»ESTADSBUS Gepast geld komt zeer van pas! heeft de gunst van het publiek verworven 10 De stadsbus is langzamerhand een vertrouwde verschijning in de straten van Leeuwarden geworden; elke twintig minuten rijden de wagens hun routes door de stad, routes, die als grote lussen over de plattegrond liggen en samengeknoopt zijn bij de halte op het Wilhelminaplein, achter de rug van Mercurius. Een vertrouwde verschijning in de straten. maar dat is niet het belangrijkste, want een stadsbus wordt niet geëxploiteerd ter versiering van het stadsbeeld. De stadsdienst is er voor de passagiers, voor de mensen dus, die er i>rijs op stellen vlug en gemakkelijk verplaatst te worden. Vlug en gemakkelijk, dat is de hoofdzaak in dit geval, want in een stad als Leeuwar den bestaat in feite geen vervoerprobleem, behalve voor invaliden en ouden van dagen. Wie niet wil fietsen, kan desnoods te voet gaan, zo hij niet op een kwartiertje kijkt. De omstandigheden zijn dus heel anders dan bijvoorbeeld voor een buslijn van Leeu warden naar Dokkum. Voor een dergelijke afstand moet men wel van de bus gebruik maken, want van lopen is dan geen sprake meer. „Langzaam maar zeker" is in de stad dus nog een verdedigbaar principe, maar de tijdwinst, die door het gebruik van de bus ontstaat, wordt belangrijker naar mate de stad zich uitbreidt. De kansen voor de stadsdienst worden dus steeds gunstiger op grond van de overweging, dat het ook de meest verwoede tippelaars ten slotte te bar kan worden. Bovendien zijn er bij het druk ker wordende verkeer steeds meer fietsers die zich liever niet in de binnenstad wagen, nog afgezien van de slijtage en schade, die men bij het op straat zijn in weer en wind aan fiets en kleding kan oplopen. In de bus zit men droog, warm enveilig bovendien, zelfs wanneer men met de moge lijkheid rekening houdt, dat er iets met het voertuig gebeurt. Wie in de bus zit, kan niet cpder een auto komen Nu komt bij al deze zakelijke overwegingen in het voordeel van een stadsvervoermiddel nog heel iets anders. Al deze argumenten krijgen pas werkelijke waarde, wanneer het publiek op de bus ingesteld raakt. Aan vankelijk denkt men er niet aan, omdat het gebruik van zo'n dienst nog niet tot de levensgewoonten behoort, maar langzamer hand ontstaat er meer animo. Hoe lang dit duurt, kan men afleiden uit de vijfjarige historie van de Leeuwarder stadsbus. Vijf jaar rijdt de Leeuwarder stadsdienst en de uiterlijke verschijnselen hebben wel be wezen, dat zijn pad niet over rozen is ge gaan. Er is veel aan gedokterd en vaak heerste de mening, dat deze onderneming een even roemloos einde beschoren zou zijn als haar voorgangsters. Het vorige jaar heeft de gemeenteraad echter, op voorstel van B. en W., besloten de stadsdienst finan cieel te steunen. Daarmee was een officieel brevet van onmisbaarheid verkregen; de Wanneer „De Leeuwarder Gemeen schap" meteen met een practische wenk voor stadsbus-passagiers mag beginnen, dan is het deze: zorgt vooral voor gepast geld, opdat in de bus zo weinig mogelijk gewisseld hoeft te worden. En houdt dit geld klaar in de hand, terwijl u op de bus wacht. Het zijn maar kleinigheden, maar tien van dergelijke kleinigheden kun nen op één rit een aanzienlijke ver traging veroorzaken. Denkt u er dan bovendien nog even aan, dat het voor de chauffeur en de andere passagiers erg onaange naam is, wanneer u, na het instap pen, nog allerlei dingen moet bespre ken met de kennis, die u naar de halte heeft gebracht. Het is soms frappant wat de mensen op het laat ste ogenblik nog te binnen schiet! vraag bleef echter of het publiek deze on misbaarheid zou onderstrepen door een druk gebruik van de bus te maken. Het merkwaardige en verheugende ver schijnsel heeft zich voorgedaan, dat de ver voerscijfers van de stadsdienst over 1952 een sterk stijgende belangstelling voor de bus hebben gedemonstreerd. We zullen u niet vermoeien met veel ge tallen, maar een paar moeten genoemd worden. De vergelijkende cijfers voor 1951 en 1952 leren, dat in elke maand van het vorige jaar een vooruitgang werd geboekt op beide lijnen, januari was in dit opzicht eigenlijk maar een magere maand, want toen waren er „slechts" ruim vijfduizend passagiers méér dan een jaar daarvoor. Tot en met Juli was de vooruitgang maande lijks in de orde van vijftienduizend en, te beginnen met Augustus, ging liet nog beter. October bracht de topprestatie met een winst van 26.897! Het totale vervoerscijfer van de stadsdienst in 1952 steeg daardoor royaal boven het millioen (1.109.709), met een toeneming van bijna een kwart millioen (211.853), bij 1951 vergeleken. Men krijgt uit deze cijfers sterk de indruk, dat de stadsdienst in 1952 over het „dode punt" is heengeraakt. Dit wil niet zeggen, dat de zaak rendeert; nog steeds wordt met aanzienlijke tekorten gewerkt, maar derge lijke verliezen zijn gemakkelijker te aan vaarden wanneer men een opgang consta teert dan wanneer men 'het gevoel heeft tegen de bierkaai te vechten. Gevochten is er stellig om de dienst „er in" te krijgen; er wordt veel van het perso neel gevraagd, want het is geen kleinigheid te rijden volgens een star twintig minuten- systeem, dat weinig gelegenheid biedt tot het wegwerken van vertraging, terwijl in Leeuwarden met zijn verkeersdrukte, zijn verkeerslichten en vooral zijn bruggen en zijn overweg elk ogenblik vertraging ont staat. Daarbij komt nog, dat men zich ook heeft Het knooppunt van de lijnen van de Stadsbus op het Wilhelminaplein.

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1953 | | pagina 10