vioolvirtuoos Harry Franken op het podi um, die als bekwaam 'steh-geiger' enige bekendheid genoot. Korte tijd later werd de dancing overgenomen door Jean Pierre Houbein. Lcovar^£^t,i

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2012 | | pagina 26