Goede raad voor onze lezers De bonte historie van Leeuwarden De BONTE Leeuwarder Gemeenschap PAGINA 2 Wanneer wij ons thans opmaken om gezamenlijk feest te vieren, dan menen wij, dat er in de groeiende stem ming van luchthartigheid en onbezon nenheid plaats is voor een enkele be schouwing van bezadigder aard. Want het maf dan zo zijn dat de boog niet altijd gespannen hoort te blijven, even waar is het dat hij niet dagenlang ont spannen mag zijn. In beide gevallen immers gaat de rek er uit. Laat ons daarom een fikse duik nemen in de geschiedenis van onze stad: de nimmer opdrogende bron van inspiratie en geestverheffing. De zeventiende eeuw.se Friese wijsgeer en denker Hielke Botsema, die bijkans zijn hele leven in Goukesburen heeft gewoond en gedacht, heeft het zo gezegd: „Wat zou het heden zijn zonder een verleden?" Wij voegen daar onmiddellijk aan toe: Wat zou het bonte heden zijn zonder een bont verleden? U merkt, dat we aldus zeer scherp- en fijnzinnig uit het heden van de bonte stad zijn teruggetreden naar het bonte verleden. Maar liet was niet alleen bont, het was bovendien en bovenal roem rucht. „Zeer zeker is een studie van de historie van onze stad, van de grond, waarin de fundamenten van onze huizen diep zijn geworteld, van bijzonder be lang en van een bijzondere aantrekke lijkheid. Want we vinden hier menig schoon voorbeeld van de onverdorven eerlijkheid, van de spontane edelmoe digheid en van de alles trotserende hel denmoed, waaraan in het bijzonder de historie van onze stad zo rijk is geweest." Dit heeft dr. J. P. Talmink geschreven in de inleiding tot zijn welbekende „Plaatselijke historie," die weliswaar Almelo tot onderwerp heeft, maar ons, Leeuwarders, toch ook iets te zeggen blijkt, te hebben. Die Almeloërs moeten tenslotte niet denken, dat zij histo risch hekeken boven ons uitsteken. Het tegendeel kon wel eens waar zijn! Eerlijkheid, edelmoedigheid, heldhaftig heid ja, dit zijn de grondstoffen, waaruit de historie van Friesland en van Leeuwarden zéér in het bijzonder is op gebouwd. En daarmee is eigenlijk alles gezegd; niet de oude bakstenen, niet het zandsteen, maar de geestelijke waarden zijn bepalend geweest voor wat hier op dit drassige stukje grond in al die eeuwen is gebeurd. De Oldehove kon seheef zakken, maar de Leeuwarders bleven rechtop staan. Daarover kunnen we het eens zijn en wie het hier niet mee eens is doet ver standig zich metterwoon elders te vesti gen. Bijvoorbeeld in Almelo, want het zit ons lelijk dwars, dat men daar het eigen verleden zo in de hoogte steekt. Alhoewel tante Amelie in Almelo toch ook wel haar goede kanten heeft, want ze stuurt elk jaar op Sinterklaas een pakje. We willen onze historische beschouwing niet besluiten zonder aandacht te heb ben besteed aan een der merkwaardige facetten van de Friese historie, een zaak, die vele gemoederen in beroering en vele pennen in beweging heeft gebracht. Men weet, dat de Friezen zich, gelijk met de Batavieren, honderd jaar voor het begin onzer jaartelling in ons land hebl>en gevestigd. Dit leert men op de lagere school en mag dus algemeen be kend worden verondersteld. De Batavie ren waren de, Bijn komen afzakken, zo wordt er bij verteld en hoe het precies met de Friezen is gegaan weten we niet. Misschien zijn ze ook op de een of andere manier afgezakt wie zal het nu, na tweeduizend jaar, nog met zeker heid kunnen zeggen? Het blijft echter een raadsel waarom llllllilllllllllllllllllllllllllllllllllli deze oude Friezen in Friesland zijn gaan wonen, wanneer men toch wel als vaststaand mag aannemen, dat de wa terrijkdom hier in vroegere tijden aan zienlijk groter moet zijn geweest dan thans, nu we dijken en een stoomgemaal bij Tacozijl hebben. Het zou nuttig zijn wanneer we enig inzicht zouden kunnen verkrijgen in hun motieven om dit dras sige gebied als hun woonstee te kiezen. Misschien heeft Galema liet bij het juiste eind met wat hij hierover schrijft in het eerste deel van zijn „Van Fries land en de Friezen" (blz. 61 en daarna even omslaan): „Waarom de Friezen zich liier blijvend hebben gevestigd? Wel, het antwoord op deze vraag is een voudig: de Friezen hebben zich hier ge vestigd om zichzelf te kunnen zijn. Bui ten Friesland hebben ze zich nooit recht op hun gemak gevoeld." De volgende keer zullen wij iets vertel len over de historische ontwikkeling van de postzegelautomaten in Leeuwarden. Mevrouw A. B.: Die lelijke vlek in uw zomerjapon kunt u het best verwijderen niet geconcentreerd zwavelzuur. Denkt u er vooral om dat het geconcentreerd moet zijn? Ik wens u veel succes, lieve mevrouw B.I J. T. V.: Nou, u bent me ook een mooie! H. v. d. M.: Nee, wij geloven niet, dat de uitdrukking „Iemand in het Nauw drijven", haar ontstaan dankt aan vroe gere barbaarse gebruiken in Leeuwar den. I'. B.: Het muntje, dat u ons zond, is een gaspenning uit 1643, Misschien kunt u het bij de Gasfabriek omwisselen. W. R. S.: Ja, dat is een netelige kwes tie. U moet wel bedenken, dat uw ver plichtingen jegens de familie niet ver waarloosd mogen worden; trouwens wij geloven niet, dat dit uw bedoeling is, want uit uw brief straalt de menselijke gevoeligheid ons tegemoet. Maar aan de andere kant zal uw familie toch ook moeten hegrijpen, dat de een sommige dingen te groot en de ander dezelfde dingen te klein kan zien. Desondanks geloven wi^ toch dat het heter is geen kauwgom meer aan de deurknop bij uw tante Annetje te plakken. Sommige mensen zijn zo licht geraakt! „Bloesempje": Wat lees ik nu? Denk je dat die politieagent verliefd op je is om dat hij je al driemaal op de bon heeft gezet? Kind, kind, wat haal je je in het lieve hoofd? Geef eerst maar eens behoorlijk richting aan als je in de stad fietst en dan komt de rest vanzelf in orde. Mevrouw H. K.: Hoe u een scheve neus recht kunt zetten? Dat is een kwestie van volharding en geduld. U zet uw neus tussen een bankschroef en beweegt dan het hoofd met zachte schokjes in de richting tegengesteld aan die waar in de neus afwijkt. Elke dag een kwar tiertje is voldoende. Denkt u eraan, dat u tijdens deze oefening door de mond dient te ademen? Wie mooi wil zijn moet pijn lijden, lieve mevrouw K.! (vervolg op pag. 26)

Historisch Centrum Leeuwarden

Leeuwarder Gemeenschap | 1953 | | pagina 23