Omzet-vergroting
Hak de knoop door
Gedeeltelijk dempen
Allemaal en zo gauw
mogelijk
De rioolratten
Compromis
13
drijven, clan is het wel de aangename geur
die de gasten de neus doet dichtknijpen.
Verder is er ook geen gelegenheid die
grachten te bekijken, of het moet 's avonds
na tien uur zijn. Deze wateren passen nu
eenmaal niet meer bij de huidige situatie en
wat zou het voor de hoofdstad en vooral
voor de Voorstreek een strop zijn, als men
de weg om de stad ging leiden.
'k Zeg nogmaals, dempt de gracht, eer het
kalf verdronken is.
De lieer It. A. van der Velde, Bilderdijk-
straat 31:
Wanneer een gracht als de Voorstreek zal
worden gedempt, dan zullen de automo
bilisten en andere weggebruikers, als zij
in een winkelbuurt komen, meer gaan let
ten op de winkels. Een betere weg: meer
weggebruikers, meer „kijkers", dus waar
schijnlijk vergroting van omzet. Volgens
mij is het argument: „bewaar het stads-
sehoon" niet steekhoudend, want wij kun
nen nu eenmaal niet leven van mooie
grachten. Dit argument gaat volgens mij in
deze moderne tijd niet meer op.
Demping van de Voorstreek brengt dus met
zich mede, dat het verkeer beter door de
stad zal kunnen worden geleid, zodat men
sen, niet woonachtig in Leeuwarden, toch
de winkelstraten van Leeuwarden zullen
bezoeken.
Een rondweg om Leeuwarden heen zou ik
helemaal niet willen aanraden, daar op deze
wijze Leeuwarden helemaal vermeden
wordt. Persoonlijk zou ik er sterk voor zijn
om b.v. aan de Leeuwarder kant van de
stad Groningen een groot bord te plaatsen
waarop een aanduiding staat voor de auto-
bilisten, dat 50 km verder een grote stad
ligt, waar men kan logeren, winkelen en
uitgaan.
Tenslotte is dit voor iedereen van belang;
immers, als de rondweg om Leeuwarden
een feit zou worden, dan zou ieder initiatief
van de Leeuwarders, tot omzet-vergroting
of wat dan ook, al bij voorbaat de kop wor
den ingedrukt voor buitenlanders en andere
vreemdelingen, daar men de binnenstad op
deze wijze vermijdt.
Nog een berijmde brief en weer van een
onbekende:
We leve in een andere tied
Gien chais gien honnekar of praam
De tied van kröde en trekskut is gedaan
En smalle straten gaan niet meer
't Is nou een tied van snelverkeer
Denk nog us oaan de Peperstraat
Wie sal nog zegge dat het jou misstaat?
Maar 't is in de ouwe jurk een nije mouw
Was nou het jurkje sêls maar niet su nauw
Een kleine stoep een smalle straat
Een gracht waar vaak de stank lit slaat.
Blief je met één voet in het ouwe staan
Bin je genoodzaakt mank te gaan
't Is voor gezondheid, zaken en verkeer
Op sun manier gien houwen meer
Dus sou ik mar niet langer wachte
En hak de knoop deur: „Dicht de grachten".
De heer W. H. Dijkstra, Arumerstraat 32
komt met dit weloverwogen oordeel:
De tegenstanders van demping wijzen vaak
op de aan te leggen rondweg om Leeuwar
den, die de Voorstreek zal ontlasten. De
Voorstreek zal dan bereden moeten wor
den door auto's, komende van of gaande
naar de Groningerstraatweg. Uit de practijk
blijkt echter, dat het overgrote deel der
automobilisten, dat niet in de stad behoeft
te zijn, zijn weg kiest langs Noorderweg
en Spanjaardslaan, of Bleeklaan en
Wijbrand de Geeststraat, welke wegen alle
duidelijk door de richtingwijzers van de
A.N.W.B. zijn aangegeven. Het rijden
langs de Voorstreek is dus grotendeels het
gevolg van noodzaak voor de automobilis
ten. IIet is dan ook niet verantwoord de
straten langs de grachten voor het verkeer
te sluiten, daar dit dan gedwongen wordt
zich door de gevaarlijke, onoverzichtelijke
kronkelende straatjes van de oude binnen
stad te bewegen.
De enige mogelijkheid om uit de verkeers
moeilijkheden op de Voorstreek te geraken
zonder andere grotere moeilijkheden te
veroorzaken, is demping. Een goede oplos
sing lijkt mij dan: demp de Voorstreek van
Noorderweg tot Tuinen en de Tuinen van
Voorstreek tot Turfmarkt. Het overblijven
de deel van de Voorstreek zal met het
blijvende deel van de Tuinen in verbin
ding kunnen blijven door onder de nieuwe
straat een pijp te honden, zodat doorstro-
ming mogelijk blijft.
Bij deze gedeeltelijke demping zal het
stadsschoon slechts weinig worden aange
tast. Langs het te dempen deel der Voor
streek staan slechts weinig fraaie gevels
die met een gracht harmoniëren. Anders
is dit met de Tuinen. Door de demping tot
de Turfmarkt blijft echter het fraaiste ge
deelte bewaard. Wie geniet trouwens van
de schoonheid der grachten als hij langs
de Voorstreek dicht tegen de huizen ge
drukt, voortsehuifelt om fietsers en auto s
te mijden of wanneer hij op de fiets ge
zeten tussen de voetgangers en auto s door
laveert? En toont de „foto" van een ge
dempte Voorstreok in het December-nuan-
mer van „De Leeuwarder Gemeenschap
niet aan, dat van een brede straat met vol
doende hoge huizen, een aesthetisch geheel
gemaakt kan worden?
De lieer S. M. Veenstra, IJpeijstraat 52:
De grachten dempen?
Vanzelfsprekend èn allemaal èn zo gauw
mogelijk.
Allemaal? Och, wij zouden kunnen probe
ren het Naauw en het stukje Nieuwestad tot
aan de KI. Kerkstr. voorlopig als „museum"
te behouden, tenminste.als de om
wonenden en dus de meest belanghebben
den zich daartegen niet met alle macht gaan
verzetten als ze zich realiseren in welke be
voorrechte positie de neringdoenden van
Voorstreek, Tuinen en Weaze zidlen komen
te verkeren als tot demping van hun grach
ten mocht worden besloten.
Zo gauw mogelijk? Reeds nu schreeuwt het
verkeer door de stad, vooral langs de Voor
streek, om meer ruimte en de fop-foto
hiervan geeft hier inderdaad al een beeld
voor dè oplossing.
Wat een verademing zou het zijn voor de
honderden voetgangers, die op drukke
dagen en uren op de Voorstreek moeten
zijn, de trottoirs daar dubbel breed te
weten (zie drukke zijde Nieuwestad tot t/o.
KI. Kerkstr.), terwijl er voor auto's en wiel
rijders nog voldoende vrijheid van beweging
zou overblijven. Zou de winkelstand er
niet bij gebaat zijn, dat het voetverkeer aan
beide zijden zonder bezwaar in beide rich
tingen van beide trottoirs gebruik zou kun
nen maken, terwijl tevens het doorgaand
toeristenverkeer, dat op de week-ends het
drukst zal zijn, dan met veel minder be
zwaar door de stad zou kunnen gaan en
Leeuwarden steeds meer als geschikte
pleisterplaats zal gaan waarderen voor het
terloops doen van inkopen?
De heer A. Tilstra, Ooster-Grachtswal 113,
werpt zich op als pleitbezorger voor
de ratten:
Het was diep in de nacht. Regen druilde
en siepelde door de takken der bomen en
langs de grote, donkere étalageruiten, die
angstig dicht de loop van de gracht volg-
den. Er was geen mens op de Voorstreek
te bekennen. Alles was in diepe rust.
Nee...., toch niet alles. In de Voorstreek
bewoog iets. Een eventuele aandachtige
toeschouwer zou in het licht van een een
zame lantaarn een snel verschietend rimpel-
spoor hebben gezien.
„Slecht weer", bromde mijnheer b. tank
in zijn snorharen. „Gauw weer op huis an
Snel schoof hij zijn neus in de richting van
zijn riool. Nu ja, zijn rioolzo kon je
het eigenlijk niet meer noemen, sinds hi)
uit medelijden een rattenfimilie in huis had
genomen, die verdreven was uit een gracht
in een andere stad. Enfin, hij zou er wel
niet lang last meer van hebben, bedacht
hij met bittere ironie. De mensen zouden
deze gracht, hun goeie oude Voorstreok,
ook wel gaan dempen. Een schandaal was
het; en die mensen durfden zich ook nog
dierenvrienden te noemen
De heer A. D., die tegenstander van dem
ping is, kwam met het volgende plan:
Beginnend aan de Voorstreek, bij het pand
van de „Leeuwarder Courant" tot de
Nieuweburen aan die zijde een gedeeltelijke
overkoepeling van de gracht aanbrengen
van 1.50 tot 1.75 meter breedte. Daartoe
kunnen tegen de walmuur zware beton-
palen worden geslagen op ongeveer acht
meter onderlinge afstand. Deze zouden ten
eerste kunnen dienen tot versterking van
de bestaande walmuur, terwijl de oude
riool-afwatering in de gracht van verschil
lende panden intact gelaten zou kunnen
worden.
Deze betonpalen zouden vanaf normale
waterstand voorzien kunnen worden van
consoles van gewapend beton in gebogen
lijn, tot stut van het gedachte nieuwe beton-
vlak ter dikte van ongeveer twintig centi
meter. Deze laag van gewapend beton zou
aan de grachtzijde naar beneden nog een
twintig centimeter kunnen oversteken en aan
de bovenzijde voorzien kunnen worden van
een gemetselde wallaag van gele steen
overeenkomstig de bestaande walmuur.
Hierop zou dezelfde buisrand kunnen wor
den aangebracht, die op het andere gedeelte
reeds als afrastering dient.