II 't Wtïlll voelden om op te staan, bleek dit levensge vaarlijk te zijn geworden. De beer Snorre- pijp had zich namelijk wijdbeens voor het schilderachtige stilleven geplaatst en in zijn reehterknuist had hij een opmerkelijk glim mend pistool, dat alle.vier evenzeer be- dreigde. „Liggen blijven, commandeerde lu|. De mannen kreunden, deels van pijn, deels van ergernis, maar ze waren te verstandig en te voorzichtig om tegenaanvallen te onderriemen. n „We zullen snel zaken doen, zei de de tective. „Wanneer ik de zaak goed bekijk, dan hebben de vier heren een ernstig mis drijf op hun geweten en dat is: wederrech telijke vrijheidsberoving in drievoud. Daar voor zult u, als buitenlanders, kennis kun nen maken met onze rechtspleging en onze comfortabele gevangenissen. Daartegenover staat, dat wij u nog een kleine dienst inoe fen vragen, voordat het aan de justitie toe is. Misschien kan de One dienst de andere waard zijn. Wanneer u ons de erfenispa pieren geeft, dan wil ik opa, Marianne en deze grijze meneer wel eens vriendeh|k vragen of zc deze ontvocringsgesehiedenis op de koop toe willen nemen. Dat zou voor u betekenen, dat ze geen aangifte doen. Ilij keek zijn op de grond uitgespreid ge hoor belangstellend aan. „Wie van de heren verlangt het woord?" vroeg Snorepijp, alsot hij een vergadering presideerde. „liet is nu geen tijd grapjes te maken, zuchtte de man, die de onbetwiste leider van het gezelschap was. „W ij zitten in de val. „Zeer juist," antwoordde Snorrepijp, „ik hen ook alerminst grappig. Opa en Mari anne, wilt u naar mij luisteren. Zonder zijn aandacht aan het viertal te onttrekken, zei de detective: „Zullen wc deze heren laten lopen, wanneer ze ons de papieren kunnen bezorgen? „Onze papieren?" vroeg Marianne. „Uw helft en de ander helft, zei Snorre pijp Voor uw helft moeten wc hij deze heren of hij de grijze jongeman zijn We kunnen deze zaak meteen wel afwikkelen. Wie heeft de papieren van dc^ juffrouw. „Ik heb ze in mijn binnenzak," antwoord de de grijze jongeman. „Ze hebben 111e meegenomen om ze me af te pakken en om me onschadelijk voor de rest van hun actie te maken." „Punt twee: waar zijn de andere papieren, pseudo Oosterlingen uit Singapore? I moet ze hebben, want anders is uw belang stelling voor de andere helft onverklaar baar. Maar laat ik eerst de ontvoerden nog eens vragen of ze met de ruil van papie ren tegen de vrijheid accoord gaan." „Ik vind alles best," zei Marianne. „Ze moeten in de gevangenis," riep opa. „Waarschijnlijk zullen ze dan het geheim van de papieren niet vertellen," argumen teerde de detective. „Het is nu maar de vraag wat het belangrijkst is. „De papieren zijn 't belangrijkst, meende opa. „En wat zegt u er van, grijze jongeman. Openlucht-sociëteit op de brug. vroeg Snorrepijp verder. „Laat ze maar tippelen, zei de grijze jon geman. „Dan is er eenparigheid van stemmen, 'constateerde de detective. „U kunt dus kie zen." „De papieren zitten in mijn binnenzak, zei het opperhoofd van de bende zacht en aarzelend. „Ik accepteer uw aanbod." „Haal ze er uit, maar maak geen enkele verdachte beweging, want dan schiet ik. commandeerde de detective. De man stak de hand in zijn zak en haalde een lange, gele enveloppe te voorschijn. „Gooi die enveloppe in mijn richting, be val Snorrepijp. Het papier gleed over de stenen vloer en bleef vlak naast de detec tive liggen. „Marianne, controleer de nihouy. Marianne kwam naderbij, raapte de enve loppe op, opende deze en uitte een kreet san verrassing. „Dit moeten de papieren zijn," riep ze blij èn opgelucht. „Nu blijft alleen een regeling voor de af tocht over," zei Snorrepijp. „U zult het niet erg vinden, dat de gasten eerst gaan?" vroeg hij het viertal. Ze antwoordden niet. „Gaat u dan tegelijk opstaan en blijft 11 vlak bij elkaar. Geen grapjes en geen on verwachte uitvallen, want die worden streng gestraft." De mannen waren verslagen en berustten daarin. Ze stonden op en vormden een nel Hjtjc. „Handen omhoog en tegen de achtermuur Dc boeven gehoorzaamden gedwee. Snor repijp had de revolver in de ene hand en de brandende zaklantaarn in de andere. „Achter mij langs naar buiten, comman deerde hij het gezelschap. Toen Marianne, Opa en de grijze jongen de kelder hadden verlaten, langs het her opgerichte trapje, week Snorrepijp lang zaam achteruit, 'terwijl hij het kwartet met zijn wapen bleef bedreigen. Achterwaarts liep hij het trapje op, in de deuropening richtte hij een innige afscheidsblik op de mannen en daarna wierp hij de deur dicht, die hij met de loper afsloot. „Langs de muur lopen," riep hij, „denk er om dat je buiten schot blijft, wanneer zc voor het raampje, staan.- En zo verlieten de detective en de verloste "evangenen dit terrein van felle strijd. Snorrepijp lachte grimmig, toen ze in de het door de avondzon beschenen straatje liepen. „Ze zullen in ieder geval wel tot morgenochtend werk hebben om die deur open te krijgen....", dacht hij. :t Wie stil, sa dea-stil yn it wdld. dèr't swier fan snie dc tükcn Iwngen oer t tsjokke, wife tek fan de ierd hast sunder hid myn fuotten gongen. Der hong sa'n wijinga rounom, ik wie hjir mei natur allinne, de beammen stiene as yn gebet stil wizehd nei de himel hinne. Doe luit mijn siel it liege socht an 't wie, as foei der yn myn hertc in strieltsie fan it Create Ljocht. RIKT

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1952 | | pagina 11