Woorden verdwijnen
Woorden verschijnen
"k
INGEZONDEN
//•3e ^emcenscl]^" 7
10
Het maandblad „D.L.G." moet m.i. in
hoofdzaak worden gewijd aan studie van
de geschiedenis, de taal, de ontwikkeling,
de toekomst en meer dergelijke onderwer
pen van de stad. Het moet vooral niet
worden een puzzle-blaadje, sport- en kinder
krant je. We krijgen in de dagbladen vol
doende van die kost opgediend.
Zo lijkt het mij goed eens de aandacht te
vestigen op onze Leeuwarder taal, gewoon
lijk genoemd het stadsfries. Ik doe dit niet
als taalkundige (want dat ben ik niet), doch
als leek, die belangstelling heeft voor dit
onderwerp.
Het doel van dit artikel is, eens na te gaan
welke woorden in de laatste vijftig jaar zijn
verdwenen in het spraakgebruik van de
Leeuwarders en welke woorden er voor
in de plaats zijn gekomen.
Dat een taal leeft (en dit geldt ook voor een
dialect) en voortdurend veranderingen on
dergaat, is wel bekend. Hoe kan het an
ders, want allerlei invloeden werken er
op in.
We noemen vooral de Nederlandse taal.
Er wordt veel meer gelezen dan vroeger
en men moet verder niet de invloed van
de radio vergeten. De gehele dag klinkt het
Nederlands door de huiskamer.
Wanneer men er op wil letten, zal het voor
al de ouderen niet moeilijk vallen te con
stateren, dat er in ons dialect veranderin
gen hebben plaats gegrepen en dat er
woorden zijn verdwenen en er andere
woorden voor in de plaats zijn gekomen.
Vooral als men geruime tijd buiten de pro
vincie is geweest, valt dit des te meer op.
Een ander verschijnsel is eveneens van in
vloed en wel dat er veel meer Fries in de
stad wordt gesproken dan een veertig jaar
geleden. Een verblijdend verschijnsel en
het is te hopen, dat deze taal weer de voer
taal in de stad zal worden.
Laten wij een begin maken met het onder
zoek naar veranderingen en verschuivingen,
welke er in ons dialect hebben plaats ge
had.
In de volgende zinnen staan uitdrukkingen,
zoals die voorheen werden gebruikt en
welke men thans niet meer of slechts zelden
hoort. Daarachter zoals men hetzelfde te
genwoordig zegt.
We gaan üt-fan-hüs. We gaan üt logeren.
We krije ut-fan-hüzers. we krije logé's.
We hewwc thus un hatsje. We hewwe
thus un baby. (hatsje Fries it hertsje
lieveling).
Barbier (kapper), slachter (slager), drage-
melk (ondermelk), süp (karnemelk), süp-en-
brij (karnemelkse pap), mingel (liter),
grommoeke (oma of opoe), oate (overgroot
moeder), kunstbutter (margarine), kame-
raadske (vriendin), appelsmots (appelmoes)
koeiemerk (veemerk-veemarkt), pejasse-
spul (theater), pee(r)despul (circus).
Als we vroeger met knikkers speelden,
noemden we dat knikkets-schiete. Thans
noemen de kinderen de knikkers: koegels
en het spel koegele.
Het vreemde (Franse) woord: avanceren
(voortgang maken) wordt door de ouderen
nog wel gebruikt, doch is niet meer alge
meen.
Zeer weinig hoort men nog: singulier -
bijzonder, zeldzaam - zonderling. Hier
meest uitgesproken als singelicr (It is wel
singelier dat dit nou just gebeure must).
Distansje - afstand. (Hij ston op dizze
distansje van mij af).
Zie hier enkele voorbeelden; er zijn on
getwijfeld meer.
JOHS. KEMP
De schrijver van dit ingezonden stuk roert
een probleem aan, dat waard is in „De
Leeuwarder Gemeenschap" aan de orde
te worden gesteld. Ons Stadsfries is niet
alleen aan het veranderen, het is naar
het oordeel van deskundigen zelfs aan
het verdwijnen.
Oudere lezers zullen zowel het eerste als
het laatste kunnen bevestigen; wie een
periode van veertig—vijftig jaar heeft mee
gemaakt, weet uit eigen ervaring, dat het
Lüwadders is veranderd en dat het gebruik
daarvan is verminderd.
Het veranderen van de taal is een normaal
verschijnsel, dat niet direct op het terug
dringen daarvan hoeft te wijzen. En dit
proces kan uiteraard in een kleine taalger
meenschap sneller verlopen dan in een
groter verband. Bovendien: het is niet alleen
de taal die verandert, dat doet de hele
wereld, waarin de gebruikers van deze taal
leven.
We zien enige voorbeelden hiervan in het
lijstje van de inzender. Hij stelt het oud-
Leeuwarder „peerdespul" tegenover het
modeme „circus", maar men moet daarbij
niet vergeten, dat niet alleen het woord
„peerdespul" is verdwenen, maar ook....
het peerdespul zelf. Het moderne circus
biedt zoveel meer dan gedresseerde paar
den, dat woord en begrip tegelijk zijn ver
anderd. Met het „pejasse-spul" (theater)
kan op dezelfde manier een karakterveran
dering van het aangeduide tot de naams
verandering aanleiding hebben gegeven.
Een voor de streektaal bedenkelijk feit
is echter, dat het oude woord vervangen
wordt door een ander, dat tot de Neder
landse taal behoort (eventueel oorspronke
lijk uit een buitenlandse taal afkomstig is).
De teruggang in het gebruik van het Stads
fries kan men op vele manieren ervaren. In
winkels bijv. hoort men dit dialect vrijwel
niet meer gebruiken, althans door de winke
lier of het personeel. Daar is de neiging om
Nederlands te spreken stellig het grootst,
maar in vele zaken spreekt men Fries wan
neer de klant uit de provincie afkomstig
blijkt te zijn. Nederlands en Fries zijn
dus van twee kanten bezig het Stadsfries
terue te dringen.
In de gemeenteraad worden Nederlands en
Fries volkomen gelijkwaardig behandeld,
behalve bij het afleggen van de eed, die
nieuwe leden moeten afleggen. De burge
meester staat ten aanzien van deze formele
handeling namelijk op het standpunt, dat
men zich aan de officiële tekst, die in het
Nederlands is gesteld, dient te houden, zo
lang de wet hierin geen verandering brengt.
Maar bij de discussies kunnen de raads
leden de taal gebruiken die ze wensen. De
heren Van der Meer en Santema bijvoor
beeld spreken nooit anders dan Fries. liet
college van Burgemeester en Wethouders
gebruikt het Nederlands als voertaal, maar
wethouder J. K. Dijkstra houdt zich zeer
stipt aan deze regel: een Nederlands
sprekend raadslid wordt in het Nederlands
beantwoord en een Fries sprekend lid in het
Fries. Wanneer wethouder Dijkstra in ééïi
rede verschillende sprekers van repliek moet
dienen, dan verandert hij vaak enige keren
van taal.
Verder worden de raadsnotulen opgesteld
in de talen, die door de leden zijn gebruikt.
En daarmee is de feitelijke toestand van de
tweetaligheid in Leeuwarden wel duidelijk
aangetoond; dat het Lüwadders tussen
deze twee geen rol (meer) speelt, zal men
wel begrijpen.
Ten slotte: We zouden onze lezers zeer er
kentelijk, zijn, wanneer ze uit eigen ervaring
ons eens iets mededeelden over de veran
deringen en de teruggang van het Stads
fries. Wij menen, dat er vroeger zelfs dui
delijke verschillen zijn geweest in het
dialect dat men in verschillende delen van
de stad gebruikte.
Red. D.L.G.
Is Uw buurman al abonné op
Spreekt eens met hem over dit blad