kan liet vacantie zijn
iOolz voor de kuióvrouw
71 ogcl ijk lied Vil dicht hij liuis
De telling is bij het Jeu de Pelote ook
enigszins gewijzigd. Bij het Friese spel is
het~2-4-6 eerst en bij het spel van de Zui
derburen is het overeenkomstig dat van ten
nis: 15—30—40-jeu. Wij spelen een partij
van 6 eersten. Bij het Jeu de Pelote is dit
8 a 10 en wanneer het een finale betreft 15.
Na 6 eersten kan worden gepauzeerd.
En dan is er ook wat betreft de arbitrage
nog een wezenlijk verschil. Hier geeft elke
keurmeester zelfstandig een beslissing. Bij
het Jeu de Pelote alleen dan wanneer de
scheidsrechter het hem verzoekt.
Een scheidsrechter is niet verplicht
een foutieve slag met strafpunten te hono
reren. Hij is daartoe pas verplicht wanneer
de belanghebbende partij er hem om ver
zoekt.
Best mij nog mee te delen, dat het Jeu de
Pelote gespeeld wordt op de wedstrijden,
georganiseerd door de Confederation Inter
nationale du Jeu de Balie Pelote Paume,
reden waarom ook Friese spelers dit spel
beoefenen. (De Kon. Ned. Kaatsbond is bij
de C. I. J. B. P. P. aangesloten).
U begrijpt ook, dat dit voor de Friezen
vreemde spel nog al enige moeilijkheden
mee brengt. Wanneer de vorderingen van
onze spelers in dit zo prachtige spel zou
den interesseren, dan kunt U zich daarvan
elke Donderdagavond om ruim 7 uur over
tuigen op het Wilhelminaplein.
J. RODENHUIS
7at betekent het woord vac an tie voor de huisvrouw?
VV Alleen een schrikbeeld, een periode, waar ze tegenop ziet
als tegen een berg? De kinderen allen thuis, dus meer drukte,
lawaai, vuile boel, kibbelarijtjes soms? Of heeft het ook voor haar
nog die feestelijke klank, die de meesten van ons zich nog herinne
ren uit hun jeugd? Wekt het woord v a c a n t i e bij de huis
vrouw nog gedachten aan dit verrassende, dit „anders dan anders"?
Voor veel mensen is vacantie alleen mogelijk als ze er eens
helemaal „tussenuit" trekken, liefst zo .ver mogelijk uit de dage
lijkse omgeving. Zij vergeten echter maar al te vaak, dat men alles
kan achterlaten, doch zichzelf meeneemt.
Anderen verstaan de kunst vacantie te houden zonder schatten
geld uit te geven, alleen door zich in te stellen op het motto „anders
dan anders". Eigenlijk moest in deze tijd elke hiusvrouw, wier
beurs niet goed genoeg gevuld is om met haar gezin op reis te gaan,
de kunst verstaan zó vacantie te houden. Onmogelijk zegt U? Toch
niet. Mits U afstand doet van veel „heilige huisjes". Doet U door
gaans alles zelf thuis? Maak U dan met de huisgenoten eens een
practisohe werkindeling, waarbij ieder, ook vader en de jongens,
hun eigen taak krijgen, zodat niet al het werk op Uw schouders
rust en U niet om 12 uur 's middags al doodmoe in een stoel neer
valt. Maarziet U het dan ook door de vingers, als het eens
een beetje op „mannenmanier" gaat. Neemt U voor, niet al te
precies te zijn in deze tijd.
Gun de kinderen het plezier, in hun oudste plunje te mogen
rondlopen, waaraan niets te bederven valt. En vooral: gun U zelf
de tijd voor dingen, waaraan U anders niet toekomt: het boek, dat
U al zo lang had willen lezen, een verhaal of knutselwerkje met de
kinderen, als het slecht weer is. U zult zien, welke onvermoede
krachten er ook op dit gebied in U schuilen, vooral als U het
initiatief aan de kinderen overlaat. Het geeft U meer voldoening
(ondanks de rommel in de kamer!) dan U ooit had kunnen denken,
omdat de kinderen het als een echte verrassing beschouwen, dat
moeder ook eens voor zulke dingen tijd heeft. Zo heel veel mate
riaal is er niet nodig en duur behoeft het niet te zijn. In de
Bihliotheek van „Het Baken", Oostergrachtswal 129, kunt U op dit
gebied te kust en te keur gaan. Ook op het gebied van kinder
lectuur, voor leesboeken enz., kunt U er terecht, dagelijks van 9-5,
behalve Maandagsmorgens en Zaterdagsmiddags. Het enige, wat
U te doen hebt, is zich als lid aan te melden (min. contr. 1.— per
jaar, leesgeld 5 of 8 ct. per boek voor 14 dagen).
Zijn Uw kinderen in de periode van het verzamelen? Neemt
U dan niet te gauw aanstoot aan de soms wel heel wonderlijke
uitingen van hun verzamelwoede. We weten van een kind, dat een
zwak had voor slakkenhuizen.... Vies? Och kom, a)s ze maar
geleerd hebben, de eigen spulletjes in hun eigen hoekje op te ber
gen. Laat ze maar denappels, eikeldopjes en wat dies meer zij ver
zamelen, ook al doen ze er verder niet zo heel veel mee. liet ver
zamelen op zichzelf is al zo'n prettige bezigheid! Met Kerstmis
komen de denappels wel weer te pas en ook eikels lenen zich bijzon
der goed voor Kerstboomslingers (niet zo breekbaar als glas), als ze
verzilverd zijn.
Met mooi weer leren we de kinderen Friesland kennen, per bus,
trein, boot of liefst per fiets. Daarbij moeten "vader en moeder er
rekening mee houden, dat kinderen leer- en weetgierig zijn! Zorg
daarom zelf goed beslagen ten ijs te komen: lees eens wat over Uw
eigen provincie, over zijn'kerken en torens, zijn musea, zijn Poptaslot
en Planetarium (resp. in Marssum en Franeker), ja, wat is er
allemaal niet in Leeuwarden zelf en in de omgeving te zien! Een
tochtje naar Stania-State, Oenkerk, loont alleen de moeite al van
wege de mooie oude arresleden, koetsen, schaatsen en vooral het
antieke speelgoed, waar kinderen haast niet weg te slaan zijn.
Fiets op een warme dag eens naar „Zwarte Haan (waar kippen noch
hanen te vinden zijn) in het Bildt en waar je, als het helder weer
is, liefst drie Waddeneilanden tegelijk kunt zien liggen! En vertel
dé kinderen er dan meteen bij, dat er ten Noorden van het Amelan
der Gat, tussen Terschelling en Vlieland, niets is dan water, water
en nog eens water, voor je bij de Noordpool komt. Bekijk met de
groteren eens de sluizen bij Harlingen, onze echte zeehaven, of die
bij Terhome, bezoek liet oude kerkje van Hogebeintum eens met de
kleurige wapenborden, of dat van Janiun, dat als museum is inge
richt. Of fiets eens naar Wieuwerd, waar zelfs buitenlanders komen
kijken naar de mummies! Neen, ver weg behoef je beslist niet te
gaan om interessante dingen te zien!
VVV, Stationsplein, zal U graag verder helpen en ook de
verschillende bibliotheken in de stad hebben boekjes over wetens
waardigheden in de provincie. De kinderen krijgen begrip voor de
geschiedenis van het eigen gewest en is dit niet de eerste stap om
ook iets van de „grote" geschiedenis te verstaan?
J. W. POLDERMANS.
Het Poptaslot te Marssum