De ilriiijiiny van de Voorst reek
Leeuwarders
geven hun oordeel
over het probleem van
Geen half werk
Dempen uit den boze
Dempen:
waarom eigenlijk niet
12
In het vorige nummer van „De Leeuwarder Gemeenschap" vroegen we de lezers hun
mening kenbaar te maken over de vraag of de Voorstreek gedempt moet worden. Het
aantal binnengekomen brieven was niet bijzonder groot, maar de uitvoerigheid daarvan
demonstreerde duidelijk, dat het probleem van de grachtendemping sommigen zeer na
aan het hart ligt. Dit geldt zowel voor de voorstanders van demping als voor de tegen
standers daarvan.
Bijzonder opvallend was bovendien de keur van argumenten, waarmee voor- en tegen
standers hun standpunt verdedigen. Sommigen hebben aan de behandeling van dit onder
werp beschouwingen gekoppeld, die hier zijdelings verband mee houden; wij zijn hun
zeer erkentelijk voor de uitvoerigheid van hun brieven, maar zien ons tegelijk voor de
plicht gesteld hun bijdragen te bekorten. Voor het overige hebben we gemeend ieder, die
ons over dit onderwerp schreef, in „De Leeuwarder Gemeenschap" het -woord te moeten
geven.
Laten we dan beginnen met de brieven van een voorstander en van een tegenstander, die
naar onze smaak het duidelijkst en het volledigst de tegengestelde standpunten uiteenzetten.
De heer Jobs. Kemp is een voorstander van
de demping der grachten, niet van de
Voorstreek alleen. Hij spreekt, ter motive
ring van zijn standpunt, krachtige en dui
delijke taal en we mogen hem daarom wel
benoemen tot woordvoerder van de dem
pers. Hier is zijn brief, die met tien gulden
wordt gehonoreerd:
Er zijn ongetwijfeld voor- en tegenstanders
van demping van de grachten, doch m.i.
laat het de „grote massa" koud. Ik heb
tenminste nooit gemerkt dat men zich in
die kringen daar druk over maakt. Wel
hoort men overal klachten over de gevaren
welke de. grachten opleveren, over de stank
en over het vuile water. En dit zegt vol
doende.
Het argument (en dit is dan ook het enige)
s an de tegenstanders van demping is: „be
houd van het stedenschoon". Zeer prijzens
waardig. Maar is een straat dan alleen maar
mooi wanneer er een gracht (en wat voor
een gracht), besloten tussen rechte wallen
doorheen loopt? Bezoek dan eens andere
steden en men zal zien dat ook zonder een
gracht een straat mooi kan zijn.
juist in Leeuwarden krijgt men een goede
kans om na demping van die straten wat
moois te maken, omdat ze dan breed wor
den. Water in een landschap kan prachtig
zijn en hoe mooi b.v. een kanaal een land
schap kan maken, kan men aanschouwen,
als men op d>- hoge bruggen van het Van
Harinxsmakanaal staat.
En laat men nu eens verstandig redeneren.
Zijn de grachten indertijd gegraven met het
doel een bepaald stedenschoon te krijgen?
Neen toch, ze werden gegraven omreden
in die tijd het vervoer in hoofdzaak te water
moest geschieden, zowel van mensen als
van goederen. Toen betekenden die grach
ten inderdaad iets, waren onmisbaar. Ik
heb die tijd meegemaakt, dat de stadsgrach
ten vol schepen lagen en aan de stad een
fleurig aanzien gaven. Doch die tijd is
voorbij en de grachten hebben geen prac-
tische betekenis meer.
Bovendien het aanzien van de binnenstad,
wat betreft de puien van de huizen en win
kels, is ook heel wat veranderd. Gemoder
niseerd noemt men dat. De bestrating even
eens. Men heeft de bekende kinderhoofdjes
(balstienen) ook niet behouden, omdat ze
herinneren aan die knusse oude tijd.
Welnu, m.i. is er een wanverhouding ont
staan tussen de grachten en de gemoder
niseerde straten. En nu kan men wel dromen
van oud Leeuwarden en van een wandeling
langs de grachten, doch het vermakelijke
(doch gevaarlijke) spelletje van kruip door
sluip door en de bokkensprongen van de
voetgangers leren wel wat anders.
We leven nu eenmaal in het tijdperk van
het alles overheersende verkeer. De grach
ten vormen een grote hindernis, hebben
geen enkele practische betekenis meer en
de oplossing kan dus geen andere zijn dan:
DEMPEN.
De wandelaar, fietser, autobestuurder en
handeldrijvenden hebben er belang bij. En
dan geen half werk, doch demping van
Voorstreek van Hoeksterpoort tot de Brol
verder Tuinen, Naauw en Weaze. En als
alles is voltooid, dan kunnen we eens over
dc Nieuwestad praten.
Nu anti-demper nummer één: de heer G.
Brinck, St. Eustatiusstraat 8. Hij wil de
grachten behouden en zijn betoog is even
eens helder, uitvoerig en duidelijk. Daarom
hebben wij de heer Brinck de tweede geld
prijs van tien gulden toegekend. Hier is de-
brief van deze inzender:
Wanneer we de prachtige foto op de voor
pagina van het jongste nummer van De
Leeuwarder Gemeenschap zien en de zeer
fraaie stadsgezichten verderop van Bonga
en Martin, geloof ik, dat we gerust mogen
zeggen: Geen meter binnengracht meer
dempen.
Ik zelf heb pl.m. twintig jaar aan de Weaze
gewoond en daar de lusten en lasten van
het wonen aan een binnengracht meege
maakt (tot '47). Bij het zien van de stem
mige winteravondfoto kwam mij deze tijd
weer scherp voor de geest.
Het dempen van de vier afgebeelde grach
ten in een tijd dat er van verkeersbehoefte
geen sprake was, is volgens mij anders niet
te verklaren, dan dat men toendertijd van
het onderhoud af wilde zijn. Begrip voor
stadsschoon bestond er helemaal niet.
Als geboren en getogen Luwadder voel ik
me aan mijn geboorte- en woonplaats dan
ook verplicht mede te waken voor het be
houd van dat weinige, dat nog van oud
Leeuwarden is overgebleven.
Wanneer we nu het restant binnengrachten,
dat nog aanwezig is, historisch bezien, zeg
ik nogmaals: Hier kan en mag niets meer af.
Het is toch zo, dat Leeuwarden zijn ont
staan te danken heeft aan de samenvloeiing
van het Vliet en Weaze (Wirdumervaart)
bij het Naauw en van de Ee, in later
eeuwen doorgegraven langs Voorstreek tot
Amelandspijp, in de Middelzee. Bij deze in-
en uitgangen, van vaart in zee, ontstonden
een haventje en een nederzetting.
Nu is het niet mijn bedoeling een geschie
denis van Leeuwarden te verhalen, niaar
ik geloof wel dat het de meeste Leeuwar
ders ten enenmale onbekend is wat de
juiste oorsprong van hun stad is. Op dit
gebied zou er aan voorlichting (beknopt)
nog wel eens wat gedaan kunnen worden
en dan werd menig pro-demper bijtijds-
anti.
Het gedeeltelijk dempen van de Voorstreek
is volgens mij dan ook uit de boze doordat
we daarmee de hartader van onze levende
stad treffen en we onherstelbare schade
aanbrengen.
luist de laatste tijd hoort men opmerkingen
dat we moeten trachten meer buitenlanders
door de stad te leiden. Deze komen meest
uit Oostelijke richting (Noren - Zweden)
en die zullen eerder gelokt worden door
een typisch Hollandse gracht dan door een
brede snelweg. Dan kunnen ze op de
Bleeklaan wel terecht.
De oplossing voor Leeuwarden zie ik in
een spoedige totstandkoming van rond
wegen en verder een drastische beperking
van doorgaand verkeer in de binnenstad.
Verder gesloten uren voor rijwiel- en motor-
verkeer op b.v. Zaterdagmiddagen en bij
feestelijke gelegenheden.
Minder zakelijk wellicht, maar zeer lezens
waard is liet betoog van de heer W. Els-
kamp. Kanaalstraat 6boven, die de grach-
tenromantiek van hst vroegere Leeuwarden
doet herleven:
De Voorstreek! Geboren ben ik er niet.
maar mijn mooiste jeugdperiode tussen vier
en vijftien jaar heb ik er gewoond. En als
vanzelf gaan de gedachten terug naar die
tijd, nu weer de vraag aan de orde wordt
gesteld of de gracht behouden moet blijven
of gedempt dient te worden. De vraag, die
toentertijd, tussen 1913 en 1925 de ge-