Feiten en feitjes
9
■Ifg'JVVAl.
Reisde men dan niet liever over land? De
vraag lijkt redelijk, omdat een paard voor
een koets sneller opschiet dan een paard
voor een schuit, terwijl de zeilvaart al'even-
min opvalt door grote snelheid. Het be
zwaar was echter, dat de wegen, voor zo
ver ze er waren, niet of nauwelijks gebruikt
konden worden door het ontbreken van een
verharding.
In 1546 bijvoorbeeld werd de weg van
Leeuwarden naar Overijsel weliswaar iels
verbeterd, maar het bleef een kleiweg, die
's winters vaak onder water stond. De enige
bruikbare weg in Friesland liep in die
jaren van Leeuwarden in de richting Gro
ningen, zonder dit doel echter te bereiken.
Het was de in 1532 gereed gekomen Zwar-
teweg, aldus genaamd naar de puinverhar-
ding. Het „eindpunt" lag bij Rijperkerk,
om precies te zijn: te Zwartewegsend. Dit
bleef zeer lang de enige „hoofdverkeers
weg" in Friesland; de toestand verbeterde
pas, toen langs de nieuwe en oude trek
vaarten bepuinde trekwegen werden aan
gelegd, die gedeeltelijk het verkeer te huid
en gedeeltelijk dat te water moesten ge
rieven. De route van Leeuwarden naar
Groningen voerde vroeger over Dok-
kum en Stroobos.
De grote wegverbeteringen dateren uit de
eerste helft van de vorige eeuw. Zo kwam
de bestrate weg van Leeuwarden naar
Overijsel in 1827 gereed, in 1839 kon men
op een nette manier de grens van Gronin
gerland bereiken, in 1842 Harlingen en in
1848 Lemmer over Sneek.
De trekschuit
Tot de eerste helft van de negentiende
eeuw was het verkeer te water dus het be
langrijkst, zowel voor het vervoer van per
sonen als dat van goederen. In het Ge
meentearchief kregen wij een klein boekje
ter inzage, dat uit 1785 dateert en de lig
plaatsen en vertrektijden van de beurt
schepen naar alle oorden van ons gewest
vermeldt. Het heet: „Aanwysinge der Sche
pen, dewelke, zo des Saturdags, als in de
Week, van Leeuwarden afvaren." De
samensteller was de toenmalige markt-
meester Henricus Winseriiius, die zich stel
lig zeer nauwgezet van zijn taak heeft ge
kweten. De ligplaatsen waren nauwkeurig
vastgesteld en worden in deze trant ver
meld: „omtrent de Iloekster Poort voor de
Raadsheer Jan de Kempenaar of de
Vroedsman Jan Reidsma" en „Bij de
Sacramentstraat voor de Koopman Claas
Kroon." Zo wist men wel waar men moest
zijn.
Trekschuiten worden in dit boekje apart
aangeduid; ze voeren op Bolsward, Dok-
kum, Franeker, Harlingen en Sneek met
vier diensten per dag, behalve Bolsward
met twee diensten.
De „Korte beschrijving van de provincie
Friesland" van W. Eekhoff, uit 1864, geeft
in een bijlage ook nog een overzicht van de
trekschuit-diensten. Veel was er niet veran
derd, alleen voor de trekschuit naar Har
lingen was toen de trein al in de plaats ge
komen. Die naar Franeker voer echter nog
en deed drie uur over deze reis. Naar
Sneek was men drie en een half uur on
derweg en naar Bolsward vier en half uur
Door de verbetering van de wegen was
intussen ook de diligence als vervoermid
del van belang geworden. Zo kon men voor
een reis naar Sneek de trekschuit of de
diligence kiezen, verder reed dit vervoer
middel in tien uur van Leeuwarden naar
Zwolle en er was ook een dienst op Gro
ningen. Ze werden alle geëxploiteerd door
dezelfde Van Gend en Loos, die zich nu
nog met vrachtvervoer bezig houdt.
De trein komt!
Een revolutie op verkeersgebied bracht de
komst van de Spoorwegen. Reeds in 1839
reed de trein tussen Amsterdam en Haar
lem, maar het zou nog bijna 25 jaar duren
voordat het „stoomtuig" door Frieslands
dreven zou snellen. Op 27 October 1863
werd hier de eerste spoorlijn geopend van
Harlingen naar Leeuwarden. Hoe groot de
verbetering was, kan men het best afleiden
uit de reisduur van het nieuwe vervoermid
del, vergeleken bij die van het oude. Met
de trekschuit was men van Leeuwarden
naar Franeker drie uur onderweg en met
de trein 27 minuten....
Het begin was er en de vervolgen kwamen
in de loop van de jaren. Leeuwarden—Gro
ningen werd geopend op 1 Juni 1866 en het
laatste gedeelte van de lijn naar Zwolle
(Leeuwarden—Heerenveen) op 1 Septem
ber 1868. Het langst heeft de spoorlijn naar
Staveren op zich laten wachten; Sneek-
Leeuwarden kwam op 16 Juli 1883 in ge
bruik en Sneek-Staveren op 8 Nov. 1885.
Letterlijk „in grote lijnen" was het ver
keersprobleem voor Friesland toen opgelost.
De lokaalspoorwegen in het Noorden en
vooral ook de tram hebben het net later
nauwer aangehaald en zij werden weer
later overvleugeld en verdrongen door de
autobus.
uit de vorige eeuw
1 Januari 1800: S. v. d. Werf te Leeuwar
den geeft een weekblad uit ter onderrichting
van de eenvoudigen.
21 Februari 1800: Overleden te Leeuwar
den Johanna van Breuckele, oud 115 jaer.
10 Mei 1800: Verkoop van het huis de
Fratcrniteit (Broederschap) op de breedzijdc
der Nieuwestad tegenover de Waag.
27 Januari 1801: Evert Semler, administra
teur der domeinen van de vorst van Nassau
in Friesland verhuurt de Nationale Tuin te
Leeuwarden en de kasteleinswoning op het
Hof te Leeuwarden, bewoond door de
ondermajoor Harteminek.
26 Maart 1801: Het vredestraktaat met
het Franse Keizerrijk te Leeuwarden afge
kondigd.
27 Juni 1801: Verkocht medicinale kora
len, drie aan een snoer voor jonge kinderen
om de hals ten einde het tandkrijgen te be
vorderen.
(Uit de Stads- en Dorpskroniek"
van dr. G. A. Wumkes)