Wij missen een goede
attractie voor de vacantiegangers
Maarwat denkt menvan hetideevande knutselaars van het Stokpaardje?
Cr is al veel gesproken en geschreven
over het gebrek aan attracties, die
Leeuwarden de vreemdeling heeft te
bieden. In het derde rapport van de com
missie voor Productieve Werkgelegenheid,
waarin speciaal over het vreemdelingenver
keer wordt geschreven, komt dit probleem
ook ter sprake. De samenstellers van het
rapport menen, dat hierdoor schade voor
de stad ontstaat; vreemdelingen brengen
geld mee en ze geven geld uit. Wat wi'
daarvan „vangen" hangt voor een belangrijk
deel af van de vraag of Leeuwarden inte
ressant genoeg is om er enige tijd door te
brengen.
Men spreekt in dit verband vaak van
„vreemdelingen-industrie" een lelijk
woord, naar onze smaak, maar het geeft in
ieder geval uiting aan de zakelijke belan
gen, die een stad heeft bij het toerisme.
Van deze vacantiegangers zullen de meesten
uit het binnenland komen, maar men moet
ook het aantal buitenlanders, dat in of i"
de buurt van Leeuwarden komt, niet onder
schatten.
Deze buitenlanders reizen met een auto,
komen meestal uit de Skandinavische lan
den en hun bestemming is Frankrijk. Ze
kunnen ook andere routen door Nederland
nemen, maar verkiezen vaak de Noordelijke
omdat deze hun de gelegenheid biedt ken
nis te maken met de Afsluitdijk, die als
een zeer grote bezienswaardigheid te boek
staat. Leeuwarden hoeft dus. ten aanzien
van deze vacantiegangers, alleen maar toe
te grijpen
Dit is het grote vreemdelingenverkeer en
we hebben de zaak vooral van de mate
riële kant bekeken. Om het beeld volledig
te maken, moeten we ons ook met het an
dere uiterste bezig houden. Het gezin, dat
een dagje met de kinderen in Leeuwarden
komt, ontbeert deze attracties al evenzeer.
Daarmee is niets ten nadele van Leeuwar
den gezegd; de stad kan zich op vele ter
reinen meten met andere van ongeveer de
zelfde omvang. We hebben mooie winkel
straten, we hebben onze monumenten van
cultuur en historie, we hebben het Fries
Museum en het Natuurhistorisch Museum.
Zelfs wanneer men zeer tereoht ver
kondigt dat onze musea meer belangstelling
waard zijn, dan blijft er voor velen toch
nog een grote leegte over. De buitenlanders
en de dagjesmensen met kinderen moeten
ergens de gelegenheid hebben waar ze iets
aardigs kunnen zien of beleven.
Leg een hertenkamp aan, adviseert de com
missie. Uitstekend, de kinderen uit de stad
en de kinderen van vreemdelingen zullen
de hertjes willen zien en de verveling is ge
broken. Maar men kan kwalijk verwachten,
dat de binnen- en buitenlandse toerist zal
zeggen: „We moeten even naar Leeuwar
den, want daar is een hertenkamp." Wat we
nodig hebben is een attractie, die op zich
zelf niet zo veel hoeft te betekenen, maar
door haar bijzonder karakter een bijzondere
vermelding in de reisgidsen verdient.
En wat moet dit dan worden? We hebben
erover nagedacht en we nodigen U uit het
zelfde te doen en ons eventueel bet resul
taat van Uw overpeinzingen te melden.
Voor een dergelijke uitvinding hoeft men
geen ingenieur te zijn, wiskundige bereke
ningen komen er niet aan te pas. Wat zou
U bijvoorbeeld denken van een berenkuil?
Wie berenkuil zegt, denkt aan Bern. Mis
schien zouden we bet nog eens zo ver kun
nen brengen, dat men aan het woord
berenkuil ook de plaatsnaam Leecuwarden
verbindt. V.V.V. weet wel hoe dit woord,
in het Zweeds, Noors en Deens vertaald, ter
kennis van de Skandinaafse toeristen moet
worden gebracht
IN]'1 springen we schijnbaar over op een
heel ander onderwerp. Herinnert U
zich nog de tentoonstelling „Het Stok
paardje", die in het vorige najaar werd ge
houden? Dan mogen wij U bij dezen nader
herinneren aan het feit, dat deze welge
slaagde knutselaarsexpositie op touw werd
gezet door een clubje Leeuwarders, die hun
harde arbeid beloond zagen met een over
weldigende publieke belangstelling.
De heren van het knutselaarscomité hebben
sindsdien de onderlinge band bewaard en
komen nog geregeld bij elkaar. En wanneer
ze vergaderen, dan spreken ze over nieuwe
mogelijkheden op het ruime en rijke ter
rein van het knutsel ambacht. „De Leeuwar
der Gemeenschap" heeft deze heren al eens
gepolst over de mogelijkheid samen een
maquette van oud-Leeeuwarden te maken.
Nu zijn dergelijke dingen gemakkelijker ge
zegd dan gedaan en het hoeft dus niemand
te verwonderen, dat nog niet aan de uit
voering van dit werkstuk is begonnen.
Bovendien is de kans groot, dat deze
maquette er niet zal komen, om de een
voudige maar zeer prettige reden, dat de
leden van het knutselaarscomité zelf op een
ander en naar onze mening beter idee zijn
gekomen.
Eigenlijk is het voorbarig reeds nu hierover
te schrijven, want van ideeën moeten eerst
plannen komen en deze plannen dienen
vaste vorm aan te nemen, voordat met de
uitvoering kan worden begonnen. Maar
aan de andere kant is het zo, dat een idee
aan betekenis wint, wanneer het de steun
van velen verwerft. Deze steun kan alleen
komen wanneer de zaak in de openbaarheid
is gebracht wat hiermee dan geschiedt.
De Leeuwarder knutselaars van „Het Stok
paardje" overwegen de mogelijkheid oud-
Leeuwarden of een gedeelte van oud-
Leeuwarden in miniatuur na te bouwen.
Niet als een maquette, die in een gebouw
wordt opgesteld, maar ergens in de open
lucht, in een plantsoen, een park of op een
speciaal daarvoor aan te wijzen terrein. Het
moet een minatuurstad worden in de trant
van het Haagse Madurodam, dat een zeer
grote attractie voor vreemdelingen is.
We willen ons ïiiet verdiepen in de tech
nische moeilijkheden, die aan een dergelijk
plan zijn verbonden. Bekende, historische
gebouwen moeten in het klein worden na
gebouwd en in hun omgeving geplaatst.
Het mooiste zou zijn wanneer de bezoekers
in de straatjes kunnen lopen, anders zou
den ze met een overzicht van het geheel
genoegen moeten nemen.
In de grachten met bruggen en pijpen zul
len miniatuur-schepen drijven om het ge
heel zo natuurgetrouw mogelijk te maken.
Ook over deze stad zal de Oldehove als een
trouwe wachter moeten waken.
Wat zijn de aantrekkelijkheden van dit
plan? In de eerste plaats is het origineel,
voor zover wij weten, al is het een combi
natie van twee bestaande dingen: de
maquette en de miniatuurstad.
In de tweede plaats zal, dunkt ons, een na
bootsing van een echte oud-Hollandse stad
speciaal de aandacht van buitenlanders
trekken. Zij zijn zeer gevoelig voor de typi
sche bijzonderheden en voor heel de sfeer
van ons historische stedenschoon. De be
langstelling voor de stadsgrachten (het
krachtige argument van de tegenstanders
van demping!) bewijst dit.
In de derde plaats kan een dergelijke minia
tuurstad wellicht een onderdeel worden van
een groter complex van attracties, waarvan
een theetuin wel het eerste begin is.
Wij achten ons niet in staat te beoordelen
in hoeverre dit plan voor uitvoering vatbaar
is, omdat we beseffen hoeveel problemen
daaraan zijn verbonden. Maar we consta
teren bij herhaling en bij velen de eerlijke
wil om Leeuwarden iets te geven wat voor
de stedeling en vooral voor de vreemdeling
de moeite van het bezoeken waard is. En
daarom geloven wij, dat het geen kwaad
kan aan het idee van de mensen van „Het
Stokpaardje" ruchtbaarheid te geven. Wie
wil reageren vindt bij de redactie van „De
Leeuwarder Gemeenschap" alvast een aan
dachtig en gewillig oor!