25 Een enthousiast musicus De in Harlingen geboren Jean Pierre Houbein was geen onbekende in Leeuwar den. Tijdens de kermis van 1935 zorgde hij met zijn Blue Girls nog voor gezellig amusement in Dancing De Moulin Rouge. In de jaren twintig speelde hij als pianist niet alleen dansmuziek in enkele Harlin- ger gelegenheden maar verzorgde hij ook, vaak met een strijkje, de muzikale bege leiding bij sommige films in de Schouw burgbioscoop. Daarnaast componeerde hij de muziek voor complete revues, zoals in 1922 voor De inval der Noormannen die in de Schouwburg werd opgevoerd. Samen met de violist Torenbeek en slagwerker Karl Fiecke speelde Houbein op tal van balavonden en was met dit trio actief tij dens diverse kermissen. Tot 1929 trad hij regelmatig in de havenstad op, woonde daarna korte tijd in Groningen en toerde met zijn damesband, waarvan ook zijn latere echtgenote de violiste Nel de Lange deel uit maakte, door het land. In decem ber 1935 vestigde het echtpaar zich in de Oude Lombardsteeg 2 en vanzelfspre kend verzorgde Houbein meestal zelf de muziek in zijn dancing. Zo nu en dan bood hij, meestal na de aanschaf of de bouw van een beter exemplaar, een vleugel of orgel te koop aan. De oorlogsjaren waren natuurlijk geen gemakkelijke tijd voor een onderneming als Dancing Centraal. Van dansen was door allerlei beperkingen en verboden vaak nauwelijks sprake zodat in het café door Houbein voornamelijk amu sements- of concertmuziek werd gespeeld op zijn zelfgebouwde orgel met accordeon. Na de bevrijding nam de belangstel ling voor uitgaan en dansen snel toe en ook Dancing Centraal profiteerde daar van, waarbij Houbein ondermeer werd bijgestaan door de stevig drummende Koos Gordijn. Bovendien verzorgde Hou bein vanaf zomer 1947, soms samen met zijn echtgenote op viool, concerten op zijn befaamde orgel voor de Regionale Omroep Noord. Ook in zijn eigen zaak trok zijn orgelspel veel liefhebbers, waarbij vaak op verzoek zowel klassieke- als populaire muziek werd gespeeld. Zo kondigde Hou bein in februari 1951 aan dat er op dins dag, woensdag en donderdag elke middag twee uur lang concert werd gegeven op zijn prachtige concertorgel, speciaal voor de muziekliefhebbers. Vanzelfsprekend mocht er dan niet worden gedanst. Een enkele keer, zoals aan de vooravond van de Elfstedentocht in februari 1954 werd zijn Dancing Centraal gebruikt als studio voor het Friese programma van de R.O.N., waarbij de muzikale bijdrage van Houbein een belangrijk onderdeel van het programma vormde. Jarenlang bleef orgelmuziek er de grote attractie waarbij de zaal ook kon worden afgehuurd voor feestavonden met 'bijlevering van orkest plus groot orgel'. Een nieuw orgel In 1957 bood de aanschaf van een fors elektronisch orgel muzikaal nieuwe mogelijkheden, met name voor de dans muziek, omdat nu naast de volle klank ook veel ritmischer kon worden gespeeld. Bovendien was het instrument goed te vervoeren waardoor ook elders concerten konden worden gegeven. Doordat er nu twee grote orgels in het zaaltje stonden besloot Houbein het grote pijporgel, dat al vanaf 1936 in de zaak had gestaan, te verkopen. Het bleek niet gemakkelijk daar een koper voor te vinden maar uit eindelijk werd het eigendom van de orgel liefhebber en organist Taco Tiemersma die het uit 1914 daterende unieke, maar omvangrijke bioscooporgel in zijn woning liet opbouwen. In het voorjaar van 1958 trad Houbein enkele malen voor de R.O.N, op in het Draeimoune Cabaret van Peter de Jong, waaraan ook het trio van pianist Joop Verbeke meewerkte. Houbein was nu ook op allerlei andere plaatsen te bewonde ren. Zo speelde hij in 1958 tijdens het hele zomerseizoen voor de badgasten in Hotel Nap op Terschelling en gaf hij soms met zijn 'electronische wonderorgel' populaire orgelconcerten in de Klanderij en Amici- tia. Ondertussen werd de dancing in de Oude Lombardsteeg steeds druk bezocht en stond het wachtende publiek soms in groten getale te dringen voor de gepantser de deur, waarbij een heel enkele keer wel eens een ruit sneuvelde. Naast het orgel spel klonk nu ook regelmatig de jukebox waardoor de dansmuziek beter tegemoet kon komen aan de veranderde muzikale smaak van het uitgaanspubliek. Ondanks deze drukte op avonden en tijdens nachtelijke uren was de Oude Lombardsteeg zelf inmiddels een onge zellig straatje geworden door de donkere wanden van de aangrenzende grootwin- Moderne interieur van Dancing Centraal met fraaie decoratie achter het podium voor het orkest. Najaar 1931

Historisch Centrum Leeuwarden

Leovardia, 2000-2018 | 2012 | | pagina 27