LeoVdlr^LA.i
wat problemen op de weg. De naleving van de
verkeersregels in het 'snelverkeer' liet nogal te
wensen over. Veel meer aandacht moest er
komen voor 'behoorlijk uitwijken, rechts rij
den, snelheid beperken als de veiligheid dat
eist, voldoende verlichting, kortom al de re
gels, welke nog dagelijks onwetend of opzette
lijk worden overtreden, die zo van belang zijn
op onze voor een druk verkeer niet berekende
wegen.'
Enkele Leeuwarders onder leiding van Wes-
ser, die bestuurslid en adviseur werd, namen
het initiatief tot het oprichten van een Vrijwil
lige Friesche Verkeerspolitie en met succes. De
wielrijdersvereniging Bondsbelang in de afde
ling X van de ANWB verspreidde in een groot
aantal de brochure De regels van den weg met
het doel zoveel mogelijk een opvoedend ka
rakter aan de beweging te geven in de hoop
'dat haar raadgevend of waarschuwend woord,
gevolgd als het moet door ingrijpen van de
overheid, in één jaar tijds voldoende leering
verspreid zal hebben.' De Friesche Verkeers
politie, de eerste in het land, zou daarom niet
langer dan het jaar 1924 bestaan en werd 'door
elken weldenkenden weggebruiker met
vreugde begroet'. Toch zou de organisatie blij
ven bestaan tot de Tweede Wereldoorlog,
waarna de verkeerspolitie een overheidstaak
werd.
Ook de watersport had zijn grote belangstel
ling; hij was lid van het dagelijks bestuur van
de Leeuwarder Watersport Tentoonstelling
(1929) en medeoprichter en vicevoorzitter van
De Leeuwarder Watersport. Waarschijnlijk
hield mede de liefde voor zijn boeier, die in
Grou lag, hem in Friesland toen hij was ge
vraagd voor de functie van commissaris in
Utrecht en Den Haag.
Wesser was in het bezit van een Franse her
dershond, die hem in zijn auto steevast verge
zelde. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij
donateur was van de Dierenbescherming en
waar hij kon die vereniging ook hulp bood.
Toen in december 1919 hondsdolheid was uit
gebroken en vier maanden lang de muilkor-
venwet werd toegepast, werden veel honden
door de politie zonder muilkorf aangetroffen.
Het bestuur trad in overleg met Wesser om te
voorkomen dat honden, waarvan de eigenaars
de gestelde geldboete niet wilden of konden
betalen, zouden worden afgemaakt. Hij was
dadelijk bereid zijn medewerking te verlenen
en het bestuur werd door aankoop eigenaar
van een vijftigtal honden, dat aan de eigenaar
of dierenvriend kon worden afgegeven na
eerst een muilkorf te hebben aangeschaft.
Verder was Wesser nog lid van het comité
van aanbeveling voor de Provinciale Land
bouwtentoonstelling (1927) en commissaris
van de Onderlinge Friesche Inbraakverzeke-
rings Maatschappij. Voor al zijn verdiensten
werd hij benoemd tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau.
Ook mevrouw Wesser maakte zich verdien
stelijk in de samenleving. Ze was onder meer
voogdes van het Nieuwe Stadsweeshuis, lid
van de landelijke voogdijraad en lid van het
Centraal Genootschap voor Koloniehuizen
(het latere Bio Vakantieoord waarvoor werd
gecollecteerd in de bioscopen).
Waarderende woorden
ter nagedachtenis
Na een korte, maar zeer ernstige ziekte over
leed Wesser in de ochtend van 19 mei 1930 op
55-jarige leeftijd. Voor Leeuwarden, en niet
voor Leeuwarden alleen, was dit een ernstig
verlies, dat overal waar men hem herdacht tot
uitdrukking werd gebracht én in het massale
eerbetoon van de Leeuwarder bevolking, die
bij de begrafenis op de route stond van zijn
huis in de Sint Jacobsstraat tot aan de Noorder
Begraafplaats.
Op de dag van zijn overlijden plaatste de
Leeuwarder Courant al een in memoriam
waarin de bewondering doorklonk: 'Met den
heer Wesser is ons een politie-ambtenaar ont
vallen, die met buitengemeene gaven toege
rust was, gaven die hem een bekendheid
deden verwerven ver over de grenzen van zijn
ambtsgebied heen. Herhaalde malen riep men
elders, ook in het buitenland, zijn hulp, zijn
medewerking en zijn raad in. Hij heeft gedu-
HECHTS
HOUDEN
De begrafenis van Commissaris van Politie Willem Frederik Martinus Wesser op 23 mei 1930. De
stoet op de Tontjepijp